Category Archives: ambtenaren

Arbeidstevredenheid van (75) stadsmedewerkers valt nogal goed mee

Heb je me nou?
Het ACV- Openbare Diensten heeft vorig jaar een ruime bevraging georganiseerd  over de arbeidstevredenheid en welzijn van het personeel in lokale besturen.  Over heel Vlaanderen.  Tien soorten instellingen.  Een titanenwerk.
Het rapport verscheen in september 2024 en het spreekt dat de uitkomsten van toen (opgenomen in de eerste vier maanden van dat jaar), op vandaag nog wel zullen geldig zijn.
Voor Kortrijk zijn de medewerkers van stad, OCMW, Parko en (het toen blijkbaar nog bestaande SOK) bevraagd. En is ook nog een survey geweest bij de hulpverleningszone Fluvia en de vereniging Ons Huis voor Zuid-West-Vlaanderen.

Onze gemeenteraadwatcher heeft die rapporten nu pas ontdekt (op Tinternet). Is er dan geen lokale gazet geweest die daar een woordje heeft aan gewijd? –  om ons wakker te schudden?

De resultaten van het  onderzoek voor Stad en OCMW vallen (vielen)  mee.  De talloze opmerkingen inzake arbeidsinhoud, – voorwaarden, – omstandigheden, – verhoudingen, – organisatie kregen meestal een score van 7 of 8 in een schaal tot 10.  (10 betekent: volkomen akkoord.)

Die 7 of 8 wil zeggen dat men bijv. bijna geheel akkoord ging met gezegden als:
– Ik ben tevreden met mijn werkgever (7,13)
– Ik kan zelf kiezen hoe ik mijn werk aanpak (7,57)
– Ik ben tevreden met mijn uurregeling (8,50)
– De personeelsadministratie werkt tijdig en correct (7,50)
– Op mijn werk is ruimte voor overleg (7,67)
– Mijn direct leidinggevende is bekwaam (7,87).

Nu we als hoofdredacteur van deze stadskrant “kortrijkwatcher” eindelijk  stootten  op een stand van zaken in stad die voor één keer goed meevalt was de bereidheid groot om hier in ons blad meer dan één positief stuk aan te wijden.
Maar toen viel ons oog op het nawoord in het ACV-rapport waarin de nodige statistische gegevens werden vermeld om de representativiteit van de steekproef te beoordelen.
Er waren 75 respondenten. 
Kortrijk telde vorig jaar 1.582 medewerkers.
Boeken toe. 

P.S.
Rustig blijven.
We gaan er niet van uit dat een grote steekproefomvang synoniem is van kwaliteit. Probleem is hier groter dan ooit: de stratificatie.  Bijvoorbeeld: maken we onderscheid per directie? En wat met het zgn. vzw-personeel? Speelt de politieke overtuiging een rol? (En hier stelt zich  wellicht ook specifiek de vraag of de organisator van de survey geen impact heeft op het soort van respondenten.)

Syndicaal overleg in stad, bestaat dat wel?

In deze tijden van harde klassenstrijd past het om zeker onze raadsleden eraan te herinneren  dat er ook in de stadsadministratie  syndicale overlegorganen bestaan.
Alleszins op papier. Onze gemeenteraadwatcher heeft in zijn twintigjarig bestaan daar evenwel nog geen spoor van werking van gezien. Niet het minste verslag. 
En in de gemeenteraad ook nooit meegemaakt dat er gestemd werd over een huishoudelijk reglement voor die overlegorganen. We kennen ten andere  enkel de leden van de stadsdelegatie, en niet die van de drie vakorganisaties (ACV-Openbare Diensten, ACOD en VSOA).

Het is nochtans zo dat telkens het bestuur van plan is om een algemene personeelsmaatregel te nemen er dient onderhandeld met de representatieve vakorganisaties in wat men noemt het Bijzonder Onderhandelingscomité (BOC).
Naast het BOC zitten de overheidsdelegatie en de vakbondsafgevaardigden ook samen in een ‘basisoverlegcomité’, genaamd Hoog Overlegcomité (HOC) dat handelt over alles wat met welzijn op het werk heeft te maken.
Beide organen zijn bevoegd voor zowel het gemeente- als het OCMW-personeel en worden voorgedragen door de burgemeester die er trouwens ook ambtshalve de voorzitter van wordt.
De stadsdelegatie binnen het  BOC bestaat uit maximum zeven leden, terwijl er in het HOC geen maximumaantal is voorzien. Maar in de praktijk kennen beide organen een gelijke samenstelling en gebeuren de vergaderingen dan ook gezamenlijk.

