Category Archives: sociaal

Daar is de soepkar weer !

U zal er pas meer over horen eind november want er is op 27 november een persconferentie gepland. Het soepkarproject start nochtans al op 1 november en duurt tot eind maart. Of is het tot 30 april?
De evaluatie van het proefproject van vorige winter op Lange Munte is positief uitgevallen. Had u het soms anders verwacht? De buurtbewoners aldaar waren tevreden. De sociale cohesie neemt toe bij soepbedeling. Een aantal medewerkers van de Buurt- en Nabijheidsdienst (de vzw BND, een klusjes-, vervoers- en verhuizingsdienst die niemand kent) zijn tijdens de wintermaanden intussen niet meer werkloos bij gebrek aan opdrachten. Het maken van soep in De Nieuwe Lente is een enorme leerplaats voor mensen van V.O.R.K en Mentor. Er is overlegd met UNIZO om marktverstoring tegen te gaan. (Men gaat na of er in de betrokken buurten geen handelaars in soep zijn.)

De soepkarroute wordt nu uitgebreid. Op woensdagvoormiddag komt de soepkar langs in de “aandachtswijken” Lange Munte, Drie Hofsteden, Sionwijk. Op donderdag leurt men in de buurt van de Vetex, Pradopark en Volksplein. Maar in deze wijken stopt de verkoop op 31 januari 2011. Daarna is het de beurt aan Overleie en de Venning.
Wat moet dat kosten? Eén liter soep gaat van de hand voor 1,5 euro.
Maar hoeveel kost het project aan publiek geld (wagen, materiaal, lonen). Het OCMW begroot iets van 1.500 euro tot wellicht 2.000 euro. Dat is natuurlijk larie. Hoe gebeurt de financiering door Stad, OCMW, BND, Mentor? Uit welke bronnen? Geen mens die het weet.

Aangezien onze krant “kortrijkwatcher” nogal wat lezers telt in de kansarme aandachtsbuurten geven we hier in detail de twee routes van de soepkar weer.
Voor de eerste drie maanden: Veldstraat, Stasegemstraat, Passionistenlaan, Boudewijn IX-laan, Pradopark, Sint-Denijssestraat, Volksplein. De volgende drie maanden: Herderstraat, Izegemsestraat, Proosdijstraat, Loodwitstraat, Schutterstraat, en de Kringloopwinkel.

Kortrijk doet het beter

Pas nu ontdekt… En het staat niet in de Stadskrant.
In het kader van het Vlaamse stedenbeleid zijn door de centrumsteden met de regering beleidsovereenkomsten afgesloten. De betrokken steden geven daarbij aan welke maatschappelijke effecten ze willen realiseren met de middelen van het Stedenfonds en welke evoluties ze in de stedelijke omgeving willen realiseren in de periode 2008-2013. Het eerste rapport verscheen in 2008. Dat wisten we. Maar nu (juli?) is er door de studiedienst van de Vlaamse regering een update van de indicatoren gemaakt.

De tevredenheid van de inwoners is verhoogd.
76% van de inwoners is tevreden over de stad.
81% is tevreden over het aanbod aan restaurants en eetcafés. In vergelijking met de andere steden is dit een eerder gemiddelde score.
74% is tevreden over het aanbod aan sportmogelijkheden. Dit is meer dan het gemiddelde.
Slechts 58 procent is tevreden over het aanbod recreatie en slechts 61 procent is tevreden over de uitgaansmogelijkheden.

De betrokkenheid van de burger bij het beleid is verhoogd.
56% van de inwoners voelt zich voldoende geïnformeerd over en door de stad. (Enkel deze meting is significant beter dan in de andere centrumsteden.)
16% is actief betrokken om iets in de buurt of de stad te verbeteren.
42% is bereid om mee te praten over wat er in hun stad gebeurt.
27% is tevreden over de consultatie van de bewoners door het stadsbestuur.
29% heeft vertrouwen in de stedelijke overheid. (Dit is niet zo slecht in vergelijking met de andere steden.)

