Burgerinitiatieven met 600 handtekeningen

Een vorige keer (22/4) kwamen we tot de verheugende vaststelling dat vanaf volgend jaar ca. 600 handtekeningen van Kortrijkzanen zullen volstaan om de gemeenteraad op stelten te zetten.
Lezers van kortrijkwatcher weten pertinent dat dit zo nu en dan wel eens kan nodig zijn. Bijvoorbeeld bij bepaalde rare wijzen van gunnen, bijvoorbeeld om de juiste kostprijs te kennen van het nieuwe stadhuis, bijvoorbeeld bij belastingverhogingen. Bij de oprichting van alweer een nieuwe stedelijke vzw. Bij de keuze van een plaats voor een “zigeunerkamp”. Enzovoort. Enzovoort. Herlees maar eens de duizend bladzijden op deze stadsblog.Het nieuwe ontwerp van gemeentedecreet (tweede in de rij) voorziet in de mogelijkheid dat inwoners met een gemotiveerde nota voorstellen en vragen over de gemeentelijke beleidsvoering en dienstverlening op de agenda plaatsen van de gemeenteraad en die ook kunnen komen toelichten.

Hoe zal dit in zijn werk gaan?
Het verzoek dient ingediend met een daartoe bestemd formulier en met een aangetekende brief gestuurd aan het College. Met de namen, geboortedatum en woonplaats van de ondertekenaars van het verzoekschrift.
Het verzoek moet minstens twintig dagen voor de vergadering van de gemeenteraad ingediend. De gemeenteraad doet vooraf uitspraak over de vraag of het verzoek wel tot zijn bevoegdheid behoort en bepaalt dan welk gevolg daaraan gegeven wordt.

Niet iedereen is voorstander van deze nieuwe regeling.
Onze burgemeester bijvoorbeeld ook al niet. (De opname in het huishoudelijk reglement van een soortgelijke mogelijkheid om burgers het woord te laten voeren in de gemeenteraad werd vroeger al afgevoerd.)

De Hoge Raad voor Binnenlands Bestuur vindt dat het nieuwe instrument een “gelegenheidswetgeving” is naar aanleiding van relatief recente opvattingen omtrent directe democratie. (Zeg maar: de Nieuwe Politieke Cultuur ofte NPC van de vorige eeuw die al lang begraven is.)

Ook vraagt de Hoge Raad zich af of het niet stilaan wat veel wordt inzake mogelijkheden tot burgerdemocratie en inspraak. We mogen bijvoorbeeld al verzoekschriften indienen. (Er zijn ook hoorzittingen, meldpunten, spreekuren, soms interactieve websites.)

Verder zijn de bepalingen van het burgerinitiatief totaal niet afgestemd op de hele regeling betreffende de volksraadpleging. Voor de volksraadpleging wordt bijv. het totale aantal inwoners gebruikt voor de berekening van de vereiste aantal handtekeningen. Bij het burgerinitiatief gaat het om inwoners boven de 16 jaar.

De Hoge Raad wil er voorts op wijzen dat de relatie tussen burger en bestuur vooral een mentaliteitskwestie is eerder dan een kwestie van geïnstitutionaliseerde instrumenten.
En ja, ’t is waar. Een goede gemeenteraad (met werkende leden) of College (denk aan schepen Bral) heeft voeling met de verschillende stromingen en opinies die aanwezig zijn bij de inwoners en speelt daar ook op in.

En er is ook zoiets als het primaat van de politiek.
Directe democratie gaat in tegen de legitimiteit van de representatieve democratie, waarbij gemandateerden het voor het zeggen hebben.
Dat is ook waar.
Maar wat met een gemeenteraad die de dossiers niet kent? Die geen serieuze vragen stelt? Zo zijn er vele in het Vlaamse land! En wat met een College dat zijn gemeenteraad een beetje op het verkeerde been zet? Dingen verzwijgt?

Persoonlijke bedenking.
Het is alhier zelfs niet ondenkbaar dat burgerinitiatieven gebruikt worden als oppositiewapen tegen de gemeenteraad zelf!
Of wat subtieler: als geheim wapen van onderhuidse misnoegdheid bij de meerderheid zelf.
Twee voorbeelden.
Binnen de CD&V wou een belangrijke vleugel eigenlijk niet weten van het Buda Kunstencentrum.
Binnen de SP.A wou men geen belastingverhoging.

Het kan nog leuk worden, volgend jaar.

Geen opening van de skatepool?

Al maanden geleden is afgesproken dat de rolkombaan (skatepool of bowl) aan de Groeningebrug eindelijk officieel dan zou geopend worden op dinsdag 25 april. Dat is morgen.Op de website van Stad is over het programma tot op vandaag niets te lezen.
Tenzij dan dat er woensdag een tornooi is van de bowlriders van de firma Quiksilver.
Terwijl er oorspronkelijk een driedaagse was voorzien, met sprekers (minister Anciaux? de gouverneur?), een bar, een podium, muziek, enzovoort.

