De prijs van het doortrekkersterrein (3): herziening

In een stuk van laatstleden 5 november was hier een poging om de prijs van een standplaats te berekenen op het doortrekkersterrein voor woonwagenbewoners in Heule-Watermolen.
Op basis van onvolledige gegevens raamden we die op 50.783 euro per plaats.

Op basis van nieuwe gegevens kan nu de zaak wat beter ingeschat. Die nieuwe gegevens werden kenbaar gemaakt ter gelegenheid van de prijsuitreiking “Gouden Woonwagen” aan schepen Frans Destoop op 10 november in het stadhuis.

Het voornaamste nieuwe element is dat men voor 318.000 euro grond heeft aangekocht voor de aanleg van het terrein. Mijn schatting bij extrapolatie van mij bekende cijfers was dat het kon gaan om een bedrag van ca. 274.000 euro. Het blijkt dus meer.

Blijkt nu ook dat de gebruikte oppervlakte ca. 8500 m² zou zijn.
Wel, dat klopt dan niet met wat in de gemeenteraad van overmorgen maandag 13 november zal worden goedgekeurd.
Daar is echt sprake van 8.373 m². We blijven dus bij dat officiële cijfer. Dat geeft dan 37,9 eupo per m².

(Leiedal verkocht zijn grond voor ongeveer 19 euro. Het Vlaams Gewest voor 21 euro. Heeft de familie Sabbe de prijzen in de hoogte gejaagd?)

De aanleg van het terrein vergt 740.827 euro, inclusief het colllectieve dienstgebouw dat ca. 391.000 euro zal kosten. Dat blijft.

Nieuwe berekening.
Grondaankopen plus aanleg terrein (met dienstgebouw) geeft een bedrag van 1.058.827 euro.
Gedeeld door 20 standplaatsen: 52.941 euro.
We waren een vorige keer er toch niet erg naast. Slechts 2.200 euro.

Administratie-, studie- en notariskosten en honoraria (bijv. ook voor Leiedal, en wat men daar nog uitspookt.)
En dit desalniettemin nog even in herinnering brengen. Puur pro memorie want er wordt hier vaak veel vergeten.
Oorspronkelijk en lang geleden dacht men dat de realisatie van een standplaats zoiets van 6.250 euro kon kosten. Zonder verwervingskosten. Dat is nu opgelopen tot 37.000 euro, all in, maar zonder de aankoop van de grond.

En ook nooit vergeten: onze nomaden lezen kortrijkwatcher. Hebben ze lol.

KIJK.
HET DOET ER ALLEMAAL NIET TOE.
MAAR WAT MET DE INVESTERINGEN VOOR EEN CAMPING VOOR EUPOPESE TOERISTEN MET MOBILHOMES IN KORTRIJK?
Een putje met een kraantje is toch genoeg?
En nu alle onze schilderijtjes weg met dat huilende zigeunermeisje.

DAT GOLFTERREIN. DIE YACHTHAVEN. Moet komen. Ook goed voor zigeuners. Willen namelijk alles weten over Gadgo’s.

Sociale economie (4): een woord vooraf

Komende dagen zult u het hier weer moeten stellen met aartsvervelende stukken.
Maar daar is veel aanleiding toe.
Die gemeenteraad van aanstaande maandag wordt weer niks. Niet eens aanvullende punten van raadsleden. Iedereen doodmoe.

1. Zopas heeft Els Van Weert stipt als altijd haar beleidsnota over sociale economie voorgelegd. Els is staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie. (Ik geloof dat Jan Dhaene bij haar werkt.)

2. RESOC zal op 13 december (Kulak, 18u30) een debatavond wijden aan het nieuwe streekpact voor Zuid-West-Vlaanderen. In het basisdocument (derde deel) worden tien thema’s behandeld en daar komt ook alweer sociale economie aan bod.

3. In samenwerking met Leiedal zijn er ook een 25-tal jongeren (studenten) van bij ons betrokken bij de bespreking van het streekpact. Zij kregen als opdracht om eens grondig na te denken over de vraag hoe onze streek aantrekkelijk kan gemaakt worden voor werk, wonen en jongeren. Het onvoorstelbaar intrieste resultaat van al dat denkwerk kunt u lezen op www.pharewest.be. Moge deze waan- en onzin stoppen! Een regelrecht affront voor onze streek.

4. Ons stadsbestuur (schepen Lieven Lybeer) heeft bij het HIVA (dat is een ACW-gremium in Leuven) een heel dure studie besteld over sociale economie in Kortrijk. Hier werd daar al een keer over bericht. (Zoek met trefwoord HIVA. Of “Constructief” bijvoorbeeld. Of sociale economie natuurlijk. Werk.waardig. Of blader gewoon wat in de rubriek “sociaal”. Het is een warboel.)