De sociale cohesie is versterkt.
Eén slechte score hier: 18 procent van de inwoners geeft aan bepaalde plekken te mijden in de gemeente.
74% is tevreden over de contacten in de buurt. (Vierde positie!)
49% heeft een actief lidmaatschap.
16% is actief betrokken om iets in de buurt of de stad te verbeteren.

Mijdgedrag voor bepaalde plekken in de stad ligt iets hoger dan in andere steden.
Het aandeel van de inwoners dat altijd of vaak bepaalde gedragingen zegt te mijden omwille van de risico’s op onveiligheid ligt tussen 16 en 25 procent.
18% vermijdt dus bepaalde plekken.
Een kwart van de inwoners zegt niet open te doen voor onbekenden.
Eén op vijf inwoners vermijdt om met kinderen ergens (?) naartoe te gaan.
17% vermijdt om bij duisternis weg te gaan.

De fysieke woonomgeving is verbeterd.
67% is tevreden over de uitstraling van gebouwen in de buurt.
49% is tevreden over de uitstraling van straten, pleinen en parken.
Maar: slechts zes op tien inwoners zijn fier op hun stad.

OCMW bindt strijd aan tegen armoede

Het OCMW tekende vorig jaar in op de projectoproep van het Europees jaar 2010 van de bestrijding van de armoede en sociale uitsluiting. Kreeg voor twee projecten van staatssecretaris Philippe Courard hiervoor subidies.

Soepefjieste

Voor een actie genaamd “Kook je fit” 5.000 euro.
Hierbij werkt ons OCMW samen met dat van Kuurne, Harelbeke, Deerlijk en nog een paar organisaties. Die actie wil “de ontoegankelijke toegang tot de gezondheid centraal stellen”. Daarom zal men in oktober in een aantal gemeenten een “soepcontest” organiseren. Een “soepefjieste” waarbij mensen die werken met of voor mensen in armoede het tegen elkaar zullen opnemen. De winnaars zullen dan hun recept publiceren in een Soepkookboek. Dat uitgave van dat boekje zal 3.000 euro kosten. Er komen ook 500 bedrukte soeptassen (900 euro). Duizenden flyers en affiches (484 euro).

Kinderparade

Deze actie wil een cultureel evenement opzetten rond de thematiek armoede en uitsluiting. Met een subsidie van 10.000 euro wordt een kinderparade op touw gezet. Een rondreizend spektakel met medewerking van L’Orchestre International du Vetex, de vzw Bolwerk en lagere scholen uit onze aandachtsbuurten (Sint-Jozef, Drie Hofsteden, buurtschool Vetex). Men hoopt op een bont allegaartje van een 170-tal kinderen die deelnemen aan zangstondes en ateliers waar kostuums en “constructies”worden gemaakt.
Datum van het gebeuren nog niet gekend. Hopelijk bent u al terug van vakantie, met uw kindjes.

Even de kostprijs van het woonzorgcentrum “De Weister” checken

Gisteren is het nieuwe woonzorgcentrum voor hulpbehoevenden “De Weister” in Aalbeke plechtig geopend. Bij die gelegenheid tekent “Het Nieuwsblad” van vandaag uit de mond van directeur Jean Goddaer op dat de kostprijs voor het gebouw 9 miljoen bedraagt. Als de directeur dat zegt is een normale journalist geneigd om dit als juist aan te nemen. Het is een hondenstiel, persjongen zijn in Kortrijk.
Het moet weer lukken.
Op 8 juli is het opnieuw OCMW-raadsdag en punt 7 van de agenda gaat over de eindafrekening van de bouwwerken van het WZC.
We gaan het kort houden. De eindafrekening bedraagt 6.191.342 euro, met BTW.
Maar in het OCMW-budget is sprake van 10 miljoen. Dit bedrag slaat op zowel de aankoop van de grond als de bouwkosten en de inrichting.