Op de webiste van de stad is er nochtans een speciale rubriek gewijd aan de “skatepolitiek”.
Er houden zich alhier heelwat mensen bezig met de skaters, bladers en bikers.
Er is een SBB-werkgroep, een cvba Skateconstruct, een Vlaams Expertisecentrum SBB, en een heuse coördinator. En er is een verantwoordelijke schepen voor dat beleid: Lieven Lybeer.

En toch nog altijd nergens een programma te horen of te zien van de festiviteiten.
Hoe kan dat nu?
Staat de politie doodsangsten uit (zoals bij een vorige niet-officiële opening van ongeduldige skaters)?

Machtsgreep mogelijk met ca. 600 Kortrijkzanen !

De Vlaamse Regering heeft zopas (21 april) de mogelijkheid gecreëerd dat burgers voorstellen kunnen indienen of problemen aankaarten bij de gemeenteraden.
En dit wordt van toepassing vanaf januari volgend jaar !We herhalen.
Vanaf volgend jaar kunnen inwoners rechtstreeks bij de gemeenteraad voorstellen doen, problemen of noden aankaarten, vragen stellen over de beleidsvoering en dienstverlening. Zij mogen die dan zelf komen toelichten op de gemeenteraad.

Er is een voorwaarde. De tussenkomst moet in een stad als Kortrijk (méér dan 30.000 inwoners) gesteund worden door één procent van de inwoners ouder dan 16 jaar.

Hoeveel is dat?
De juiste cijfers zijn natuurlijk nog niet ter beschikking. Ook al omdat in Verslagen van Bestuur over de bevolking de leeftijdscategoriën beginnen bij 15 jaar tot 19, 20 tot 24, enz.

Maar goed, volgens de meest recente cijfers (2004) uit Kortrijkse documenten waren er hier 62.643 inwoners ouder dan 15 jaar.
Eén procent daarvan is dus ca. 624.
Dit cijfer mag enigszins afgerond naar beneden, aangezien we begonnen te tellen vanaf 15 jaar.

Dat is te doen.
Het ziet er dus wel degelijk naar uit dat we met zo’n 6OO mensen vanaf begin volgend jaar aardig wat kunnen teweegbrengen in de Stad.

Kortrijkwatcher en zijn lezers zullen hiertoe zeker hun steentje bijdragen.
De gemeenteraad zal moeten verhuizen wegens tekort aan publieke tribunes.
Positief voorstel: naar het Huis van de Streek (het kasteel op ’tHooghe).

Meer vrouwennamen in de politiek (1)

De diverse kieswetten van ons land laten nog steeds toe dat gehuwde vrouwelijke kandidaten desgewenst op de lijsten hun naam kunnen laten voorafgaan door die van hun man. Zelfs al is die overleden!
Men zal dit nu weer zien gebeuren bij de komende gemeente- en provincieraadsverkiezingen. Met dien verstande dat vrouwelijke kandidaten wél hun meisjesnaam (familienaam) zullen hanteren indien dit ze goed uitkomt: als vader (of andere familieleden) namelijk al van enige (politieke) bekendheid genieten of genoten.Het is een zeer aftandse geplogenheid waartegen vier fundamentele bezwaren kunnen geuit.
Even op een rij:
1. het gebruik getuigt van een archaïsch patriarchaal denken;
2. het gebruik is in tegenspraak met alle verworvenheden van het politiek-emancipatorisch feminisme;
3. het gebruik weerstaat niet aan de gendertoets en is voor beider kunne discriminatoir;
4. het gebruik is en wordt steeds meer totaal nonsensikaal.

Hierna worden deze bezwaren wat nader toegelicht.

EEN PATRIARCHALE WETGEVING

Het gebruik dat vrouwen (zelfs weduwen!) de naam van hun man (zelfs ex-man) mogen gebruiken op de kandidatenlijst is een archaïsch overblijfsel van een volstrekt achterhaalde mentaliteit. In het verleden werd de vrouw hoofdzakelijk beschouwd als bron voor nageslacht en aangezien als inferieur aan de man.
Allerhande patriarchale wetgeving is daar het resultaat van geweest. In 1921 bijvoorbeeld waren vrouwen verkiesbaar als burgemeester of schepen, maar zij moesten daarbij wel toestemming krijgen van hun echtgenoot. En toen de vrouwen in 1948 eindelijk ook actief stemrecht kregen werd er in de verkiezingscampagnes fel op gehamerd dat zij hun naaste mannelijke familieleden moesten raadplegen bij hun keuze.

