Category Archives: wonen

Kortrijk doet het beter

Pas nu ontdekt… En het staat niet in de Stadskrant.
In het kader van het Vlaamse stedenbeleid zijn door de centrumsteden met de regering beleidsovereenkomsten afgesloten. De betrokken steden geven daarbij aan welke maatschappelijke effecten ze willen realiseren met de middelen van het Stedenfonds en welke evoluties ze in de stedelijke omgeving willen realiseren in de periode 2008-2013. Het eerste rapport verscheen in 2008. Dat wisten we. Maar nu (juli?) is er door de studiedienst van de Vlaamse regering een update van de indicatoren gemaakt.

De tevredenheid van de inwoners is verhoogd.
76% van de inwoners is tevreden over de stad.
81% is tevreden over het aanbod aan restaurants en eetcafés. In vergelijking met de andere steden is dit een eerder gemiddelde score.
74% is tevreden over het aanbod aan sportmogelijkheden. Dit is meer dan het gemiddelde.
Slechts 58 procent is tevreden over het aanbod recreatie en slechts 61 procent is tevreden over de uitgaansmogelijkheden.

De betrokkenheid van de burger bij het beleid is verhoogd.
56% van de inwoners voelt zich voldoende geïnformeerd over en door de stad. (Enkel deze meting is significant beter dan in de andere centrumsteden.)
16% is actief betrokken om iets in de buurt of de stad te verbeteren.
42% is bereid om mee te praten over wat er in hun stad gebeurt.
27% is tevreden over de consultatie van de bewoners door het stadsbestuur.
29% heeft vertrouwen in de stedelijke overheid. (Dit is niet zo slecht in vergelijking met de andere steden.)

De sociale cohesie is versterkt.
Eén slechte score hier: 18 procent van de inwoners geeft aan bepaalde plekken te mijden in de gemeente.
74% is tevreden over de contacten in de buurt. (Vierde positie!)
49% heeft een actief lidmaatschap.
16% is actief betrokken om iets in de buurt of de stad te verbeteren.

Mijdgedrag voor bepaalde plekken in de stad ligt iets hoger dan in andere steden.
Het aandeel van de inwoners dat altijd of vaak bepaalde gedragingen zegt te mijden omwille van de risico’s op onveiligheid ligt tussen 16 en 25 procent.
18% vermijdt dus bepaalde plekken.
Een kwart van de inwoners zegt niet open te doen voor onbekenden.
Eén op vijf inwoners vermijdt om met kinderen ergens (?) naartoe te gaan.
17% vermijdt om bij duisternis weg te gaan.

De fysieke woonomgeving is verbeterd.
67% is tevreden over de uitstraling van gebouwen in de buurt.
49% is tevreden over de uitstraling van straten, pleinen en parken.
Maar: slechts zes op tien inwoners zijn fier op hun stad.

Even aantal Kortrijkzanen tellen? (1)

Waar zijn we in godsnaam aan begonnen?
Wie het inwonersaantal van een Vlaamse gemeente wil kennen zit met een probleem.
De cijfers verschillen naargelang de (officiële) bronnen: het Rijksregister, de directie Statistiek van de FOD Economie (het vroegere NIS), de lokale Vlaamse statistieken, de lokale bevolkingsdienst, de lokale begrotingsdocumenten, de provincie. Voor Kortrijk hebben we nog af te rekenen met een soort tweederangsgegegevens verstrekt door de gazetten, door het OCMW, door Leiedal, de Kortrijkse website.

Groot probleem is nog dat de officiële bevolkingsstatistieken die allen gebaseerd zijn op die van het Rijksregister danig gedateerd zijn. Vlaamse statistieken gaan tot 2007. De FOD Economie gaat tot 2008. Het Rijksregister zwoegt met ICT-problemen.

Niettemin heeft de redactie van Kortrijkwatcher met veel gevloek en gesakker heel recent cijfermateriaal kunnen opsporen.
Ter gelegenheid van de federale verkiezingen heeft de regering op 1 juni aan elke Belgische gemeente een “globaal” bevolkingscijfer medegedeeld. Voor Kortrijk: 75.148. Nochtans hield het Rijksregister het per 1 maart 2010 op 75.041 inwoners.
Op 22 mei hield “Het Laatste Nieuws” het bij 75.100 inwoners. Dat afgeronde en ongenuanceerde getal was gebaseerd op een persbericht van schepen Wout Maddens over het woonbeleid en de demografische toestand in de stad. Wie het volledige persbericht heeft doorgenomen (stond via een link op deze weblog) kon nog vernemen hoe de situatie was op 19 mei van dit jaar.
Aantal Belgen: 70.552. Niet-Belgen: 4.563. Subtotaal: 75.115.
Wachtregister: 387 (dat zijn asielzoekers of ex-asielzoekers).
Algemeen totaal: 75.502 inwoners.

Begin dit jaar (nou ja, op 31 december 2009) telde schepen Maddens (de bevolkingsdienst) 74.895 inwoners, zonder rekening te houden met het wachtregister. Het begrotingsdocument 2010 hield het bij 74.208. En het provinciebestuur sprak van 74.276 inwoners.

Veel is natuurlijk te wijten aan slordige en luie ambtenaren. Traagheid in het bijhouden van de registers en het doorsturen ervan (na notulering in het schepencollege).
Maar er stelt zich nog een ander probleem. Statistieken definiëren vaak niet wat men onder “bevolkingscijfers” verstaat. Heeft men er de vreemdelingen bijgeteld of niet? De asielzoekers ook?
Het Rijksregister telt alle inwoners, ongeacht het register waar ze zijn ingeschreven : het bevolkingsregister, dat van de vreemdelingen en het wachtregister. Tegelijk zegt men dat die niet worden bijgeteld in het bevolkingscijfer. De Algemene Directie Statistiek en Economische Inspectie (ADSEI) van de FOD Economie vertelt ook weer dat men geen rekening houdt met het wachtregister. Nochtans liggen de cijfers van ADSEI hoger dan die van het Rijksregister.
De lokale statistieken van Vlaanderen hebben het over Belgen, niet-Belgen, “andere en onbekende nationaliteit”.

Het is al jaren internationaal bekend en aan de kaak gesteld. De Belgische statistieken in het algemeen zijn al even waarheidsgetrouw en accuraat als die van de Congolese Republiek.