5. Er gaan onnoemlijk veel financiële middelen naar die Kortrijkse sociale economie. Het is zelfs niet te achterhalen hoeveel. Alleen al het “Fonds voor sociaal kapitaal” beschikt voor dit jaar over een budget van 276.531 euro. Geen mens weet wat daarmee wordt aangevangen. En in de stadsbegroting zitten bij wat genoemd wordt “technische prestaties van derden” ook aanzienlijke bedragen verscholen voor “sociale economie”. U ziet op straat toch soms een ploeg die herfstbladeren wegblazen? Die ploeg doet dat niet gratis. Dat is sociale economie. De ploegleider al gezien?

En wist u dat al onze Belgische regeringen samen voor dit jaar 30,6 miljoen (euro) hebben uitgetrokken voor sociale economie PLUS “maatschappelijk verantwoord ondernemen”? Awel, ik niet.

6. Met de nieuwe coalitie CD&V-VLD valt het af te wachten of er niet een soort tabula rasa zal komen in de sector sociale economie.
(Het streekpact van RESOC dient volgend jaar goedgekeurd door de nieuwe gemeenteraad.)
Ongelooflijk hoeveel organisaties en personeel daarmee is gemoeid. En de overlappingen zijn ook al niet te tellen.

Wie kan er nu voluit tegen “sociale economie” gekant zijn?
Er zijn wel fundamentele vragen te stellen.
Het is wellicht per definitie zo dat sociale economie veel financiële middelen behoeft. Maar zoveel?
En worden die middelen wel optimaal ingezet? Wordt er niet teveel opgesoupeerd aan kantoren, bergen studies, het opmaken van actieplannen, websites?
Is er wel voldoende doorstroming naar de reguliere arbeidsmarkt van mensen die men in de sector zelf aan het werk zet?

Maar wat is sociale economie eigenlijk?
Daar zijn veel opvattingen over, maar we hanteren de definitie van VOSEC (Vlaams Overlegplatform Sociale Economie en Meerwaarde-economie).
Zet u maar schrap.

“De sociale economie bestaat uit een verscheidenheid van bedrijven en initiatieven die in hun doelstellingen de realisatie van bepaalde maatschappelijke meerwaarden voorop stellen en hierbij de volgende basisprincipes respecteren: voorrang van arbeid op kapitaal, democratische besluitvorming, maatschappelijke inbedding, transparantie, kwaliteit en duurzaamheid. Bijzondere aandacht gaat ook naar de kwaliteit van de interne en externe relaties. Zij brengen goederen en diensten op de markt en zetten daarbij hun middelen economisch efficiënt in, met de bedoeling continuïteit en rentabiliteit te verzekeren. De sociale economie is in de praktijk een bonte verzameling van initiatieven, waaronder beschutte werkplaatsen, sociale werkplaatsen, erkende adviesbureaus; de startcentra, invoegbedrijven, kringloopcentra, activiteitencoöperaties, buurt- en nabijheidsdiensten…”

Zo. Nu weet u het weer.
Sociale economie niet verwarren met non-profit, of meerwaardeneconomie.
Draagt u soms uw strijk naar Kanaal 127?

P.S.
Het ziet er naar uit dat mijn verhaal over meerdere dagen zal gespreid worden. Moet nu toch een keer echt de baan op, naar de WAAK, Constructief, het OCMW, Mobiel, etc.
De Hond in het Kegelspel.
En dan met een Mentor naar een of ander revalidatiecentrum.

De stemmen per telbureau

Bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2006 werd er in 30 bureaus geteld.
Ieder van die telbureaus kreeg telkens kisten te verwerken uit één of soms twee stembureaus van Kortrijk-stad en meestal twee deelgemeenten.
In welk telbureau kregen de diverse partijen het grootste of kleinste aantal stemmen?

De gegevens hierna moeten zeer voorzichtig gehanteerd worden.
Conclusies zijn moeilijk.
Bijvoorbeeld.
De kiezers van de Passionistenlaan werden geteld in vijf afzonderlijke telbureaus. Die van de Houtmarkt in drie. En stemmen van het Plein in nog een ander bureau.
De Kollegestraat ging naar vier telbureaus.
Komt daarbij dat de stemmen van een bureau uit het centrum altijd gemengd worden met minstens één uit een deelgemeente. En die uit de deelgemeente Heule bijvoorbeeld zijn dan weer verspreid over niet minder dan elf telbureaus.

Maar goed. We doen ons best.
In het telbureau 8 werden heel veel stembiljetten geteld: 2004. Dat telbureau slaat op de Sint-Elooisdreef, de Filip Van De Elzaslaan (dus twee stembureaus van Stad) en de Steenstraat in Heule.
Hier haalt de SP.A-Spirit het minst aantal stemmen (204) en de
CD&V-NVA het meest (874).