EMPOWERMENT

“Empowerment” van de vrouw was de centrale boodschap van de roemruchte VN-Vrouwenconferentie van 1995 in Peking.
Het is een volkomen raadsel hoe het begrip “empowerment” (dat wil zeggen: verborgen krachten laten ontluiken) van de vrouw te rijmen valt met het dragen van een naam die warempel niet de hare is.
Men kan het gebruik van een meervoudige gendernaam moeilijk gaan beschouwen als een bijdrage aan het gelijkheidsbeginsel van man en vrouw.
De nog bestaande praktijk strookt overigens totaal niet meer met het hedendaagse streven naar vervrouwelijking van de politiek.
Laat ons maar stellen dat het gebruik van de naam van de echtgenoot gelijk staat met een regelrechte belediging. Zowel voor de man als voor de vrouw zelf, en ook voor de kiezer.

DISCRIMINATIE

Het toppunt is wel dat de kieswetgeving niet voorziet dat mannelijke kandidaten de naam van hun beroemde echtgenote mogen gebruiken. (Stel dat u getrouwd bent met Carla Galle. Of met een dochter van onze burgemeester.)

NONSENSIKAAL

Wat met vrouwen die al meerdere keren zijn gehuwd? (Senaatsvoorzitter Annemie Lizin gebruikt nog altijd de naam van haar eerste man! Een beroemd geval is ook Anne-Mie Neyts.)
Een hemeltergende discriminatie valt ook te beurt aan samenwonenden en holibi’s. Priester Rudi Borremans bijv. mag niet uitpakken met de naam van zijn vriend als hij zich in de politiek wil gooien. En biseksuelen kunnen een man en een vrouw hebben. Wat dan gedaan? Drie namen gebruiken?
Naarmate nieuwe samenlevingsvormen ontstaan die niet meer gebonden zijn aan traditionele seksuele geaardheden en ook de naamgeving van kinderen wordt herzien wordt de anomalie van de dubbele familienaam voor vrouwen op kieslijsten helemaal nonsens.

Waarom is die onzinnige kieswetgeving nog altijd niet opgedoekt?
Daarover later een keer iets meer. ’t Ligt aan de vrouwen zelf, geloof het of niet.

Intussen kan de Kortrijkse kiezer wel even nagaan welke lokale vrouwen op de lijsten de moed hebben om niet de naam van hun echtgenoot te gebruiken. En ze daarvoor belonen, tenzij zij wel willen genieten van de naambekendheid van hun vader. Moeilijk.

BREAKING NEWS/ Koning in spe komt naar Kortrijk

Op woensdag 31 mei komen Hunne Koninklijke Hoogheden Prins Filip en Prinses Mathilde naar onze poort.
De Steunraad West-Vlaanderen van de Koning Boudewijnstichting heeft ze uitgenodigd op een Gala-avond in het Meeting Center Gruzenberg van de Xpo.Eerlijk gezegd had ik van die Steunraad van de KBS nog nooit gehoord. En op de website van de KBS staat er ook niets over te lezen. (Er is wel even sprake van een steunfonds voor Midden en Zuid-West-Vlaanderen. Met coördinator Jan Despiegelaere die verder op de uitnodiging nergens tepas komt.) En op de kalender van de website is de Gala-avond ook nog niet vermeld.

Voorzitter van de steunraad is Jean Van Marcke. Secretaris: Jan Victor.
Tot het Uitvoerend Comité behoren Patrick Coulier, Pierre-Paul Debeir, mevrouw Regine Dumolin, Yvon Vanden Abeele.

Er is ook een uitgebreid Beschermcomité.
Met de gouverneur, de ministers van onze provincie, de staatsecretaris en de burgemeesters van Roeselare, Brugge en Kortrijk. (Ook gewezen burgemeester baron Emmanuel de Bethune, maar niet Tone Sansen.) Min of meer verbazingwekkend op deze lijst is de naam van schrijver Jozef Deleu, maar die zou iets te maken hebben met het Prins Filipsfonds.

De leden van de steungroep zijn te talrijk om allemaal op te sommen.
Als zij allemaal opdagen op de gala-avond, samen met hun partners, geraakt Gruzenberg overvol. (En met een deelnameprijs van 200 euro kan het steunfonds lekker oplopen.)
Er is een gastronomische walking dinner, zodat mag gevreesd worden voor enig gemors op de avondkledij.
Presentatie: Friedl Lesage.

Toch even enkele bekenden uit onze streek opsommen uit de ledengroep. De volgorde is puur alfabetisch.
Joost Bert, baron Paul Buysse, mevrouw Jozef De Jaegere, Rik De Nolf, Christian Dumolin, ridder Godfried Lannoo, Piere Lano, Filiep Libeert, Patrick Steverlynck, baron Hugo Vandamme, Jean Vandemoortele, Piet Vanden Abeele, Olivier Vanneste, Philippe Vlerick.
Er zijn ook heelwat structurele sponsors, vooral banken en verzekeringen.

De gala-avond begint om 19 ur stipt. Met een concert onder regie van Marc Matthys en Vic Nachtergaele. In een speciaal voor de avond ontworpen decor.
Stort nog vóòr 21 mei uw 200 euro op rekeningnummer 100-0096799-27.