Directeur Goddaer had het in de krant nog over 6 miljoen subsidies.
We maken weer even ‘weister’ (ruimte) op onze onderzoekstafel en raadplegen het OCMW-meerjarenplan 2010-2013.
Op pag.3 lezen we wat volgt. ” De toegekende subsidie bedraagt in kapitaal 3.076.880 EUR. Het Ministerie betaalt met 20 jaarlijkse stortingen van 237.578 EUR of totaal 4.751.564 EUR.” (Er is een intrestvergoeding want het OCMW heeft een lening moeten aangaan.) Dat bedrag is wel degelijk opgenomen in het budget van 2009 (pag.15).
Maar op pag.7 is dan plots sprake van een subsidie van 6.351.564 euro. Dus toch.
??
Hoopt men daar misschien nog op?
Vreemd is dat onze onderzoeksjournalist Dieppe Throat op de website van VIPA bij de goedgekeurde projecten 2009-2010 geen spoor terugvindt van ons WZC De Weister. VIPA is het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden dat beslist over subsidiëringsdossiers van ziekenhuizen, rusthuizen en dergelijke.

P.S.
De oorspronkelijke raming van het project zat er ver naast. In juni 2007 dacht men aan een bedrag van 4,99 miljoen euro, zonder BTW. Het is 5,78 miljoen geworden, exclusief BTW. Hoe het OCMW dat samen met minister Jo Vandeurzen heeft klaargespeeld weten we niet: men betaalde gemiddeld slechts 7,5 procent BTW. Voor bepaalde werken werd slechts 6 procent betaald. Het gangbare tarief voor centra als De Weister is 12 procent.

Ludieke fietstocht langs de villa’s van Kortrijkse euromiljonairs

Zaterdag aanstaande 3 juli organiseert de PVDA West-Vlaanderen een zogenaamde Dallas-fietsroute doorheen de landelijke omgeving van Kortrijk waarbij men ook even zal halt houden bij een aantal villa’s of kastelen van plaatselijke euromiljonairs.
De start is om 9u30 aan het o.c. Den Bouw in Bellegem. Twee euro inschrijvingsgeld voor de verzekering. Men kan ook deelnemen aan een BBQ voor de prijs van 13 euro of 8 euro voor kinderen. Hiervoor vooraf inschrijven.
De route wordt pas achteraf kenbaar gemaakt. Een tochtje van 25 km. Een must voor wie de meer lommerrijke en rustige plekjes in onze omgeving wil leren kennen. Tine, de zus van Herman Van Rompuy doet mee. Broer niet. Gidsenkring ook niet. De ministers Stefaan De Clerck en Vincent Van Quickenborne lieten zich verontschuldigen. Franceska Verhenne (OCMW) heeft andere verplichtingen.

Bedoeling is aandacht te vragen voor de zgn. miljonairstaks die de PVDA op de politiek agenda heeft geplaats. Een bijdrage van 2 à 3 procent op de allerhoogste fortuinen. Zie www.miljonairstaks.be.
Meer info? Bij Filip Desmet. Tel. 0486/452163.
Email: perspvdavl@telenet.be.

Zeer benieuwd of daar in de lokale perse enige nieuwswaarde zal aan gegeven worden.

Kortrijk had ooit de bijnaam “het Texas van Vlaanderen”.
Nu alweer constructief voorstel. BBQ houden in het het park van het kasteel van Marke, bij Manu de Bethune. Een filantropische familie.

OCMW richt een vervoersdienst op

Ter stede bestaan er reeds allerhande mogelijkheden voor betaalbaar vervoer van minder mobiele personen. Bijvoorbeeld de Mindermobielcentrale, de vzw Oppas en Vervoer, de vzw Mobilitas, de Dienst Aangepast Vervoer van de vzw Heilig Hart. In 2003-2004 namen het OCMW samen met het stadsbestuur het voortouw om alle mogelijke Kortrijkse initiatieven vanuit één loket te dispatchen. “Dit is helaas niet gelukt,” zo constateert het OCMW nu pas.

In de tweede helft van 2008 startte het woonzorgcentrum Sint-Jozef en het lokale dienstencentrum De Zonnewijzer een proefproject om de bestaande liftbus optimaler in te zetten door dagelijks vervoer te organiseren met vrijwillige chauffeurs. Na anderhalf jaar werking kwam het OCMW nu tot een evaluatie. (Intussen heeft de OCMW-raad wel al in maart beslist om twee nieuwe liftbussen aan te kopen voor 2 maal 50.000 euro.)