Het spreekt vanzelf dat in alle telbureaus de CD&V het hoogste aantal stembiljetten haalt. Maar waar dan doet de partij het minder goed? In telbureau 22. 533 stemmen op 1.647. Daar werden een deel van de stemmen geteld van de Passionistenlaan plus die van het Vlaswaagplein te Bissegem en de Kortrijksestraat in Heule.

Welke van de telbureaus kunnen nog ter sprake komen?

Telbureau 5. Waarom? Daar behaalt Groen het minst: 80 stemmen op 1.804. In dat telbureau gaat het om een deel van de stemmen uit de Kollegestraat en Steenbakkerstraat, plus het Rodenburgplein in Marke. Rodenburg is groen maar stemt blijkbaar niet Groen. De VLD haalt in dit telbureau ook veel stemmen (495).

GROEN doet het onder andere relatief goed in telbureau 13. 118 stemmen op 1.747. Waar is dat dan? Stemmen uit de Houtmarkt, de Schoolstraat in Heule en de Processiestraat in Bellegem. Nog goed voor Groen is telbureau 28 met 119 stemmen op 1.918. Hier gaat het om een stuk van de Min. De Taeyelaan, de Rollegemkerkestraat (Rollegem) en ja ook de Watermolenwal (Heule).

Het Vlaams Belang haalt in telbureau 6 zijn hoogste score: 318 op 1.949. Dat is daar bijna evenveel als de SP.A. Dit telbureau slaat op weer een deel van de Kollegestraat plus de Watermolenwal in Heule en Bissegemplaats. Zit de komst van het zigeunerpark in Heule-Watermolen er voor iets tussen?

VLD haalt zijn hoogste score in telbureau 17, en dat is nu net het bureau waar het meeste aantal stembiljetten aankwamen. 590 stemmen op 2.048. Dit bureau kreeg kisten uit een deel van de Condédreef, plus (weer) de Watermolenwal in Heule en de Groenweg in Bellegem. De CD&V ligt aldaar trouwens ook goed (851 stemmen).

De laagste score voor de SP.A-Spirit is te vinden in telbureau 8 en telbureau 19. Bureau 8 kennen we al. Nummer 19 slaat op een deel van de Veldstraat en (weer) het Rodenburgplein in Marke plus de Schoolstraat in Heule.

SP.A-Spirit haalt zijn hoogste aantal stemmen in telbureau 23: 440 op 1.738. Het gaat hier om een deel van de Passionistenlaan, de Hellestraat in Marke (Bart Caron woont in deze deelgemeente) en het Lagaeplein in Heule.

——
EVEN WAT ORDE AANBRENGEN.

De CD&V-NVA behaalde in Groot-Kortrijk 39,98 procent.
Dat percentage is met 42,6 overtroffen in telbureau 8. Wat Stad zelf betreft ging het hier om de Sint-Elooisdreef en de Filip Van de Elzaslaan. Plus de Steenstraat in Heule.

De VLD behaalde 21,48 procent.
In telbureau 17 ging het om 28,8 procent. Dat is de Condédreef , Watermolenwal (Heule) en Groenweg (Bellegem).

De SP.a en Spirit behaalden 17,96 procent.
Met 25,31 procent is dit gemiddelde overtroffen in telbureau 23. Dat wil zeggen: Passionistenlaan, Hellestraat (Marke) en Lagaeplein in Heule.

Vlaams Belang kreeg 14,42 procent achter zich.
Overtroffen met 16,31 procent in telbureau 6. Dat is een stuk van de Kollegestraat plus Watermolenwal (Heule) en Bissegemplaats.

GROEN was goed voor 5,56 procent.
Grootste succes in telbureau 28 met een score van 6,20 procent. Stemmen gehaald in de Min. De Taeylaan, de Watermolenwal (Heule) en de Rollegemkerkstraat (Rollegem).

EN NU NOG EEN ZEER GEDURFD WAAGSTUK.
Hoe deden de partijen het in wat we maar gaan noemen: de stadskern?
Het antwoord is heel benaderend. In feite niet echt te achterhalen.

Passionistenlaan?
We hebben de stemmen geteld van de vijf telbureaus waar de kisten uit de Passionistenlaan samenkwamen. De telbureaus 22 tot en met 26. Daar zitten wel ook veel stemmen uit Heule. Niet vergeten.
CD&V-NVA: 36,93 procent.
VLD: 18,24 procent.
SP.A-Spirit: 15,42 procent.

Houtmarkt plus Plein?
Dat zijn de telbureaus 11-13 en 21. Daar zitten ook het Halenplein bij, Walle, Bissegemplaats, Kooigemplaats.
CD&V-NVA: 38,57 procent.
VLD: 21,77 procent.
SPA-Spirit: 16,43 procent.

