Moeizame queeste naar info over ons cameranetwerk (3): de kosten?

Gemeentebesturen die dol zijn op het plaatsen van camera’s op openbaar domein zijn altijd heel karig met het het geven van informatie over wat dat gedoe allemaal moet kosten. Au fond weten die bestuurders maar al te goed dat de verhouding tussen de kostprijs van het netwerk tegenover het resultaat ervan volkomen disproportioneel is. Door camerasurveillance geobsedeerde burgemeesters aarzelen zelfs niet om hierover fragmentaire inlichtingen te verstrekken, d.w.z onvolledige en dus leugenachtige, misleidende info.
Over indirecte kosten hoor je nooit of zelden iets: onderhoud (vlekken op de lenzen van camera’s in ons stadscentrum verwijderen; dat kost al duizenden euro’s), het leggen van glasvezelverbinding, de palen, het verbruik aan elektriciteit, enz. Om nog te zwijgen van de kostprijs van de servers, de dispatching, de schermen, het personeel.
Raadslid Matti Vademaele van Groen heeft (zoals hier al gezegd in vorige edities) in het “Bulletin van Vraag en Antwoord” talloze vragen gesteld over het Kortrijkse camerabeleid. Eén daarvan luidde: “Wat is de jaarlijkse kostprijs in onderhoud om de camera’s operationeel te houden?” Ziehier het onvoorstelbare antwoord (maart 2022): “De stad beschikt niet over een opsplitsing van deze kost.”

Onze lezers weten maar al te goed dat de redactie van kortrijkwatcher er een erezaak van maakt om zich altijd te baseren op officiële bronnen en niet op wat de lokale pers traditioneel schrijft op instigatie van een of andere schepen of burgemeester.
Inzake het onderwerp van deze serie bijv. zoeken we instinctmatig en regelrecht naar een relevante item in de website van stad, bijvoorbeeld “10 jaar cameraplan” (versie van maart 2021). Wat antwoordt men daar bijv. op de vraag: “wat kosten de camera’s?” Pag.4: “De investeringen in de politiecamera’s op het Kortrijkse grondgebied werden gedragen door de stad Kortrijk en maakten deel uit van de jaarlijkse begroting.” Welnu, dat is al een klein leugentje: de licenties voor de camera’s worden namelijk gedragen door de (begroting van) politiezone VLAS. Overigens is de kost die wordt aangegeven gewoon lachwekkend: “over de gehele periode (welke? het cameraplan dateert van 2013) bedroegen gemiddeld 250.000 euro per jaar.”

Over de prijs van een “gewone” veiligheidscamera per stuk hebben we nog nooit iets vernomen.
Tja, tenzij…een keer in de pers! Bij de eerste fase van de installatie van 20 camera’s had HLN (15/05.2013) het over een wel heel opvallend en onwaarschijnlijk rond getal: welgeteld 200.000 euro.
In 2020 zijn we een keer te weten gekomen dat 12 ANPR-camera’s, geïnstalleerd in vijf wijken gezamenlijk 175.219 euro kostten. (Indirecte kostten inclusief??) En die fameuze PTZ-draaibare camera met meerdere lenzen (multi sensor) op het Robbeplein kostte 17.058 euro, incl. de glasvezelverbinding. De trajectcontrole dan (twee camera’s in de Rekkemsestraat te Marke) kostte éénmalig 162.667 euro. Komt daarbij: het jaarlijkse abonnement (2.845 euro), het ‘onderhoud’ (11.736 euro), de tweejaarlijkse herijking (9.533 euro).
Daarmee moeten we het dus stellen als we willen weten wat een camera per stuk en per soort eventueel kan kosten.
Voor de rest moeten we ons troosten met een overzicht van de (jaarlijkse) investeringen in de vorm van budgetten (dus ramingen) volgens het meerjarenplan en zo nu en dan een keer een rekening.
(Wordt vervolgd…)