Het onderscheid tussen overleg en onderhandeling is qua verwante onderwerpen nogal subtiel.
Overleg moet gebeuren over voorstellen inzake concrete maatregelen van inwendige orde, arbeidsduur en organisatie van het werk. Het resultaat geldt als een advies voor het CBS of het Vast Bureau.
Onderhandelingen, bijvoorbeeld over het personeelsstatuut (rechtspositiebesluit), bezoldigingen, personeelsformatie (zelfs de relatie met de vakbonden) leiden tot een ‘protocol’ dat voorgelegd wordt aan de gemeenteraad.

Het BOC lijkt dus belangrijker dan het HOC, maar dat is theorie.

Samenstelling van HOC én BOC
1. Ruthie, burgemeester, voorzitter
2. Wouter Allijns, schepen, dienstdoend voorzitter
3. Maxim Veys, schepen
4. Carlo Daelman, algemeen-directeur

Bijkomend voor BOC-stad
5. Anneliese Moësse, arbeidsgeneesheer
6. Anouk Horré en/of Bram Deruyck, preventieadviseur
7. Nele Hofman, directeur personeel

BOC-OCMW
6. Bram Deruyck en/of Anouk Horré
7. Nele Hofman.

Er zijn nog secretarissen en techniekers met vervangers.
Meest voorkomende secretaris Robbe Struyve, stafmedewerker-HR.
De “technieker” voor zowel HocBoc is Maarten Vander Stichele, onze bekende kabinetschef.

P.S.
We beloofden een blik te werpen op Leiedal. Komt nog wel…

Opnieuw 19 cabinettards voor ons nieuw College van Burgemeester en Schepenen

N-VA Aanvulling 13 januari 2025 bijkomende (2de) attaché: Alexander Callens

De tripartite van voormalig burgemeester Van Quickenborne startte zowel in 2013 als in 2019 met 19 medewerkers.
Het  huidige CBS (leden uit vier partijen)  met  burgemeester Ruthie en haar 8 schepenen doen het sinds 7 december 2024 met evenveel cabinettards.  Omgezet in Voltijdse Equivalenten (VE) ook  evenveel, namelijk 17,6 VTE.

Dat kan nog veranderen
, want de fractie N-VA wil blijkbaar op een later moment  nog aansturen op een verdere aanstelling voor een attaché.  Weliswaar binnen het toegekende budget aan die fractie. Ook TBSK wil een verder invulling , nu voor een attaché en voor een deskundige.

En dat is wel een interessante nieuwigheid die ons kan bekoren.
In de vorige bestuursperiode was er een enorm verloop van medewerkers, – wij waren werkelijk de tel kwijt.  Nu is het zo geregeld dat flexibiliteit en wissels in de kabinetsformaties nog altijd mogelijk blijven maar dan wel binnen het strakke kader van een jaarlijks (geïndexeerd) bedrag.

– Zo krijgen de twee schepen van de N-VA het recht op een jaarlijks budget van 318.612,50 euro.  Momenteel  stellen ze  daarmee 3 VTE (= 3 personen)  aan het werk, waarvan één ietwat (0,25 VTE) onbetaald verlof neemt.
– TBSK (Team Burgemeester én Stadslijst Kortrijk) met de burgemeester en vijf schepenen moet het doen met 1.022.027,47 euro en telt 11,6 VTE  (= 12 personen)
– VOORUIT met één schepen krijgt 315.856,56 euro voor 4 VTE waarvan één slecht voor 3 maand (= 4 personen).

We kennen dus voortaan de totale loonkost van de kabinetten:
1.656.496,56 euro.
(Zijn kabinetten nodig? Is één persoonlijke medewerker (sherpa) per schepen niet genoeg?)

Die jaarlijkse bedragen zeggen u waarschijnlijk niets.
Om het wat concreter te maken zeggen we even wat een medewerker gemiddeld jaarlijks kost in stad Kortrijk.
– Niveau A (laat ons zeggen: van universitair of zeker hoger onderwijs):  ca. 93.000 euro.
– Niveau B (laat ons zeggen: zeker secundair onderwijs): ca. 73.000 euro.
– Niveau C: ca. 60.249 euro.

Zo,  nu weet u wat een fractie zich kan veroorloven met die bedragen.
In detail de huidige toestand.

FRACTIE N-VA
– Kabinetsattaché (niveau A): Jean-Baptiste Tobler.
Aangevuld op 13 januari 2025: attaché Alexander Callens
– Kabinetsdeskundige (niveau B): Mike Verslijpe.
– Kabinetsmedewerker (niveau  C): Fabienne Tuyttens  (detachering).