In 2009 werden in totaal 1891 personen vervoerd. De Zevenkamer regelde bijvoorbeeld 48 ritten (turnen, contactnamiddagen), de Zonnewijzer trok er 30 keer op uit (wandelclub, uitstapjes, feestmenu’s, ontspanningsnamiddagen). Wat leert de evaluatie van het proefproject zoal? Er is toch nogal wat storend ad hoc gebruik, in de zin van “het is mooi weer dus we gaan naar zee”. En frequente gebruikers durven hun ontevredenheid uiten als ze enige tijd moeten wachten. De reservatie via Outlook-agenda is amateuristisch. Enkele vrijwillige chauffeurs haakten daarom af. Maar goed, de liftbus wordt op werkdagen heel frequent gebruikt en de hoge nood aan een vervoersdienst blijft.

Nieuwe werkingsprincipes
Eén van die principes is heel bijzonder. Voor individuele gebruikers zal men op basis van de Tinetti-test (evaluatie van balans en gang) beslissen wie in aanmerking komt. (Bij welke score? 26 of minder?)
Maar in het algemeen bestaat de doelgroep uit bewoners van een woonzorgcentrum, de gebruikers van het Achturenhuis en andere buurthuizen, de gebruikers van een dienstencentrum voor zover ze wonen in groot-Kortrijk wel te verstaan. Minder mobiele individuele gebruikers kunnen vooral van de dienst genieten voor het “maaltijdgebeuren”.
Het vervoer voor groepsactiviteiten primeert op individuele wensen en is dan ook kosteloos. Nog kosteloos is de deelname van thuiswonenden aan contactnamiddagen voor 75+ers en feestmaaltijden. Betalend is de deelname van thuiswonenden aan maaltijden, pedicure, haarkapster, voordracht, bewegingsmoment. Heen en terug kost 1 euro.

De twee nieuwe liftbussen krijgen een standplaats aan de woonzorgcentra De Weister en Biezenheem.
Waarschijnlijk zal men in 2012 nog een extra bus aankopen voor de Nieuwe Lente in Heule.

Wanneer kunt u in de reguliere pers meer vernemen over deze nieuwe vervoersdienst?
Het initiatief wordt operationeel vanaf 1 oktober. In september start een gerichte campagne over zowel de vervoers- als de nieuwe boodschappendienst.

OCMW richt boodschappendienst op, voor zorggebieden

Vandaag OCMW-raadsdag !
Zo’n OCMW-raad is publiek toegankelijk, maar geen kat komt daar op af. Somtijds één Kortrijkse burger, maar nooit (nooit!) een plaatselijke journalist. Aldus blijven Kortrijkzanen verstoken van bijwijlen heel relevante informatie. Vandaag bijvoorbeeld zal het OCMW beslissen om tegelijk een boodschappen- en vervoersdienst op te richten. Dat is toch nieuws? (Over de vervoersdienst hebben we het nog in een volgende bijdrage.)
Dat er geen kat de OCMW-raad komt volgen, ja, dat komt ook door het feit dat het OCMW-bestuur niet houdt van pottenkijkers. “De mensen moeten dat allemaal niet weten,”” zo zegt de OCMW-secretaris.

De boodschappendienst bestaat uit drie luiken.
1. Collectief vervoer naar een winkel of site van winkels
De klant wordt thuis opgehaald en afgezet. Hij krijgt één uur de tijd om zijn boodschappen te doen. Dat kan 1 maal per maand gebeuren. De klant betaalt 1 euro voor de dienst. Organisator van dit collectief vervoer is het buurtcentrum Achturenhuis en “andere buurtwerkinitiatieven”. (In feite gebeurt dit al, soms tot over de Franse grens.) Mogelijke gebruikers hier zijn minder mobiele klanten die niet meer in staat zijn om zelfstandig boodschappen te doen. In de praktijk zijn dat tot op heden heel mobiele personen. En ze kennen heus de weg. Weten af van prijsvergelijkingen.