Kollegestraat?
De telbureaus 3 tot 6. Niet enkel de vier stembureaus van de Kollegestraat maar ook nog van o.a Vlaswaagplein en Bissegemplaats (Bissegem), Watermolenwal (Heule), Rodenburgplein (Marke). Geografisch eigenlijk heel divers.
CD&V-NVA: 37,92 procent.
VLD: 19,33 procent.
SPA-Spirit: 17,66 procent.

Geen enkele telbureau heeft puur stemmen geteld uit Kortrijk-Stad.
Spijtig dat er hier geen exit-polls werden gehouden. (We hebben hier toch studenten genoeg om aan het werk te zetten?)
Zo kunnen we ook weinig te weten komen over stemverschuivingen. Maar dat het verlies van drie zetels bij de CD&V gewoon zijn gewonnen door het Vlaams Belang is wel een simplistische redenering.

De mémoires van Emmanuel de Bethune (4): de achterliggende ideologie

(Dit stukje is weer wat aangevuld. Ben een ware fan van baron, inclusief de politieke zoon en dochter. Ga straks op de koffie. Sabine praat zo mooi. En Jean: een echte rapper.)

EEN ONVERSTOORBARE PERSOONLIJKHEIDSTRUCTUUR

Bij een poging – via het boek – tot inkijk in de denkwereld van ereburgemeester Manu de Bethune valt alleszins op hoe onverstoorbaar deze man is. Wonderlijk hoe overzichtelijk en relaxed het leven toch voor iemand kan zijn.
Opvoeding doet er soms wel iets toe. Leren lezen en schrijven bij een doodsbange gouvernante. Pas op zesjarige leeftijd naar school. Het is niet aan iedereen gegeven.
En wat voor school? Veel later daarna beginnen puberen in een of andere abdij in de buurt van Brugge en daarna later in Leiden nog veel meer, en in een elitair studentenhuis daarvan bekomen te Leuven waar “geprivilegeerde jongeren zich leerden integreren in het Vlaamse milieu” (pag 17). Toen kwam: Greta.
Op de duur kan – met tijd en boterhammen en een goed kot – iedereen doctor in de rechten worden. En er nog wat bijdoen, met enkele keuzevakken.

Wat lezen we bijv. op pag. 17-19? “Er was tijdens mijn Leuvense periode nogal wat ophef in het land. Maar de terugkeer van Leopold III in 1950 en de daaropvolgende betogingen en onlusten, de omstreden onderwijswet Collard die België in rep en roer zette, konden mijn studieijver nauwelijks beïnvloeden.” Ophef? Er vielen toen doden. Elke opinie ontbreekt.

“Omstreden” wet-Collard?
Wat ikzelf als scholier bij de schoolstrijd van 1955 heb meegemaakt in Kortrijk heeft mijn leven getekend. De eigenste katholieke exacte en vooral niet-exacte brave leraren van mijn school die voor mijn ogen met dagen op voorhand geprepareerde rotte eieren ruiten ingooiden van socialistische cafés. De Rijselsestraat was een slagveld. Leerlingen-deugnieten die mochten absent blijven op school om wagens te vernielen. Weg met Collard! Claxons. TUUT-TUT-TUT-(TUUT). Zoniet werd je de kop ingeslagen. Kasseien uitbreken aan de Gentsepoorte. En dan weer naar school: bij de broeders JMDLaSalle. De witlappen hadden een keer weer een zieltje gered.
Het ging weer over de ziel van het kind. Spaarboekjes bij de Staat (onze eigenste kas) moesten opgezegd. Vriendschappen (Theo) bloeiden ten huize van de familie De Clerck.
Manu, weet u daar nu altijd nog nergens van?
Het is Manu allemaal ontgaan. Hij was toen 25, ik 16 en weet er nog alles van.
En pas achteraf zag iedereen in dat Collard nog zo slecht niet was. Die progressieve frontvorming dan waar Wilfried Martens en Jean-Luc Dehaene voorstander van waren. De pluralistische gemeenschapsschool. Manu toch. Waar was je?

De oorlog. WO II en WO I.
Kwam men daar op het kasteel van Marke nog een beetje overeen met logeerders als maarschalk Göring en tevoren met de rode baron Manfred von Richthoven? Adel adelt.

Terzake.
Hoewel de burgemeester zelf zegt dat hij ooggetuige was van ingrijpende socio-culturele en economische veranderingen blijven vele items totaal onder zijn radar. Je leest niets of in elk geval distilleert hij geen uitgesproken meningen over bijv. de oorlog (het nazisme), de repressie, de schoolstrijd, de taalgrens (Moeskroen, Brussel-Halle-Vilvoorde), de Brusselse en witte marsen, de Congolese onafhankelijkheid (het neo-kolonialisme), de winterstakingen met de Eenheidswet, enz. Geen woord over armoedebestrijding, ontwikkelingshulp, immigratie, multiculturele samenleving, de nieuwe media, globalisering, milieuproblematiek, mei ’68, de vrouwenemancipatie, sociale economie, etc. OCMW. Laat staan braindrain of leegstand. De opkomst van het Vlaams Blok in Kortrijk.
Maar dan komt er plots wel een nogal uitgebreide passage over Marc Dutroux. Kwestie van justitie-minister Stefaan De Clerck te treiteren?
Manu is van die andere wereld die het goed met ons (voor)heeft. Zo duidelijk als iets. We moeten ons daarbij neerleggen.
En nu valt er me een vraag te binnen: is Manu wel soldaat geweest? Geen relaas hierover te vinden.

