Syndicaal overleg in stad, bestaat dat wel?

In deze tijden van harde klassenstrijd past het om zeker onze raadsleden eraan te herinneren  dat er ook in de stadsadministratie  syndicale overlegorganen bestaan.
Alleszins op papier. Onze gemeenteraadwatcher heeft in zijn twintigjarig bestaan daar evenwel nog geen spoor van werking van gezien. Niet het minste verslag. 
En in de gemeenteraad ook nooit meegemaakt dat er gestemd werd over een huishoudelijk reglement voor die overlegorganen. We kennen ten andere  enkel de leden van de stadsdelegatie, en niet die van de drie vakorganisaties (ACV-Openbare Diensten, ACOD en VSOA).

Het is nochtans zo dat telkens het bestuur van plan is om een algemene personeelsmaatregel te nemen er dient onderhandeld met de representatieve vakorganisaties in wat men noemt het Bijzonder Onderhandelingscomité (BOC).
Naast het BOC zitten de overheidsdelegatie en de vakbondsafgevaardigden ook samen in een ‘basisoverlegcomité’, genaamd Hoog Overlegcomité (HOC) dat handelt over alles wat met welzijn op het werk heeft te maken.
Beide organen zijn bevoegd voor zowel het gemeente- als het OCMW-personeel en worden voorgedragen door de burgemeester die er trouwens ook ambtshalve de voorzitter van wordt.
De stadsdelegatie binnen het  BOC bestaat uit maximum zeven leden, terwijl er in het HOC geen maximumaantal is voorzien. Maar in de praktijk kennen beide organen een gelijke samenstelling en gebeuren de vergaderingen dan ook gezamenlijk.

Het onderscheid tussen overleg en onderhandeling is qua verwante onderwerpen nogal subtiel.
Overleg moet gebeuren over voorstellen inzake concrete maatregelen van inwendige orde, arbeidsduur en organisatie van het werk. Het resultaat geldt als een advies voor het CBS of het Vast Bureau.
Onderhandelingen, bijvoorbeeld over het personeelsstatuut (rechtspositiebesluit), bezoldigingen, personeelsformatie (zelfs de relatie met de vakbonden) leiden tot een ‘protocol’ dat voorgelegd wordt aan de gemeenteraad.

Het BOC lijkt dus belangrijker dan het HOC, maar dat is theorie.

Samenstelling van HOC én BOC
1. Ruthie, burgemeester, voorzitter
2. Wouter Allijns, schepen, dienstdoend voorzitter
3. Maxim Veys, schepen
4. Carlo Daelman, algemeen-directeur

Bijkomend voor BOC-stad
5. Anneliese Moësse, arbeidsgeneesheer
6. Anouk Horré en/of Bram Deruyck, preventieadviseur
7. Nele Hofman, directeur personeel

BOC-OCMW
6. Bram Deruyck en/of Anouk Horré
7. Nele Hofman.

Er zijn nog secretarissen en techniekers met vervangers.
Meest voorkomende secretaris Robbe Struyve, stafmedewerker-HR.
De “technieker” voor zowel HocBoc is Maarten Vander Stichele, onze bekende kabinetschef.

P.S.
We beloofden een blik te werpen op Leiedal. Komt nog wel…