2. Kleine boodschappen door vrijwilligers van “Buren voor Buren”
Hier blijft de gebruiker gewoon thuis. De vrijwilliger haalt de boodschappen op bij een slager, bakker, krantenwinkel. Hij mag zich niet gemotoriseerd verplaatsen! De vrijwilliger krijgt 0,5 euro van de gebruiker van de dienst. Maar die dienst is strikt voorbehouden voor bewoners uit het zorggebied die tijdelijk niet in staat zijn om kleine boodschappen te doen. Bijvoorbeeld na hospitalisatie.

3. Grotere boodschappen door vrijwilligers van het LDC “De Zonnewijzer”
Al sinds 2008 eigenlijk kan een klant uit vier (ja, vier) woonzorggebieden van Kortrijk-stad een bestelling bellen naar De Zonnewijzer. Dat dienstencentrum mailt/faxt/belt de bestelling dan door naar een plaatselijk warenhuis dat een ruim merkenassortiment aanbiedt. Een vrijwilliger haalt het bestelde op en geeft het die bij de klant af. Die vrijwilliger krijgt hiervoor een bestelwagen van het OCMW. Frequentie: tweemaal per week. De dienst Thuiszorg maakt een rittenschema. De klant (uitsluitend minder mobiele!) betaalt 1 euro.
Maar in welke winkel komen die bestellingen terecht?
Als dat geen nieuws is! “Na ruime bevraging bij de plaatselijke supermarkten heeft De Zonnewijzer een samenwerking met GB Partner tegenover Sint-Maarten opgezet.” Het OCMW continueert en breidt die samenwerking verder uit voor alle acht (8) woonzorgebieden. Op termijn zal men mogelijks ook ander winkels uit Marke, Bissegem en Heule betrekken bij het project.

Bestelwagens
Om dit derde luik te realiseren heeft het OCMW nood aan twee bestelwagens. Twee bestaande wagentjes die niet meer van nut zijn voor de dienst Thuiszorg worden daarom gealloceerd op De Zonnewijzer en ’t Cirkant. Zij kunnen intussen nog ingezet voor de dagelijkse werking van alle LDC’s en het buurtwerk. O.a. voor de begeleiding van fietsclubs, verplaatsingen van personeel en vrijwilligers.

Akkoord van Unizo en Stad
De drie initiatieven werden in 2009 doorgesproken met Unizo en de cel Economie van de stad. (Verslagen of notulen bij kortrijkwatcher niet in het bezit.) Zij zagen dit alles als een meerwaarde én aanvulling op mogelijke projecten die zij zouden willen ondernemen om de buurtwinkels te promoten.

P.S.
– De zgn. Buurt- en Nabijheidsdiensten (die niemand kent) hebben ook een boodschappendienst. Wordt die nu afgeschaft?
– Geen spoor van budgettering bij dit initiatief. Ook geen behoeftenonderzoek gevonden.
– Men vergeet de administratieve boodschappen die volgens het woonzorgdecreet ook moeten kunnen.

Zevende en achtste fase in de renovatie van het Begijnhof kost 9 miljoen euro

Normaliter schrijven de gazetten niets over de werking van het OCMW. Niets over rekeningen of begrotingen en plannen.
Maar blijkbaar is de top van het OCMW enkele dagen geleden gaan klappen met “Het Laatste Nieuws”. De krant bloklettert: “Begijnhof krijgt nieuw uitzicht”. Ja, ook ons begijnhof behoort tot het ongehoord grote patrimonium van het OCMW: woningen, gronden (zelfs voetbalvelden), landbouwgronden, hofsteden, – tot ver buiten Kortrijk. (Wie maakt er eens een historisch studie naar de herkomst van al dat onroerend goed?) En men is dat begijnhof Sint-Elisabeth sinds vele jaren in acht fasen aan het restaureren of innoveren, met lange onderbrekingen vanwege geldgebrek (uitblijven van subsidies).