Voor bijkomende informatie bellen naar mevrouw Veronique Decant op nummer 056/27.52.11. Even vragen of Prins Filip het woord zal nemen. En of er groepsfoto’s mogelijk zijn met Hunne Koninklijke Hoogheden geflankeerd door de staatsecretaris.

Tot ziens. Hi ! Society !
De gehaktballen NIET doorgeven.

’t Gaat goed vooruit met de HST (2)

HST betekent Hogesnelheidstrein (high speed train).
HST4i dient u te lezen als HST for (four) Integretion.
HSTc is HST Connect.Het verschil tussen beide grensoverschrijdende Europese programma’s (van InterregIIIB NWE) is niet heel duidelijk. Maar allebei hebben ze iets te maken met de opwaardering van stationsomgevingen in het perspectief van een betere aansluiting met het HST-netwerk. Ietwat simpeler gezegd: rondom de HST profiteren plaatsen en studiebureaus in heel Engeland, België, Frankrijk, Nederland en Duitsland ervan om met zogenoemde transnationale projecten voor tientallen miljoenen euro subsidies aan de EU te ontfustelen.

Eigenlijk zijn er drie projecten bij InterregIIIB: HST4i, HSTc, en FINESSE.
De leiding ervan ligt bij het Britse SEEDA, de South East England Development Agency uit Guilford.
In onze streek is de intergemeentelijke vereniging Leiedal zowat de “leading partner” voor HST4i en HSTc. Men werkt met een budget van 7,4 miljoen euro, waarvan 3,3 miljoen Europees geld.

Bij HSTc zijn plaatsen als Armentières, Menen, Wevelgem, Kortrijk, Harelbeke, Waregem, Wevelgem betrokken. In die plaatsen mikt men met het Europees geld concreet op de heraanleg van stationsomgevingen. Al merkbaar in Menen en Harelbeke.

HST4i slaat eerder op onderzoekswerk, strategische planning.

In totaal dacht men alhier aan de opmaak van drie studies :
1) Een studie naar de positie van de Kortrijkse regio binnen het HST-netwerk;
2) Een studie naar de sociaal-economische impact van de nabijheid van het HST-netwerk op de regio;
3) Een studie naar de mogelijkheden voor een opwaardering van stationsomgevingen in de regio (dat is eerder voor HSTc).

De eerste studie is al door Leiedal in september vorig jaar toegewezen aan Tritel uit Mechelen. Kostprijs mij niet bekend, maar het werk moest wel al klaar zijn.
De tweede studie is kort gelden definitief gegund aan het bureau van prof. Peter Cabus (met eigen consulting in Mechelen) dat hiervoor samenwerkt met prof. Wim Vanhaverbeke, Bureau Louter en Urban Unlimited. Totale kostprijs: 67.760 euro, waarvan 31.847 euro gefincierd door Europa.

Dat zijn allemaal vriendjes onder elkaar hoor. Netwerken.
Krijgen lekker veel overheidsopdrachten. Ons eigenste raadslid Carl Decaluwé heeft dat een keer opgevraagd, als Vlaams volksvertegenwoordiger dan. Het duo Vanhaverbeke-Cabus van de KUL bijv. ontving van de Vlaamse overheid 3,4 miljoen BEF in 2000 en 115.181 euro in 2001-2002. Voor 2002-2004 waren er nog lopende opdrachten waarvan de kosten nog niet bekend waren. En onze Peter Cabus was ook nog moderator bij de stadgesprekken van november 2004.

Waarom kan Leiedal dat eigenlijk niet zelf ? Met al zijn architecten, ruimtelijke planners, verkeersdeskundigen, urbanologen, zijn cadcams?
We mogen ons aan veel lulkoek verwachten. Lees maar eens de vele “project documents” op www.hst4i.net. Meer speciaal die met als titel “HST impact study” of “tender brief HST impact”.
Prof. Dr. Peter Cabus en cs. worden verzocht om een geschikte methodiek (methodiek!) uit te werken om de economische impact te meten van de nabijheid van het HST-netwerk. Nou, veel daarover hoeft hij maar af te schrijven van internet. En alle nodige cijfermatige gegevens zijn gewoon bij Leiedal te bekomen.

Verder wordt – na de zoektocht naar een methodiek – onderzocht hoe de positieve invloed van een HST-verbinding voor de Kortrijkse regio kan gemaximaliseerd worden. (In een eerste toelichting was nog sprake van een mogelijk negatieve impact.) En ook nog wat een realistisch ambitieniveau zou kunnen zijn voor de regio in dat verband. Met andere woorden: op welke potentiële economische voordelen die voortvloeien uit de internationale bereikbaarheid moet de regio mikken?

De resultaten van de onvermijdelijke lulkoek, verpakt in sociologisch-economisch-geografisch jargon en pijlkaartjes van planologen, worden nog in november van dit jaar vrijgegeven.