Zijn onverstoorbaarheid kwam overigens ook tot uiting in de gemeenteraad. Hoe vaak heeft hij niet een debat stopgezet of zelfs voorkomen door gewoon, maar drastisch over te gaan naar het volgende agendapunt?
(Zoon Jean heeft er iets van overgeërfd. Probeer maar een keer te dialogeren of babbelen met hem. Hij bekijkt niet eens zijn emails.)

POLITIEK IS EENVOUDIG

Voor Manu is het burgemeesterschap “een fijne job”, en de “boeiendste van alle politieke mandaten”. Je bent de baas. Van belang is dat je goede connecties hebt (en die had hij, tot in de hoogste kringen) en dat je contact houdt met de bevolking. Aandacht voor de sukkelaars.

Openbaarheid van bestuur?
Manu weet daar alles van.
Op zeker moment heeft de de kasteelheer van Marke de begroting van zijn dorp spontaan aan de pers gegeven zeg. Misschien ook aan zijn schepenen. Maar iedereen was content. Alles begrepen ook.

De jeugdproblematiek?
Richt dan toch eens wat kampvervoer in, zet eens een kinderboerderij op!
Lees wat Manu op pag. 20 schrijft over zijn eega: “Haar ongebreidelde inzet voor minderbedeelden en allochtonen is voor mij en voor onze kinderen een dagelijks voorbeeld van de manier waarop op eenvoudige wijze problemen kunnen opgelost”.
Politiek is caritas.

Cultuurbeleid?
Ook hier vertrekken van “een eenvoudig principe”: cultuur dichter bij de mensen brengen, (MAAR WELKE? Voor wie? -FL ), zonder daarom de socio-culturele initiatieven en activiteiten van de bevolking te bepalen. Vandaar: overal ontmoetingscentra en buurthuizen inplanten. BEST PINTEN DRINKEN. Dan komt alles goed.

Géén prioriteit geven aan musea: “Levende cultuur is belangrijker dan dode” (pag. 114). Maar dan wel veel aandacht schenken aan bibliotheken, want bibliofilie is nu eenmaal uw persoonlijke hobby.
De dode, ongetwijfeld schone boeken. Manu kan zijn ongebreideld archief in het vervolg schenken aan onze geplande nieuwe stadsbibliotheek? In een aparte, sacrale ruimte. Een echte leesbibliotheek. Zoals de vele Kortrijkzanen-lezers dat zouden willen hebben.
Manu was wel bekommerd om via stadsdiensten zijn eigenste persoonlijke huisbib op punt te zetten. Zie nog het subjectieve, onvolledige, onjuiste relaas over de firma Wang.

En wat is in het algemeen een mogelijk beleid in een gemeente?
Bij de verkiezingen van 1994 verspreidde de toekomstige burgemeester een “postkaart” met daarop de boodschap: “Er is aandacht nodig voor elkaar en voor iedereen in de stad, zowel vandaag als morgen”.

De ereburgemeester had ook een afkeer van gigantische, prestigieuze plannen of ambities. Hij uit zelfs zijn twijfels over de uitbreiding van de Hallen (XPO). Op pag. 127 krijgen we te horen dat men nu eenmaal moet erkennen dat Kortrijk geen metropool is en dat ook nooit zal worden. (Ongetwijfeld te aanzien als een uithaal naar de huidige burgemeester Stefaan De Clerck.)

MANU ALS MARXIST

Ja!
Hij had onvoorstelbaar veel aandacht voor harde infrastuctuur: bos (400 ha werden er beoogd in 1988), sociale woningen, ontmoetingscentra, vernieuwing dorpskernen.
Marxisten noemen dit “de onderbouw”. Die is noodzakelijk voor “de bovenbouw”: het immateriële. (Deze gedachtegang is helemaal niet katholiek! In de christen wereldbeschouwing is er eerst HET WOORD (de geest)! Pas daarna de materie.
Manu is filosofisch bekeken een “materialist”.