In “Het Laatste Nieuws” wordt met geen woord gerept over de kosten van de op handen zijnde renovatie. Er is wel ergens sprake van subsidies van het Vlaamse Gewest of de provincie, maar zonder enig cijfergegeven. Onze onvolprezen stagiair-beroepsjournalist (SBJ) heeft het dan maar voor de KW-lezers opgezocht.
Het artikel in de krant wekt ook nog de indruk dat de opgesomde projecten dit of volgend jaar tenminste zullen voltooid zijn. In het meerjarenplan van het OCMW is evenwel sprake van ingebruikneming in 2012.

De restauratie of renovatie van de woningen aan de kant van de O.L.Vrouwkerk (8ste fase) zal nog lang op zich moeten wachten. Intussen moeten die toch wat onderhouden worden. De krant meldt dat die huisjes nu wat worden witgekalkt. Het totale OCMW-budget voor het onderhoud bedraagt 60.000 euro. Men hoopt op 24.000 euro subsidies. Voor dit jaar is er een bedrag van 20.000 euro ingeschreven.

Het hoekgebouw net voor de toegangspoort van het begijnhof wordt een “bezoekerscentrum”. OCMW-voorzitter Franceska Verhenne zegt dat dit beter buiten het begijnhof komt, want dat begijnhof is een “stiltegebied”. Niet waar! De aanvraag daartoe is mislukt. Voorziene budget: 175.000 euro. (Stond al met 165.000 euro in de begroting van vorig jaar. Moest dus al gedaan zijn.) Geen subsidies.

De renovatie van de Sint-Annazaal kost niet minder dan 2.690.000 euro. Maar men hoopt op 1.900.000 euro subsidies. In het budget van dit jaar is hiervoor NUL euro ingeschreven.

In die zaal zou er een museum komen. Kostprijs: 690.000 euro. Subsidies: 510.000 euro. Voor dit én volgend jaar nog geen krediet ingeschreven.

Tot de zevende fase behoort de renovatie van de huisjes aan de zijde van de Sint-Maartenskerk. Het eerste huisje wordt een inkijkwoning. Geraamde kostprijs: 1.750.000 euro. Verwachte subsidie: 820.000 euro. Het grootste deel van het te spenderen bedrag is pas volgend jaar ingeschreven in het meerjarenbudget.

Men weet nog niet wat gedaan met de woning van de grootjuffrouw. (Daar was vroeger het museum.) De renovatie zal waarschijnlijk 1,1 miljoen kosten. Met 610.000 euro gesubsidieerd. In het budget van dit jaar geen bedrag vermeld. Volgend jaar: 500.000 euro.

De prijs voor renovatie van de woningen kant O.L.Vrouwkerk zal 2.425.000 euro bedragen, waarvan 1.140.000 euro zou kunnen betoelaagd.
Heeft er eigenlijk al iemand ergens die engamenten inzake subsidies van andere (hogere) overheden gezien?

We tellen samen.
De projecten zoals vermeldt in “Het Laatste Nieuws” kosten voorlopig in het totaal 9.030.000 euro. Daarvan neemt het het OCMW zelf 3.761.000 euro voor haar rekening. De rest is op papier betaald door wij allen, belastingbetalers.
Er zou eens een actuaris moeten opstaan om te berekenen in hoeveel jaren al die OCMW-investeringen (de acht fasen) zijn terugbetaald door de huurders of gebruikers.

Waar is dat positief advies over het sociaal restaurant “De eetkeet”?

De papieren pers heeft nu ook ontdekt dat de bijzonder vermogende vzw Habbekrats in Het Hoekhuis een zgn. sociaal restaurant gaat opzetten. Een Eetkeet voor rijk en arm, oud en jong. Dus voor iedereen, en blijkbaar niet enkel voor Kortrijkse ingezetenen. (Zie stuk alhier van 29 mei.)