P.S.
Op de websites van HST4i en HSTc ongeveer alles gelezen.
Foto’s gezien van de stationsomgeving Harelbeke en Menen. Die van Kortrijk-statie is een simulatie met een wel héél hoge toren.
Van de metro naar Lille is er nauwelijks sprake.
Als de studie nu een keer zou besluiten dat er best wel bewegwijzering vanuit Kortrijk naar het dichtsbijzijnde metrostation kon komen. En in Lille tenminste één wegwijzer naar Courtrai. Dat zou al een beetje maximalisatie zijn.

’t Gaat goed vooruit met de HST (1)

Morgen meer.
Om goed mee te kunnen leest u evenwel best eerst nog eens de stukken van 3 februari 2005 en van daags tevoren.
De titels waren:
“Wanneer kunnen de duizenden treinreizigers ook met de fiets door de nieuwe Kortrijkse voetgangerstunnel?”
en
“Kortrijk Statie/enige info voor minister Vande Lanotte”.Leiedal heeft zopas een studieopdracht toegewezen.
Om na te gaan wat de impact is van een HST-verbinding voor de Kortrijkse regio.
En hoe de positieve invloed ervan kan gemaximaliseerd worden.
De totale kostprijs (voor de studie!) bedraagt 67.760 euro. Niet schrikken: bijna de helft daarvan wordt gefinancierd door Europa, en dat zijn wij niet.
Dat kadert allemaal in een stokoud Interreg IIIB-project genaamd HST4i oftewel”HST for Integration”. Ga eens kijken op www.hst4i.net. Niet verwarren met HSTc oftewel “HST Connect”.

Ge moet eens met uw wagen dan van Parijs komen en even voor Rijsel proberen de weg te vinden naar Kortrijk. En als u dan uiteindelijk in Doornik (Tournai)belandt moet u wel eerst naar Brugge (Bruges) toe rijden.
Best is dus de trein nemen. Maar die is zo duur.
Gewezen burgemeester Tone Sansen vond al duizend jaar geleden dat de METRO van Rijsel tot in Hoog-Kortrijk moest komen.
De studie werd toegewezen aan niet minder dan vier bureaus. Cabus Consulting GVC uit Mechelen heeft de leiding.

De studieopdracht zal al in november van dit jaar worden afgerond.
De studenten (-innen) van prof. Wim Vanhaverbeke en prof. Cabus zullen werk hebben.
De profs plus “Bureau Louter” en “Urban Unlimited” zullen misschien ook op de gedachte komen om de metro door te trekken. Scenario 1 of 2 van de 5 ?

Allez ! Circuléz !
Laat het geld maar rollen in plaats van de trein.
(Dat is nu wel flauw gezegd. Zal het nooit meer doen.)

Wat is er aan de hand met onze burgemeester ?

Hier werd al gesignaleerd dat onze burgervader ter gelegenheid van de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen al begin dit jaar een persoonlijke website heeft opgestart.
WuWuWu.stefaandeclerck.be
Bij mijn weten de eerste burgemeester die dit heeft klaargespeeld. Met ook nog een persoonlijke adres alwaar u alles kwijt kunt: stefaan.de.clerck@pandora.be. 

Er zijn diverse rubrieken.
De rubriek getiteld ” ’t kabinet” is wel de interessantste. Want dat is een soort dagboek. (Goed gedaan, de zelfcensuur is enkel door insiders na te speuren.)
Welnu, het laatste bericht aldaar dateert van week 12, meer speciaal dinsdag 21 maart. Straks is er een maand voorbij.
En de laatst “quote” dateert van 3 december vorig jaar.

Burgemeester,
niets gedaan tijdens de paasvakantie?

Verslag van de Guldensporenfeesten in 1952 (2)

Zo herinneren wij ons nog levendig de Communiemis van Zondag 6 Juli, de eerste dag van de feestelijkheden. 

Aangrijpend was het zicht op het Groeningheveld alwaar onder de dit keer stralende zon duizenden jonge en oudere mannen communiceerden en daarbij het gebaar van de voorouders herdenkend die 650 jaar tevoren nog de vadergrond hadden genut vooraleer ten strijde te trekken. De hostie bleef maar aan het gehemelte plakken toen ook de kroning gebeurde van Onze-Lieve-Vrouw van Groeninghe, na de Pontificale H.Mis opgedragen door Zijne Excellentie Mgr. Cento, Apostolisch Nuntius. Hierbij kwam de Mariale Devotie van ons Vlaamsche Volk op hartversterkende wijze tot uiting.
De welbespraakte Pater Lode Aerts van de S.J. hield de kanselrede.

