Een zo’n eenvoudig lijstje van de top tien (staat in altijd in de gazetten) over voorkeurstemmen zegt niet alles.
Laat ons van onze lijsttrekkers alhier even de interne en externe populariteit berekenen.
– De interne populariteit (IP) is de verhouding tussen de naamstemmen van de kandidaat en het totaal aantal stemmen voor zijn of haar partij.
– De externe populariteit (EP) of de penetratiegraad is de verhouding van het aantal naamstemmen van de kandidaat ten opzichte van het taal aantal uitgebrachte stemmen (inbegrepen de blanco stemmen). In Kortrijk waren er dat 52.357. (Die externe populariteit is ook een interessant gegeven.)
Vincent Van Quickenborne (kiesvereniging Team Burgemeester)
– IP: 9.339 voorkeurstemmen op 15.900 stemmen voor de kiesvereniging. Dat is 58,7%.
– EP: 17,8%
Ten opzichte van 2012 is zijn IP merkwaardig genoeg gedaald. Was toen: 66,2%.
De EP is gestegen. Was toen 13,7%. (Allebei het gevolg van de verruiming naareen kiesvereniging?)
Philippe De Coene (SP.A)
– IP: 3.658 op 7.335 = 49,8% (IP gedaald. Was 51,0%. )
– EP: 6,9% (EP ook gedaald: was 7,1%)
Axel Ronse (N-VA)
– IP: 1.660 op 5.675 = 29,2%
– EP: 3,1%
Hannelore Vanhoenacker (CD&V)
– IP: 2.471 op 8.532 = 28,9%
– EP: 4,7%
David Wemel (Groen)
– IP: 1.267 op 5.059 = 25,0%
– EP: 2,4%
Wouter Vermeersch (VB)
– IP: 2.209 op 6.124 = 36,0%
– EP: 4,2%
Dirk Dupont (Kortrijk Vooruit)
– IP: 284 op 1.152 = 24,6%
– EP: 0,5%
Jouwe Vanhoutteghem (PVDA)
– IP: 283 op 1.083 = 26,1%
– EP: 0,5%