FRACTIE TBSK
Kabinetschef (niveau A5): Maarten Vander Stichele.
(Een oud gediende! Voormalig parlementair medewerker van Van Quickenborne.)
–  Vier kabinetsattachés (niveau A): Jeroen David, Eva Vanmarcke, Sander Maenhoudt (oud gediende), Abdelouarete Benammar.
– Drie deskundigen (niveau B): Thorin Levecque (oud gediende), Peter Van Heuven, Geoffrey Sabbe.
– 2,6 VE medewerkers (niveau C): Veerle De Zegher (detachering, ,2 onbetaald verlof), Severina Peters, (0,2 VTE zorgkrediet), Katrien Tant.
– kabinetschauffeur (niveau D): Hakim Aderdour.

Wie van deze medewerkers zouden uitdrukkelijk naar voor zijn geschoven door de CD&V-schepenen?

FRACTIE VOORUIT
-Twee kabinetsattachés (niveau A): Ruben Mayer (oud gediende), Eef Vandenbogaerde.
– Twee kabinetsdeskundigen: (niveau B): Tomas Bulcaen, Emile De Clercq (voor de duur van drie maanden).

P.S.
Krijgen kabinetsmedewerkers nog een speciale toelage?

En nu de voorlaatste “stoot” van onze burgemeester Van Quickenborne (3)

Woord vooraf
We hebben het nu bij wijze van spreken over de ‘voorlaatste‘ STOOT van Vincent als burgemeester omdat het tweede voorbeeld van  politieke gekheid dat we willen memoreren voor een eerste keer tot uiting kwam  in de gemeenteraad van oktober dit jaar, en nog een vervolg keer in de allerlaatste gemeenteraad van deze bestuursperiode, die  van vorige maand november.
Zo.

Voor wie wat nauwkeuriger die voorlaatste frats van onze burgervader van nabij wil  volgen op de live stream van de gemeenteraden, geven we soms de tijdstippen aan zoals je die kunt aflezen op het scherm in de raadszaal zelf.

Het zeer merkwaardige  aan deze zaak is dat de verre oorsprong ervan  al ligt in de gemeenteraad van 9 maart 2020, terwijl  uiteindelijk een en ander pas zijn beslag kreeg (en dan nog…) aan het eind van deze legislatuur. Dat gegeven op zichzelf al is een symptoom van wat we hier (in vorig stuk) bestempelden als een vorm van “permissieve democratie“. Een uitvinding van onze Quickie: een bestuursvorm waarbij  alles mag, alles kan. Verantwoording is onnodig.  Vooral niet reageren op wat er zich zoal als  onwettig afspeelt onder het bewind. Doen alsof men van niks weet. Quickie blijft er  – zeker als hij weet dat het serieus is – onbewogen bij.

Het is een uiterst bizar verhaal wat hier nu aan bod komt.
U hebt er  nochtans weer absoluut niets over vernomen in onze “embedded press”.  En dit terwijl het gebeuren  zelfs van een zodanig allure is (en was) dat het ongetwijfeld de aandacht verdiende van de  landelijke pers.
Kunt u zich dat voortellen? Een ambtenaar die bij het parket een strafklacht indient tegen een raadslid. En wat voor strafklacht! In welke stad  is zoiets nog kunnen gebeuren in de voorbije zes jaar?? Kent u er één??

Redactioneel moeten we hier nog iets verklappen alvorens verder te gaan. 
We weten niet alles over de zaak
en schetsen het verloop ervan dus in nogal  grove lijnen. Dat komt – stel u voor! – omdat betrokkene raadsleden  nog wel door een ambtenaar er streng werden op gewezen dat zij over het gebeuren heel discreet moesten blijven, dat zij als raadslid gebonden zijn tot het beroepsgeheim. Wat een larie ! Heel het geval kwam in twee raadzittingen ter sprake. Maar ook dat soort van geplogenheden behoort tot wat we hier benoemen  als “permissieve democratie”.  (Een nieuw politicologisch begrip!) Alles is toegelaten, ook de mogelijkheid dat een ambtenaar een spreekverbod oplegt aan raadsleden. Documenten achterhoudt. Ja, zelfs verwijst naar onbestaande documenten. En maar  ‘alternatieve feiten’ vertellen, het mag allemaal. En Quickie verpinkt niet.

Kom, we gaan beginnen bij het begin.
De raadszitting van 9 maart 2020, punt 8.

Zie volgend stuk want anders wordt dat hier wat te lang.
En we hebben minstens nog duizend woorden nodig om illustreren wat Quickie zoal vermag.

Stadsambtenaren op hun wenken bediend !