In het kader van het “vulgair marxisme” is het overigens volkomen logisch dat de Bethune heel goed laat doorschijnen dat hij voorstander is van zuivere intercommunales (WVEM, SPE), en dat hij er ook de voorkeur aan geeft dat sociale woningen niet worden verkocht. Hij is ook geen pertinente voorstander van Privaat Publiek Samenwerkingsverband (PPSV). Heeft slechte ervaringen gehad met de vernieuwingsprojecten van Kortrijk-Centrum-Oost (de buurt van het Overbekeplein). Dat waren bij KCO gewoon poenpakkers. Vrije jongens. Maar Manu bedoelt dit als een optater voor burgemeester Jozef De Jaegere zaliger. Want die wou heel Kortrijk-Centrum-Oost plat leggen. Het scheelde niet veel of het Begijnhof werd afgebroken. Manu heeft het Groeningemuseum gered hoor.

MANU ALS ANTI-CLERICAAL

Ja!
In zijn Brusselse tijd heeft hij op eigen houtje een Vlaamse katholieke school (Sint-Lutgardis, Elsene) opgericht en kwam daarmee zwaar in aanvaring met het aartsbisdom Mechelen.
Manu heeft dat blijkbaar niet vergeten.
Ook in Kortrijk wou hij in genendele dat de clerus zich met aardse politieke zaken bemoeide. Vandaar dat hij geregeld in botsing kwam met de kerkelijke overheid. Die hield er niet van dat hij een gemeentelijke bibliotheek en o.c’s oprichtte (concurrentie met de parochiale werken), de Oude Dekenij inpalmde. Lees nog waarom er geen o.c-Zuid kwam. Alliantie van clerus en ACW. En hoe verstoord de clerus was toen Manu de Sint-Pauluskerk wilde ombouwen tot “ontmoetingsruimte”. In de Oude Dekenij wilden er pastoors op leeftijd gaan wonen.
(Zoon Jean zit op hetzelfde spoor: hij voorspelt dat de O.L.Vrouwkerk wel ooit een groots museum zal worden.)

MANU ALS ANTI-DEMOCRAAT

Ja!
Manu heeft het wel een keer over inspraak van de bevolking, maar hij ziet dat in feite eerder formalistisch. Een gezellige pint drinken en trakteren rondom uw oren volstaat.
Zijn omgang met de gemeenteraad daarentegen was heel abrupt. Speeches en discussies werden afgeblokt.
Zijn praatgrage schepen Stefaan Bral werd menigmaal de mond gesnoerd.
Er is een keer een onvoorstelbaar absurde stemming geweest in de gemeenteraad. Juul Debaere (Agalev) legde het voorstel op tafel dat bij begrotingsbesprekingen elke schepen afzonderlijk zijn beleid zou uiteenzetten. Dat werd door de CVP-meerderheid weggestemd. Ook door de schepenen en burgemeester zelf! Alleen Hilde Demedts mocht het woord nemen, als het tenminste over gemeentefinanciën ging. Weer een zorg minder voor Manu.
Hij laat ten slotte ook meerdere malen goed uitschijnen dat beslissingen niet in de formeel daartoe opgerichte organen gebeuren. Zie bijv. zijn belevenissen bij Leiedal.

Lezen, die mémoires!

CONCLUSIE
OVER MANU IN DE HUIDIGE POLITIEKE CONSTELLATIE

Waar kan men baron Emmanuel de Bethune uit Marke politicologisch situeren?
In de klassieke dichotomische assen: links of rechts-centrum, Vlaams of niet-Vlaams, nationalist of wereldburger, gelovig of ongelovig, kapitalist of socialist, conservatief of progressief, libertijns of kwezel, arm of rijk, witte boord of blauwe boord, sluw of clever, ééndimensionaal of multidimensionaal, open of gesloten geest, vrijzinnig of niet?
Om dit te achterhalen wachten we best op een niet geautoriseerde biografie.
Voorlopig kan men onze gewezen burgemeester en schepen als volkomen TRANSCENDENT inschatten.

In elk geval een burgervader. Een kasteelheer.

—-
Daar verschoot ik toch echt van.
De familie heeft halfweg de jaren ’60 in Brussel aan het eind van de Louizalaan (u wel bekend) een huis gekocht van Robert Rothschild. De familie Rotschild was – als ik me goed herinner – de financier van het Vaticaan, al in de Middeleeuwen. Misschien al sponsor geweest van de kruistochten.
Zou dochter Sabine daar nu een optrekje hebben? Een pied-à-terre?

De prijs van het doortrekkersterrein (2)

In een vorig stuk kwamen we overeen dat één standplaats voor woonwagenbewoners op Heule-Watermolen ongeveer 37.000 euro gaat kosten, zonder de prijs van de grond.
Prijs inclusief die van de grond konden we niet berekenen, wegens gebrek aan transparante gegevens. In mijn dossierkasten dan alleszins.