Een grote voorwaarde om – in het kader van de sociale diensteneconomie – zo’n zwaar gesubsidieerd sociaal restaurant te kunnen exploiteren is dat er (bijvoorbeeld door braderieprijzen te hanteren) geen marktverstoring kan optreden. Wel, volgens “Het Laatste Nieuws” van vandaag zal Stad er over waken dat horecazaken geen (oneerlijke) concurrentie zullen ondervinden van dat sociaal restaurant. “Het Nieuwsblad” (1 juni) meldt dit ook. Geen van de journalisten heeft aan waarnemend burgemeester Lieven Lybeer gevraagd hoe het stadsbestuur denkt de concurrentievervalsing tegen te gaan.

Inbedding en nood

Eigenlijk kan dit alleen maar door te bewijzen dat het restaurant voor een specifieke klantengroep wil werken, in een bepaald zorggebied. Dit is hier niet het geval. De Eetkeet staat open voor iedereen. Ten tweede dient men aan te tonen dat de dienstverlening (hier: mensen te eten geven ) een antwoord biedt op een maatschappelijke nood in het zorggebied. In de aanvraag tot erkenning en subsidiëring van het project vraagt men zelfs om aan te geven hoe deze nood werd gedetecteerd. Aan de hand van een sociaal beleidsplan, een behoefteanalyse, een studie. Burgemeester Lybeer slaagt er in de kranten niet in om naar zo’n studie te verwijzen. (Het werd hem ook niet gevraagd.)
In het aanvraagformulier wil de subsidiërende overheid ook een motivering lezen over “de inbedding van het initiatief in het (Kortrijkse) socio-economische weefsel”. Ja, wij zouden dat ook wel eens willen lezen.

Burgemeester Lybeer wil in de kranten ook nog kwijt dat Stad (“zoals gevraagd door de Vlaamse overheid”) een positief advies gaf om het project Eetkeet te realiseren.
Loco-Burgemeester!
De overheid vraagt dit helemaal niet van Stad!
De erkenningsaanvraag wordt al of niet positief geadviseerd door “het Lokaal Forum Werkgelegenheid”. Of door Resoc, als het zorggebied dat van de Lokale Werkwinkel overschrijdt. Het Forum Werkgelegenheid (of Resoc) spreekt zich uit de beschikbaarheid van de doelgroepwerknemers (kansarmen), over het belang van de dienstverlening in het kader van het regionale tewerkstellingsbeleied en over het eventueel samenvallen van de dienstverlening (eten geven) met lokale aanbieders. En het is het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie dat oordeelt of de voorwaarden van de Europese dienstenrichtlijn zijn vervuld en voldoen aan de criteria van het decreet lokale diensteneconomie, en zich uitspreekt over de begroting en de financiering van het project.

Bon. Zo zit dat.
Als onze verkozenen des volks in de gemeenteraad meer willen weten over de gang van zaken bij het Eethuis en vooral over de vraag naar de maatschappelijke nood van het project en de eventuele marktverstoring, ja, dan zal een raadslid een en ander zelf moeten agenderen op de volgende zitting. Het schepencollege zal het heus niet doen, uit vrees voor het openbloeien van een discussie met de middenstandsvleugel van de CD&V en van de VLD.
Bij mijn weten heeft nog geen enkel fractie uit de gemeenteraad zich daarover beraden.

Kortrijk-centrum krijgt een “sociaal restaurant” ! De Eetkeet !

De Kortrijkse horeca-sector zal het graag horen, nu de leden ervan (en de pers) dit hier op deze elektronische krant KW voor het eerst vernemen.
Dat “sociaal restaurant” komt in “Het Hoekhuis” van de vzw “Habbekrats”, gelegen in de Oude Kasteelstraat 4. Eigenlijk is er daar op de eerste verdieping al een ‘lunchlounge”, maar nu wil men die ruimte openstellen voor iedereen, van jong tot oud, al dan niet bemiddeld.
“Habbekrats” is een soort jeugdcentrum voor beetje moeilijk doende tieners uit betere middens, te herkennen aan hun scheve petjes en een zeer specifiek taalgebruik. De vzw die daar achter schuilgaat krijgt in zijn categorie al jaren de hoogst denkbare subsidies: van Stad Kortrijk alleen al 140.000 euro. Per jaar bedoelen we. (Zelfs de Kortrijkse musea kunnen daar niet aan tippen.)