Dat moet toch een doorgestoken kaart zijn…
In vorige edities hadden we het erover dat ca. 60 ambtenaren na hard labeur een zgn. “inspiratienota” hebben opgemaakt, getiteld “Een stad met ademruimte voor iedereen“. In het laatste hoofdstuk (‘speerpunt” genaamd) had men het over “een kwalitatieve en nabije stad” en daarin pleitten de auteurs (kort gezegd) voor een soort evaluatie van heel de stadsorganisatie.
Het document van de stadsmedewerkers is ergens in april gefinaliseerd en bij ons weten aan de raadsleden kenbaar gemaakt op 7 mei laatsleden.
En dat moet lukken.
Het College was volgens een besluit van 6 mei blijkbaar al werk aan het maken om inzake de stadsorganisatie over te gaan tot “het opbouwen van een degelijke capaciteitsplanning, een heldere structuur met de nodige wendbaarheid, modern personeelsbeleis met correcte verloning.”
Dat zijn ongeveer dezelfde bewoordingen die de ambtenaren in hun inspiratienota gebruiken om hun verzuchtingen kenbaar te maken. (Ook de term “loonhuis” komt aan bod als men het wat zedig wil hebben over ‘bezoldigingen’.)
Het CBS wil (weliswaar met behulp van consultancy) drie “deeltrajecten aanpakken”:
1. Een doorlichting van de huidige organisatiestructuur.
2. Een methodiek(en) opbouwen om de workload, capaciteit in (vijf) teams te objectiveren.
3. De bestaande, opgebouwde functiematrix “wegen” met als doel loopbaanpaden voor personeel meer te differentiëren en mogelijk te maken, naast en tevens de “vernieuwing in ons loonhuis”.

Om dit alles mogelijk te maken is externe ondersteuning nodig. Tot onze verbazing heeft het College al op een onbekende datum zeven studiebureaus aangeschreven en met een aparte call gebrieft over de opdracht.
Twee offertes liepen binnen.
– De organisatiestructuur en workload zal het bureau Deloitte aanpakken voor 123.455 euro (excl. btw).
– De “weging” van de functiematrix (en dus de verloningen) zal het bureau Berenschot aanpakken voor 74.100 euro (excl. btw).
Het College merkt nog op dat in de bestaande (vierde) aanpassing van het meerjarenplan voldoende kredieten beschikbaar zijn om de erelonen en vergoedingen van die dure vogels van beide consultancybureaus te betalen. Overigens is er geen afnameplicht voor alle prestaties.

P.S.
Hoeveel stadsmedewerkers zijn er nu eigenlijk, en op welk tijdstip??
– Het CBS van 6 mei zegt: méér dan 1.800.
– De ambtenaren zeggen: begin april 1.793.
– De jaarrekening 2023 zegt: 1.536.

Even bladeren in de “inspiratienota” van onze eigenste ambtenaren (2)

Och ja. In onze vorige editie vonden we het niet echt een doodzonde dat ca. 60 van onze ambtenaren (allen van werkzaam in het stadhuis?) een zgn. ‘inspiratienota’ hebben opgemaakt met allerhande voorstellen, nog wel bedoeld als “eerste aanzet voor het nieuwe meerjarenplan“. Maar dat zij daarbij oordelen “hiermee niet aan politiek te doen“, dat is toch wel een bizarre bewering . De nota is overigens een werkstuk waarmee zij het schepencollege én zichzelf in verlegenheid kunnen brengen. Wat als straks (november) in dat aangepast meerjarenplan (het vijfde) actieplannen komen te staan die (grondig) afwijken van de voorstellen die zij hebben voorgelegd? Zullen zij zich dan loyaal gedragen? “Mee willen?”, zoals een schepen het uitdrukt. “Wie niet meewil, vliegt buiten!”
Allez. We gaan maar wat turven in dat zelden gezien soort ambtelijk document. Vermelden evenwel slechts enkele plannen uit de vele, – die waar we eventjes van opkijken.

Speerpunt 1: Slimme en creatieve stad.
De ambtenaren constateren dat Kortrijk vandaag 57,9 opvangplaatsen biedt per 100 kinderen. En het lokale streefdoel is om naar minsten 60 plaatsen per 100 kinderen te evolueren. Rekening houdend met de demografische groei willen de ambtenaren voor 2030 naar 100 extra kinderopvangplaatsen gaan. (Extra? Is dat bovenop de bestaande 57,9?) En tegen 2040 nog eens 100 extra plaatsen waarmaken.
Over het hoger onderwijs oppert men de wil om studenten te stimuleren om in Kortrijk te blijven wonen en werken na hun studies. (Nou. Ik zou zeggen: “Go West!”)
Aan de ‘young professionals” die een plekje zoeken op in onze woonmarkt komen we tegemoet in de notariskosten of introduceren het hamsterhuren (rent to buy).
In dit hoofstuk heeft men het curieus genoeg ook even over de stadsorganisatie. We zetten in op meer Individuele Beroepsopleiding of duaal leren bij de stadsmedewerkers.