De historische stoet hield op die gedenkwaardige 6de Juli zijn eerste ommegang in een tropische hitte. In dichte rijen stonden de mensen langsheen de omloop opgesteld. Niet te vermijden was het dat vele toeschouwers, onder wie Prins Albert, onpasselijk werden en ter verpleging in de Rode Kruis-posten (ondervoorzitters Robrecht Mattelaer en Leopold Gillon) dienden opgenomen te worden.
Als schildknaap vermomd hield ik me nog staande tot er enkele minuten voor de praalstoet zou vertrekken dreigende onweerswolken boven de centrumstad tevoorschijn kwamen.

Het begon te regenen, zodat het ergste gevreesd werd. Gelukkig dreef de Heilige Maagd de meeste wolken over de bruisende stad heen en kon de stoet midden de algemene geestdrift van de mensen toch uittrekken.

Des avonds echter, toen het aanvangsuur van het Guldensporenspel was aangebroken, begon het (en dit tot wanhoop van spelers en publiek, alsmede tot vertwijfeling van Tone, de regisseur) ongenadig te stortregenen zodat er van vertoning geen sprake kon zijn. Ikzelf zag hierin misschien geen mirakel maar toch een wonder.
Een deel van het publiek ook want bleef (de regen trotserend!) onbewogen zijn plaats bezetten op de tribune. Het mocht echter niet baten, zodat na ongeveer een uur wachten Tone met luide stem kon mededelen dat de vertoning was afgelast. Café 1302 werd stormenderhand ingenomen.

Het leek alsof er een kwade hand mede gemoeid was.
Overal zag men gniffelende Fransmannen uit Het Eiland. Zodat de volgende dag voldaan werd aan een aloud gebruik, namelijk het dragen van eieren naar Santa Clara om de gunstige afloop te bekomen van een of andere gelegenheid. De Heilige Maagd heeft blijkbaar het gebaar op prijs gesteld want alle 8 volgende vertoningen konden doorgaan.

Niettegenstaande er geen algemene herhaling had kunnen plaatsgrijpen (vanwege een onweder, – zie vorig stuk) kende de vertoning van Maandagavond géén minder vlot verloop. Zowel figuranten als spelers gaven het beste van hun kunnen.
Het werd een machtig succes.

Wat de toeschouwers het meeste diep had aangegrepen was 1) de vitaliteit van de muziekpartituur met diep Vlaamsch en soms echt mystische ondergronden in een Noordzeeklimaat, 2) de rijkdom van de kleuren in kostumen en belichting, 3) het dynamisme van het spel.
Bij mij dan ging het eerder om de hevige inwerking van het bovenaardse, aanschouwelijk voorgesteld door de verschijning van Onze-Lieve-Vrouw van Groeninghe.

De lof in de pers (Atlas, De Volksmacht, Kortrijks Handelblad!)was al na de eerste vertoning algemeen. De plaatsbesprekingen namen geweldig toe. De mensen stonden urenlang aan te schuiven aan het locatiebureel. En meer vileine Kortrijkzanen herkenden wel zeker de criticasters die de inrichting van de Guldensporenspel hadden afgekeurd en…nu het succes ter hulp snelden. De plaatsaanvraag was zo groot geweldig dat het stadspersoneel van de stadskas zich uitsluitend met de kaartenverkoop moest inlaten.
Echter moet gezegd dat er op de weekdagen veel onbetalende toeschouwers waren daar aan de deelnemers van de stoet en het massaspel twee gratis-kaarten waren ter hand gesteld. (Te vergelijken met Limelight nu?) Ikzelf zag het spel iedere dag door mij gewoon tussen de figuranten te mengen. Met een zwarte schort aan. Wist Tone veel.

Het hoogtepunt van de viering was vanzelfsprekend 11 Juli zelf.
Het stadsbestuur was er in geslaagd om de hoogste wereldlijke en kerkelijke gezagdragers in onze poort te verenigen. Speciaal voor deze notabelen werd een verhoog ineengetimmerd tegen de gevel van het stadhuis, boven de Raadskelder.
De stoet werd in ogenschouw genomen door Zijne Koninklijke Hoogheid toen nog Prins Albèr, Zijne Eminentie Kardinaal Van Roey, de heren Van Cauwelaert en Struye, voorzitters van Kamer en Senaat, talrijke Ministers, Gouverneurs, de bisschop van Gent (zijn naam ontsnapt me), Mgr. Van Waeyenberg, rector van de KUL, en nog andere hoogwaardigheidsbekleders.
Ik herinner me pertinent zeker dat het weder toen heel zacht was. En dat Radio Hilversum een reportage maakte. Ollanders.

En andermaal oogstten de prachtig uitgedoste ridders en de hoofse jonkvrouwen (waaronder mijn moeder), de fiere gemeentenaren (mijn vader!) en de luidruchtige gildebroeders (Tone Sansens) herhaaldelijk luid applaus.
De geestdrift laaide echter evenwel het hoogst op wanneer de flink in de maat stappende muziekkorpsen een Vlaamsche leeuw of een ander strijdlied (Storm op Zee)door de straten lieten dreunen. De Kortrijkse franskiljons van Saint-George stonden er maar beteuterd bij. En maar blauw lachen.
11 Juli was een enig mooie dag voor Kortrijk’s en Vlaanderen’s annalen.