En nu heeft het schepencollege dus beslist dat Habbekrats in zijn hoekhuis een volwaardig restaurant mag uitbouwen, bedoeld voor een “mooie mix van potentiële klanten”, waarbij gewerkt wordt met een “sociaal gecorrigeerde tarificatie”. De naam is al gekend: “De Eetkeet”. De prijzen nog niet.

Voor de vele nabijgelegen eetgelegenheden (alleen al voor het frietkot aan de oude Leie) is dit natuurlijk een zeer marktverstorend gebeuren, een vorm van oneerlijke concurrentie.
Ten eerste zal De Eetkeet weinig of geen personeelskosten te dragen hebben. De tewerkstelling zal gebeuren met zwaar betoelaagde mensen uit de kansengroepen (minstens 4 voltijdse equivalenten) die nog door minstens één VTE passend worden omkaderd. Geen restaurant op de Grote Markt kan zich zoveel personeel veroorloven. Die personeelsleden zullen daarbij nog kunnen genieten van een opleidingsproject bij de vzw Mentor in samenwerking met centra voor volwasseneducatie en het sectorfonds Horeca Vorming.
Ten tweede.
Voorlopig zal Stad niet financieel bijspringen. Maar Stad zal wel een aanvraag tot erkenning en financiering indienen bij het Vlaams Subsidieagentschap Werk en Sociale Economie. (Is men hiermee al niet te laat? Aanvragen moesten toch binnen tegen maandag 26 april?) Men wil dus De Eetkeet laten erkennen als een initiatief in het kader van de Lokale Diensteneconomie. Als dit lukt, kan men bijvoorbeeld de loonkost voor het omkaderingspersoneelslid (iets van 12.700 euro) aangeven. Krijgt men subsidies per doelgroepwerknemer (iets van 8.500 euro) en wellicht nog een eenmalige subsidie. En nog van alles, vanuit wat men in het jargon van de sociale economie of de non-profitsector noemt: de klaverbladfinanciering. Ja. Vier mogelijke Egyptische vlees subsidiepotten. Nu geen tijd om daar dieper op in te gaan. Dat UNIZO het maar eens aan zijn leden uitlegt.

Marktfalen?

Is dit alles dus niet marktverstorend?
Maar neen.
In het kader van de lokale diensteneconomie behoort het project volgens Stad tot wat men aanziet als een dienst van algemeen economisch belang.
Zeg.
De Eetkeet beantwoordt aan een maatschappelijke nood !
Er is een publiek algemeen belang mee gemoeid, want inzake het beleidsdomein (hier dus: eetgelegenheden, niet enkel voor tieners) is er sprake van marktfalen. De markt (in Kortrijk dan) voorziet niet, of onvoldoende of op de onjuiste manier in resto’s voor “een mooie mix van potentiële klanten” (van jong tot oud, al dan niet bemiddeld).
Dus is er volgens de Europese Dienstenrichtlijn geen sprake van oneerlijke concurrentie. Zo denkt het schepencollege daar blijkbaar over, zonder enige motivatie. Zonder enige motivatie? Het probleem wordt zelfs niet gesignaleerd.

Zal Unizo-Kortrijk (durven) in het geweer komen tegen dit initiatief?
Durven in twijfel trekken dat er terzake eetketen geen duidelijk aantoonbare behoefte is die leeft in de Kortrijkse samenleving?
Voor de clochards en daklozen in de buurt wellicht wel. Maar dat is niet de doelgroep van “Habbekrats”. Absoluut niet.

P.S.
In het vlakbij gelegen “Textielhuis” (Rijselsestraat) exploiteert men ook een zgn. sociaal restaurant. Menu: 11 euro.
In de enkele maar weinige sociale resto’s elders in Vlaanderen gaat het meestal om 7 à 8 euro, indien men niet kan genieten van een of andere reductie van de prijs. In Kortrijk hebben we natuurlijk nog Poverello, met een onwaarschijnlijk lage prijssetting.