Nu wordt gevraagd of er dan geen benadering van die werkelijke prijs mogelijk is.
Een poging. Wel voor de zoveelste keer zeggen dat het in onze Stad telkens weer onmogelijk is om inzake grote projecten de werkelijke prijs die uiteindelijk werd betaald te weten te komen. Voorbeelden: het nieuwe stadhuis, de nieuwe sporthal, de tunnel van de Doorniksewijk, de Pentascoop. Alles wat met ICT heeft te maken. Personeelsvorming. Het gaat over miljoenen.

De oppervlakte van Het Goed bedraagt 8.373 m².
Aankoopprijzen die men hiervoor kan terug vinden zijn:
1. gronden Leiedal: 3.670 m² voor 134.600 euro.
2. gronden Vlaams Gewest: 2.047 m² voor 42.884 euro.
3. gronden familie erenotaris Paul Sabbe: 1.380 m² voor 54.734 euro.

Totale prijs voor 7.097 m² dan toch is 232.218 euro.
Maar we mankeren in onze documentatie nog 1.276 m² !
(Zijn dat de gronden Logie? Prijs onbekend.)
De gemiddelde prijs voor de hierboven aangestipte gronden was 32,7 euro per m². (Leiedal verkocht zijn eigendom heel goedkoop: 20,9 euro per m². Sabbe was duurder.)
Als we een extrapolatie maken met die gemiddelde prijs zou die 8.373 m² voorziene werkelijke oppervlakte dan 273.943 euro kosten.

De kost voor de aanleg van het terrein wordt geraamd op 740.827 euro. Daar zit ook de prijs in van het collectieve dienstgebouw: 391.196 euro.

Grond plus “aanleg” maakt 1.014.770 euro.
Gedeeld door 20 standplaatsen geeft dat 50.738 euro per plaats.

Dat is uiteraard wel een grove benadering. Kan er ook niets aan doen. De mij bekende geraadpleegde zigeuners (onderzoeksjournalistiek) weten ook nergens van.
De reële prijs voor de grond kunnen we pas kennen als we zien hoeveel subsidies we daadwerkelijk gaan krijgen van de Vlaamse regering. Men hoopt op 90 procent. Of als schepen Frans Destoop op de gemeenteraad van volgende maandag enig uitsluitsel geeft.

Totaal onbegrijpeljk is dat in de begroting 2006 voor de aankoop van de grond slechts 100.000 euro staat ingeschreven. (Verwachte toelage : 90.000.) Een andere post vermeldt nog een budget van 375.000 euro. Is dat bestemd voor de aanleg van het terrein? Nu zien wat de begroting 2007 zal geven. (Moet nog dit jaar voorgelegd.)

Groot probleem is dat Stad ook wat meer grond heeft gekocht dan echt nodig.
Het meest flagrante feit was wel de aankoop van zowat 50 ha jegens de familie notaris-Sabbe. Ik geloof voor iets van 600 of 700.000 euro. Wil er vanaf zijn. Om waardevermindering te voorkomen dwong de familie de Stad tot aankoop ervan. Men heeft daar dan een mouw aangepast door die gronden te bestemmen voor de uitbreiding van de Waak en van het speelplein de Warande. Voor de aankoop van gronden die buiten het terrein vallen krijgen we geen subsidies.

Bij het berekenen van de reële prijs dient men ook in acht te nemen dat de stadsadministratie en Leiedal daar toch ook wat werk (studies, plannen) voor heeft gepresteerd.
Voorts zijn er nog de notariskosten (aktekosten). Heeft Stad een kosteloze registratie bekomen? Vrijstelling van zegelrecht? Hoeveel bedroegen de dossierkosten? Het honorarium voor de notaris? Zijn er leningslasten?

We zullen wel wat geld recupereren bij de mogelijke komst van de woonwagenbewoners. Retributies. Op het terrein van Mortsel vraagt men voor een standplaats 38 euro per maand.

Misschien nog iets over het stemgedrag in de Raad.
U weet al dat het Vlaams Blok bij de diverse agendapunten rondom het dossier doortrekkersterrein zich meestal heeft onthouden. Pas bij de aankoop van de gronden van het Vlaams Gewest is er in maart 2005 door Bouteca, Depauw en Verschaete plots wel tegengestemd.
Maar toen deed er zich iets eigenaardigs voor. Het agendapunt werd in vier seconden afgehandeld. Er waren geeneens tussenkomsten. Er waren niet eens onthoudingen. 35 ja-stemmen, ook van de VLD die zich anders altijd onthield. En Patrick Jolie was aanwezig! (Godelieve Vanhoutte dan weer niet.)

P.S. (1)
In de vorige eeuw heb ik ooit in een vergadering hieromtrent in “De Gilde” voorgesteld om het “zigeunerpark” te vestigen in de buurt van het kasteel van ereburgemeester Manu de Bethune. Dat werd grinnikend weggewuifd.
Het Begijnhofpark zou ook heel geschikt geweest zijn. Bruisende stad!