Speerpunt 2: Betaalbare woonstad met zorg op maat.
Hier durven de auteurs het aan om wat kritiek te leveren op de huidige toestand “waarbij we weten” dat slechts de helft van de mensen die in 2022 aangaven dat ze een sociale woning zochten geholpen kon worden. Vandaag heeft Kortrijk 9,2 sociale woningen per 100 particulier huishoudens. Daarmee halen we wel de Vlaamse norm maar de ambtenaren willen naar 11,1 procent gaan. Men plant 1000 extra sociale woningen tegen 2040.
Volgt hier een rechts en een links standpunt. (We doen niet aan politiek!) Rechts wil hierbij samenwerking met private ontwikkelaars. Links: we voeren een belasting in op tweede verblijven. En nog ‘rechts’ is het plan om “zorg aan huis” uit te breiden met grote privé-spelers. (Dat staat er echt!)
Heel interessant is dat men de mogelijkheid wil onderzoeken om een “Community Land Trust” op te zetten. (Men koopt een huis maar niet de grond.)
Voorts wil men 400 nieuwe plaatsten in woonzorgcentra creëren,186 assistentiewoningen en 45 nieuwe plaatsen in dagverzorgingscentra. (Goed berekend op basis van demografische prognose.) Hierbij is het wel zo dat Kortrijk zijn marktaandeel van 33% in de WZC moet behouden.
We formuleren de ambitie om 2600 bijkomende ‘levensloopbestendige woningen’ te voorzien.
Bij renovatie of nieuwbouw ontwikkelen we alleen nog ‘zorgdorpen’.

Speerpunt 3: Plezante en gelukkige stad.
Speelse stad! We ontwikkelen een nieuw outdoor skatepark aan de Wembley en een BMW-parcours aan het toekomstig speelbos aan de Scheutistenlaan. (Actueel!)
We zorgen dat elke inwoner UITPAS kent. (CUBO is hier vergeten.)

Speerpunt 4: Ambitieuze centrumstad.
We blazen Eurometropool nieuw leven in. (Dat is een onvoorstelbare praatbarak!)
We richten een regionaal “Vlinderhuis’ op: stadsmedewerkers kunnen uitgestuurd naar andere gemeenten die steun zouden nodig hebben.
We streven naar 500.000 overnachtingen op jaarbasis.
O ja ! We richten een toegankelijk, persoonlijk en inspirerend toeristisch onthaal in.
We dienen in 2026 een aanvraag in om erkend te worden als onroerend erfgoedgemeente.
(We blijven citeren.)
Kortrijk blijft groeien en dat juichen we toe. Onze stad groeit vooral door migratie. We zorgen dus voor 3760 extra woningen tegen 2040.

Speerpunt 5: Zuurstofrijke stad.
We versnellen de verduurzaming van het stadspatrimonium. (Maar de financiële druk zal enorm hoog zijn.)
We richten een stedelijk of regionaal energiebedrijf op.
Burgers of organisaties die niet over de nodige middelen beschikken om zelf te investeren in PV-panelen krijgen kosteloze leningen.
We realiseren tegen 2040 31MW aan windvermogen, dat zijn ongeveer 11 nieuwe windturbines.
(En dit is zeker om te lachen? Cf. Weydts.) We stellen een mobiliteitsplan op.
We breiden het aanbod deelwagens uit met 124 extra wagens. (Twee per 1000 inwoners.)
We plaatsen nog 666 extra laadpaalequivalenten.
We planten tussen 2025 en 2030 uitgerekend nog 77.746 extra bomen, maar tussen 2021 (sic) en 2030 0,5 meter extra haag of geveltuinbeplanting per inwoner.
Tegen 2030 ontharden we 1m² per inwoner.
Enzovoort…

Speerpunt 6: Kwalitatieve en nabije stad.
Haha, schepen Ronse (N-VA) wil dat niet maar het kruim van ons ambtenarenkorps wél: we ontwikkelen de bibliotheek van de toekomst !
En hier zullen zowel de schepenen Maddens én DeCoene van opkijken. Enerzijds moeten we een aantal kroonjuwelen in het bezit van onze stad koesteren (het stationsgebouw?), maar anderzijds moeten we in onze vastgoedstrategie ook durven afscheid nemen van een aantal gebouwen.
Vandaag bezit stad maar liefst 732 vastgoedsites. Een aanzienlijk deel kamt met renovatiebehoeften. Ons doel is ambitieus: tegen 2050 moeten al deze gebouwen klimaatneutraal zijn.