De Zondag, 13 Juli, laatste dag van de feestelijkheden stond in het teken van de Dag van de Vlamingen. Dat wil zeggen : de dag van het Davidsfonds dat de gelegenheid had te baat genomen om alhier zijn jaarlijks congres te houden. Het krioelde van de zwartzakken, zodat de sossen en de blauwen zich distancieerden van de Guldensporenviering.
De academische zitting had plaats in Sint-Amandscollege. Daarna trokken de talloze afgevaardigden met vlaggen in top naar Sint-Michielskerk. Predikant: Mgr. Cruysberghs.

Midderwijl ging op het stadhuis de plaatsbespreking door voor een bijkomende nachtvoorstelling. Een nocturne.
Het onbesuisd optreden van een paar man (dronken vuile sossen zeker?) vóór de aanvang
van de nachtvertoning was er de oorzaak van dat de ordedienst (die tot dan toe voortreffelijk had gewerkt) plots overrompeld werd. Sommigen onder hen werden door de aanrukkende mensenmassa omver gelopen.
Te vergelijken met wat aan de Groeninghebeek is gebeurd.

Het spel begon om 1 uur in de morgen (ja!), met méér dan 85 decibel.
En het was al nagenoeg anderhalf uur bezig toen het waarlijk begon te regenen. Motregen nu. Niemand stoorde zich eraan en tot naar ruwe schatting halfvier ’s nachts dreunde de Vlaamse Leeuw nog in de Kortrijkse straten. De ordedienst bleef bewust in de Raadskelder.

Daarmede behoren de Guldensporenfeesten 1952 tot het definitieve verleden.
Kortrijk had het bewijs geleverd van nationaal en Vlaams bewustzijn. Getuigenis afgelegd van het GENIE van het Vlaamse Volk.
Kortrijk stond op de wereldkaart.

Moge dit een les zijn voor de huidige vzw “Kortrijk 1302”.

(Dit verslag is door documentalist Luc Debels fel geholpen.)

Verslag van de Guldensporenfeesten in 1952 (1)

Kortrijk vierde in 1952 luisterrijk de 650ste verjaring van de Guldensporenslag, aldus met eerbied en geestdrift herdenkend den heldenmoed van het Vlaamse volksleger dat zich op het Groeningheveld vrij vocht van bezetting en verknechting.
De feesten van 1952, waarvan de uitzonderlijke pracht nog voortleeft in de herinnering van vele duizenden die ze hebben bijgewoond, blijven een van de heerlijkste bladzijden innemen in de geschiedenis van de Groeninghestad.
Daarom past het wel dat wij een en ander, verband houdend met het reusachtig voorbereidend werk en met de onvergetelijke apotheose van de Guldensporenweek, in huidig verslag vermelden.
 

Niet te geloven.
Al in de zittinge van het Schepencollege van 5 september 1947 gaf de heer voorzitter Jules Coussens verslag over een ontworpen buitengewone Elfde Juliviering voor het jaar onzes en des heren 1952. Besloten werd dat er ten leste in 1949 na Christus een Herdenkingscomité in werking zou treden.
En al in 1950 ten slotte werd beslist dat de heer Vander Plaetse Antoon – klokke Roeland – in de krochten van de Raadskelder zou aangesproken worden voor het ontwerpen van een programma. Maar in juli van hetzelfde jaar bleek alras dat de verwezenlijking van het breed opgevatte plan van Mr Vander Plaetse Antoon een te zware financiële inspanning zou vergen.

Toen Jules Coussens na veel onderzoek naar zijn antecedenten echt tot burgemeester werd benoemd gaf hij aan de ontwerper de opdracht om zonder verwijl een uitvoerend comité bijeen te roepen aan de toog van de Raadskelder. Mr. Putman zou de tekst opmaken van het massaspel en Mr. Speybrouck werd belast met de vorming van de praalstoet. Aan de heer Notebaert (later Prijs van Rome) werd het ontwerp van het podium toevertrouwd. Mr. Van Eechaute zou zorgen voor de compositie van de muziek, maar die liet al vlug weten dat hij niets kon uitrichten vermits hij geen tekst in handen had.
Dagen en nachten verstreken in de Raadskelder.
Mr. Speybrouck van de doodsprentjes wroette dag en nacht en weldra werden de eerste tekeningen aan de costumier overgemaakt. Regisseur Vander Plaetse sneed met het ontleedmes in Willem Putmans ellenlang massaspel.