In dit hoofdstuk komt opnieuw de stadsorganisatie aan bod. Zelfs met wat subtiel geformuleerde klachten.
Begin 2024 werken 1793 personen voor Kortrijk. (Ja?? Zie voetnoot.)
In 2023 verlieten er daarentegen 166 personen de organisatie en wierven we 221 nieuwe medewerker aan. Sommige vacatures blijven lange tijd open staan, nieuwe medewerkers moeten ingewerkt, de (complexe) projecten nemen toe, – en dat brengt een extra werklast met zich mee.
We gaan aan de slag met met de welzijnsbevraging uit 2023 en herhalen die minstens om de 5 jaar.
We tekenen een organogram uit voor de toekomst, een capaciteitsplanning, een fair loonhuis.

Tot daar.
Fijn dat u keek.

Al opgelet dat de nota niet zegt hoe men al die actieplannen gaat financieren??

P.S.
Volgens de pas opgemaakte jaarrekening 2023 telde stad in 2023 1.536 medewerkers. En volgens deze ambtenarennota begin 2024 1.793 !!
In 2022 ging het om 1.512 medewerkers.
Hier klopt iets niet.

























Een “inspiratienota” van onze eigenste ambtenaren

Met onderhavig stuk zullen we ons weer wat vijanden op de hals halen. Misschien wel 60 ! Dat doet pijn.
Maar ja, het is altijd hetzelfde: we gaan weer met iets niet akkoord. En dan zeggen we dat, zeker als we gelijk hebben, – iets wat vaak voorkomt.
Waarover gaat het nu alweer?
Zowat 60 ambtenaren hebben met hart en ziel gewerkt (tijd zat??) aan wat zij een “Inspiratienota” noemen (34 blz.).Titel: “Een stad met ademruimte voor iedereen.” Die nota werd kenbaar gemaakt aan de raadsleden in een raadscommissie van vorige dinsdag, ter voorbereiding van de gemeenteraad van morgen 13 mei. (In die zitting komt de jaarrekening 2023 ter sprake.) Ambtenaren presenteren die nota aan de vooravond van een nieuwe legislatuur met trots, als een toekomstvisie voor Kortrijk van 2040 en zelfs nog jaren of legislaturen verder.
Het werkstuk omvat 6 hoofstukken, “speerpunten” genaamd.
We sommen ze even op:
1. Slimme en creatieve stad.
2. Betaalbare woonstad met zorg op maat.
3. Plezante en gelukkige stad.
4. Ambitieuze centrumstad.
5. Zuurstofrijke stad.
6. Kwalitatieve en nabije stad.
In ieder van die hoofdstukken is men uit op (we citeren) “het erkennen van de uitdagingen en het omarmen van de kansen die voor ons liggen. We bundelen daarbij onze gezamenlijke expertise om voorstellen te formuleren die de verdere ontwikkeling van onze stad stimuleren.”

De auteurs verklaren in hun inleiding “niet te willen aan politiek doen, die rol is weggelegd voor de toekomstige verkozenen.”
Héél juist !
Nu weet ik waarlijk niet wat die auteurs-ambtenaren dan wel verstaan onder politiek. Het document is gewoon een compleet uitvoerbaar politiek programma (zo u wil: een beleidsdocument), en kan zo overgenomen worden door een of andere partij. (Misschien zelfs door die nieuwe te vormen lijst van Quickie.) De auteurs zeggen trouwens zelf dat hun tekst “een eerste aanzet is voor een nieuw meerjarenplan.” Stel u voor ! Ze doen niet aan politiek.
Nu is het al van in de jaren toen we zelfs nog niet waren begonnen aan onze 1ste kan. ‘pol&soc’ (Ugent) dat we van mening waren dat het ambtenaren niet gegeven is om aan politiek doen. In de boekjes die we toen verslonden werd het ambtelijk apparaat dat het wél deed beschouwd als een verfoeilijke “vierde macht“.

Ja, moeten we het weer allemaal uitleggen? Ambtenaren mogen (moeten!) een politieke overtuiging hebben, enige maatschappelijke denkbeelden koesteren, maar dat wil niet zeggen dat zij zomaar als een dienstdoend collectief kunnen optreden om publiek op te komen voor een complex aan concrete, uit te voeren beleidsmaatregelen. Ach, moeten we dat nu waarlijk nog zeggen? Ambtelijke deskundigen hebben als taak om aan de ware besluitvormers (de verkozenen) adviezen en informatie te geven in de beleidsvoorbereiding. Punt.