Intussen liep het jaar 1951 ten einde.
Alsdan oordeelde het schepencollege dat het dringend noodzakelijk werd om een Vast Secretariaat op te richten, alsmede een comité voor 1) de financiën 2) de stoet en het massaspel 3) de publiciteit en propaganda 4) de tentoonstellingen.
Het laatst vernoemde comité onder leiding van stadsarchivaris Soete J. kende een kortstondig bestaan. Soete J. kon niet van zijn gewone ambtsbezigheden ontlast en de tentoonstellingen werden uitgesteld tot over twee jaar.
Een vijfde comité “voor de ordedienst” had als voornaamste opdracht de regeling van het verkeer aan de trappen van de Raadskelder en het zesde “technisch comité” richtte zich op het bouwen van de tribune en het podium.

Intussen was het Bestendig Secretariaat van zijn kant begonnen met een systematische propagandeslag. Begonnen werd met de uitreiking van 250.000 postkaarten met de afbeelding van het beeldje van Onze-Lieve-Vrouw van Groeninghe. Daarna volgde in vlug tempo de kosteloze verspreiding van 400.000 sluitzegels en 30.000 affichettes. Ieder venster in de stad werd door toedoen van de politie met een affichette beplakt. Een grote aanplakbrief, voorstellende een Vlaamse krijger, kreeg ook verspreiding over het ganse land. Met de bereidwillige medewerking van de Post en het Nationaal Guldensporencomité en het Commissariaat-Generaal van Toerisme werden ook aanplakbrieven verspreid in de voornaamste Waalse gemeenten. Iedere week gaf men persberichten uit over de werkzaamheden. Op de B.N.R.O. (WTV bestond nog niet) liet men radiopraatjes horen. Het Nationaal Guldensporencomité riep alle Vlamingen uit geheel de wereld op om naar Kortrijk te komen.

Begin mei 1952 startte de firma Delobelle uit Kortrijk met de bouw van het podium. Een speelruimte van 35 meter breed en 20 meter diep. Meerdere speelvlakken. De firma Vander Weyden uit Antwerpen zag zich ten overstaan van de grote belangstelling ten allenkante betoond om een tribune te maken met minstens 5.000 zitplaatsen.

Intussen was de laatse fase van de voorbereiding ingetreden.
De massaherhalingen iedere avond op de Grote Markt lokten telkens talloze kijkers. Onder wie ikzelf. Zelfs de criticasters konden hun nieuwsgierigheid niet bedwingen en bleven urenlang het labeurwerk van regisseur Tone Vander Plaetse gade slaan.
De praalwagens waren intussen gereed gekomen en de kostumen en pruiken werden geleverd.
Na veel wederwaardigheden waren de heren Devolder en Vermander er in geslaagd om het vereiste aantal mensen voor de stoet te recruteren. Dit laatste was des te moeilijker gegaan aangezien het zeer lang de vraag bleef of er op 11 juli zelf – een Vrijdag – tweede uitgangsdag van de stoet wel zou gewerkt worden in de private bedrijven.

De algemene herhaling van het Guldensporenspel met kostumen, pruiken en grime was bepaald op Donderdagavond 3 Juli 1952. De tribune was nagenoeg volledig bezet wanneer om 21 uur het spel een aanvang nam.

En dat weet ik nog goed.
Van bij den beginne reeds schoten bliksemflitsen door de lucht, wat ongetwijfeld liet vermoeden dat een onweder als spelbreker zou optreden. Inderdaad, na 20 minuten spel begon het zodanig te stortregenenen dat de vertoning moest stopgezet worden. Tone trok met luide stem schallend (samen met Lafontaine) de trappen naar beneden van de Raadskelder.
De kostumen hadden geen schade geleden maar wij – schoolkinderen – waren druipend nat vooraleer we beschutting vonden in de Sint-Maartenskerk. De ontruiming van de tribune duurde 20 minuten en er was geen rampenplan. Een ogenblik werd door alle moeders gevreesd dat er kinderen zouden verloren gelopen zijn in de verwarring. Maar de ongewenste stortbui had echter mede door toedoen van de Onze-Lieve-Vrouw van Groeninghe dergelijke incidenten niet verwekt.

Regisseur Tone was er het hart van in omdat aldus de mogelijkheid ontnomen werd de gebeurlijke fouten in het spel (die doorgaans bij algemene herhaling opgemerkt worden) te verbeteren. Het bleek immers niet mogelijk te zijn om tijdens de twee overblijvende dagen een nieuwe algemene repetitie te houden.
Derhalve zou men het de Zondag 6 Juli moeten wagen zonder algemene herhaling.
Hoewel we hier en nu de feestbrochure van toen niet terugvinden willen we in een volgend stuk even verwijlen bij sommige programmapunten waarvan de heerlijkheid en de grootsheid een blijvende indruk hebben nagelaten op iedereen die ze heeft meegeleefd.
En dit ter intentie van Eliza Bruneel en alle bestuursleden van de huidige vzw “Kortrijk 1302”. Inbegrepen het Wetenschappelijk Comité.

Weblog over het reilen en zeilen in de Kortrijkse politiek door Frans Lavaert