Ik moet hier een paar dingen zeggen, meer concreet.
1.
De auteurs beweren, nog in hun inleiding: “Dit document markeert geen terugblik of evaluatie van de voorbije bestuursperiode.” Eigenaardig genoeg is die bemerking op zichzelf al een politiek statement. De auteurs leggen zich een beperking die hun werkgevers (het huidige schepencollege) wel zullen appreciëren.
Het toppunt is nog dat “dit document” wél degelijk bij meerdere ‘speerpunten’ refereert naar de huidige stand van zaken bij het beschouwde beleidsitem. En daarbij uitsluitend (op één uitzondering na) refereert naar cijfergegevens die gunstig uitvallen voor de tripartite waar zij nu nog voor werken. Goed gedaan, zou ik zeggen. Vincent Van Quickenborne zal content zijn over zijn ambtenaren.
2.
Een tweede zaak, die alhier heel gevoelig ligt.
Bij insiders althans is het een publiek geheim dat stadsmedewerkers (of zelfs kabinetsleden) “die niet mee willen” (zo drukt men dat uit in de wandelgangen van het historisch stadhuis) – zonder dat zij dat misschien zelf van plan waren – gemakkelijk de kans krijgen om “in onderling overleg” het stadhuis te verlaten.
Vandaar dat ik de 60 ambtenaren die zo hard hebben meegewerkt aan de nota de raad wil meegeven om zich gedeisd te houden als zij ooit met een schepen te maken hebben die een beleid voert dat regelrecht ingaat tegen een of ander speerpunt uit hun inspiratienota. Stel, een schepen die geen nieuwe bibliotheek wil. Of zelfs geen vernieuwde.

Wordt vervolgd.
Dan hebben we het over enkele opvallende inhoudelijke punten.
Denk nu toch NIET dat we bezwaar willen maken over de gemaakte voorstellen.
Ge kunt er gewoon niets op tegen hebben…





Kosten consultancy: een aanvulling voor het jaar 2019 (3)

Raadslid Wouter Vermeersch (VB) had die uitgaven voor 2019 ook wel opgevraagd, maar de stadsadministratie was dit vergeten.
Het overzicht van die consultancy-kosten is nu binnen onder de naam van “plannen en studies” wat maakt dat we nu weten wat er aan “externe medewerkers” is gespendeerd gedurende de periode 2019-2022 van deze legislatuur. Wel nog altijd voorbehoud maken voor uitgaven die te maken hebben met bouwwerken.
De totalen per jaar:
2019: 488.993 euro
2020: 208.158 euro
2021: 670.626 euro
2022: 597.248 euro
ALGEMEEN TOTAAL: 1.965.025 euro.

In die bijkomende lijst zijn er nog 5 RUP’s aan toegevoegd. (We dachten al: waar blijven die?)
We krijgen nu ook weer zicht op enkele merkwaardig hoge uitgaven.
Bijvoorbeeld:
– Beheersplannen onroerend erfgoed: 102.557 euro
– Fietsrouteplan (!): 76.180 euro
– Open ruimte: 71.012 euro

Ook geen idee waar die laatst vernoemde post op slaat?
En waarover gaat dit allemaal?
– Afsprakennota bouwkundig erfgoed 2017-36?
– Afsprakennota Campus West 2017-02?
– Afsprakennota Mewaf 2018-38?
– Grootschalig Referentie Bestand GRB?
– Hemelwaterplan? (34.991 euro!)
– Stedenbouwkundige zoekmodule en vormgeving beeldkwaliteit?
– Verkeersmodel? (Dat heeft al wat gekost! 68.418 euro.)

Een studie over een groots en duur project waar binnen de tripartite geen eensgezindheid bestaat willen we u niet onthouden. Over wat er moet gebeuren met dat stuk kanaal Bossuit-Kortrijk op ons grondgebied is er al 47.383 euro uitgegeven aan denkwerk.

(Wordt vervolgd.
Mogen we er nu al een keer op wijzen dat die consultancy-uitgaven eigenlijk personeelskosten zijn?)

Kosten consultancy: een krakkemikkig overzicht…(2)

Het is VB-raadslid Wouter Vermeersch die de bedragen opvroeg die we de laatste jaren besteedden aan consultanten. Hij kreeg die opgesomd voor de jaren 2020 t/m 2022. Me dunkt kwam die vraag vroeger nog nooit aan bod. Raadsleden stelden zich tevreden met wat in budgetten of rekeningen was aangegeven aan totalen (zonder meer) in de post “beleidsstudies”. Ook herinneren we ons niet dat een of ander alert gemeenteraadslid het nodig vond om in een of andere zitting luidop de vraag te stellen waarom er voor een of ander project weerom een studiebureau moest ingeschakeld. (Neem nu dat in opbouw zijnde Groeningeparkje van een voorschot groot, bijvoorbeeld. Waarom hadden we daar twee externe architecten voor nodig? Kunnen we dat zelf niet aan, “in eigen beheer”, met eigen ambtenaren?)

Het antwoord op de vraag van Vermeersch (dd. 7 februari) verscheen in de editie van 14 maart van het Bulletin van Vragen en Antwoorden. Onze obstinate cijferaar-gemeenteraadwatcher is er gelukkig mee, maar toch: “niet onverdeeld”.
Interessant is dat we alreeds bedragen te zien krijgen voor het jaar 2022, terwijl de jaarrekening nog niet eens is bekend gemaakt. Jammer is wel dat we in het antwoord geen inzage krijgen in studie- of adviesopdrachten die te maken hebben met exploitatie-uitgaven. Wél met investeringen dus, maar dan weer niet met consultancy voor bouwprojecten. En er durft zelfs soms wel een keer een uitgave ontbreken. Een beetje moeilijk te vatten is nog dat bepaalde uitgaven vermeld voor het jaar 2021 (bijv.) niet stroken met wat we terugvinden in de rekening van datzelfde jaar.

Weet u wat we zeer spijtig vinden? Dat er helaas niet gevraagd werd welke consultancy bureaus werden ingeschakeld. Misschien zijn er wel voorkeuren voor bepaalde consultanten te bespeuren? Zijn er monopolisten?? Mocht Leiedal wel vaak opdrachten in de wacht slepen? Dat we het niet weten !
En waar hebben we een heimelijk, zelfs sardonisch genoegen in? Dat we nu eindelijk eens te weten komen dat het nog altijd niet opgemaakte (en nu ook uitgestelde) mobiliteitsplan de laatste drie jaar al 157.873 euro heeft gekost. (Er is in het meerjarenplan 223.245 euro ingeschreven.)

We krijgen een overzicht van 26 uitbestede (pure) “beleidsstudies”, waarvan er 10 slaan op Ruimtelijke Uitvoeringsplannen (RUP’s). Daarnaast treffen we nog 7 uitgavenposten aan waarvan men zich kan afvragen waarom die niet zijn aangezien of gerangschikt als ‘beleidsstudies’ (de haalbaarheidsstudie Park 17, het mobiliteitsplan, de ontwikkeling van de Budatip, opstart studies rioleringen) en anderzijds nog posten waarbij de vraag rijst hoe en waarom die met externe consultancy hebben te maken (compensatie betonstop-planschade, structurele investeringskosten gebouwen, vernieuwen straten).

Nu zou u zeker de totalen willen kennen?
– Voor het boekjaar 2020: 208.158 euro.
– Voor 2021 een sprong naar 670.626 euro.
Merk hier maar weer eens op welke bokkesprongen ramingen en rekeningen kunnen maken.
Voor dat jaar voorzag men aan ‘pure’ beleidsstudies initieel 256.785 euro, in een budgetwijziging plots 556.435 euro en uiteindelijk volgens de jaarrekening 413.6329 euro.
– Voor 2022: 597.248 euro.
En wat zijn de hoogste consulting-uitgavenposten in 2022?
– Communicatie woonplan / Ruimtelijk beleidsplan: 124.540 euro.
– Ruimtelijk beleidsplan: 107.282 euro (voor de drie jaren samen: 202.718 euro !).
– Budatip: 65.458 euro euro (samen 185.783 euro).
– Mobiliteitsplan: 55.241 euro (samen: 157.813 euro).
– Woonplan & woonpact: 53.603 euro (samen: 142.659 euro).

Nu nog een mededeling voor onze lezers-voetbalsupporters van KVK.
De consulting voor het RUP (het zoeken naar een geschikte plaats) kostte alreeds 67.655 euro.

(Wordt vervolgd.)

Consultancy, een pest? (1)

Ja, we moeten het daar nu toch even over hebben, aangezien nu blijkt dat Stad minstens een half miljoen euro (en steeds meer) uitgeeft aan “adviesbureaus”. Dan nog zonder rekening te houden met wat er uitgegeven wordt aan consultanten bij bouwprojecten, want – zo zegt het stadsbestuur – dat kan niet afzonderlijk geboekt, afgescheiden van de bouwkosten.
P.S.
Aanleiding voor dit stuk is een schriftelijke vraag hierover van VB-raadslid Wouter Vermeersch, met een antwoord in het laatst verschenen “Bulletin van Vragen en Antwoorden”.