P.S. (2)
Niet vergeten! Vrijdag 10 november krijgt schepen Frans Destoop de “goudenwoonwagenprijs” van de vzw Vroem. Om 18 uur in het oude stadhuis. Zie stuk van 17 oktober.

Het doortrekkersterrein komt eraan (1)

Het stond in de sterren geschreven.
Het dossier omtrent de realisatie van het doortrekkersterrein voor woonwagenbewoners (in de volksmond: zigeuners) sleept al minstens een decennium aan. De streefdatum voor de aanleg was 2003. En nu, ja nu de gemeenteverkiezingen voorbij zijn heeft het Schepencollege eindelijk de moed opgebracht om over te gaan tot de uitvoerende fase van het project.
In de volgende gemeenteraad van maandag 13 november wordt namelijk een bestek voorgelegd over de werken en bepaalt men de wijze van gunnen (openbare aanbesteding) voor de realisatie van het doortrekkersterrein.
’t Is schoon. Nogal wat gemeenteraadsleden zullen toch weer min of meer in verlegenheid gebracht worden. Goed kijken wie afwezig is bij de stemming. Punt 4.1.

Over heel dit project zijn intussen al diverse stemmingen geweest. Bijvoorbeeld over de aankoop van gronden . (Véél meer dan nodig, om de familie notaris-Sabbe genoegdoening te doen.)
De belangrijkste stemming was wel die in de gemeenteraad van september 2002 toen men besliste over het principe van de realisatie en keuze van de locatie. Heule-Watermolen, aan de ring, niet zover van het speelplein De Warande, het Ring Shopping Center en de WAAK/Branding. (Kromme Olm.)

Hoe is dat dan gegaan?
Patrick Jolie van de CD&V (die van Heule is) was radicaal tegen de keuze van de locatie en is sinsdien bij andere stemmingen over de zaak stelselmatig even een strategisch plasje gaan doen. Godelieve en Lieve Vanhoutte (VLD, dan N-VA, nu in kartel met de CD&V) was zoals zo vaak gewoon afwezig, strategisch-tactisch of niet. Bij haar (wist) weet je nooit.
Geloof het of niet, maar toen heeft het Vlaams Blok NIET tegengestemd.
Toenmalig Zonnekein en Bouteca hebben zich onthouden!
Idem voor de VLD. (Moniek Gheysens, die niet echt falikant tegen is, was afwezig.) Nu zal de nieuwe VLD-schepen van ruimtelijke ordening of stadsplanning (Wout Maddens) het doortrekkersterrein volgend jaar willens nillens moeten realiseren.

BUFFERZONE

Hoe ziet het ontwerp er nu uit?
Het terrein zal een oppervlakte krijgen van 8.373 m². Oorspronkelijk dacht men aan zowat 7.000 m².
Een heel groot deel daarvan (3.000 m²) zal ingenomen worden door groen.
Er worden nu 20 standplaatsen voorzien met voor ieder zowat 106 m². Echte zigeunerkenners weten dat dit nogal krap is: zij opteren voor 240 m². (Oorspronkelijk dacht men aan 50 standplaatsen, later herleid tot 25.)
De rest van het terrein wordt ingenomen door een collectief dienstgebouw (bureau, sanitair en zo), een centraal binnenplein en wegenis.
Opmerkelijk is dat 35 procent van de oppervlakte gaat naar groen. Vergelijk: 25 procent naar de standplaatsen. Al dat groen is te beschouwen als “bufferzone” (soms 7 meter diep), opdat de omwonenden geen schrik zouden krijgen van die zigeuners, en omgekeerd. Zij ook niet van ons, GADGO’s. Opdat we mekaar niet zouden horen of zien.
Het bestaande bosje wordt zoveel als mogelijk bewaard. En er komt nog “streekeigen” bosgroen. Een haag. Een “stevige” omheining.
Het plein waar de kindjes en orkestjes kunnen spelen wordt met opzet centraal gehouden. Het dienstgebouw kan men beschouwen als een soort muur ten opzichte van de buitenwereld.
De eigenlijke toegang tot het terrein wordt afgesloten met neerklapbare beugels die enkel door de toezichthouder (of de “veiligheidsdiensten”) kunnen ontgrendeld.

En wat kost de aanleg van dit terrein, zonder de grond wel te verstaan?
Het voorontwerp raamt het budget op 740.827 euro, inclusief BTW. Dat is ca. 37.000 euro per standplaats, zonder de prijs van de grond. (Prijs inclusief grond kan ik niet berekenen, wegens gebrek aan transparante gegevens.)

Men hoopt wel weer op een subsidie van 90 procent vanwege de Vlaamse regering.
Me dunkt komt dat dik in orde.
Kortrijk werpt zich hier weer op als “pilootgemeente”. De subsidies kunnen dienen als lokaas voor de andere gemeenten in West-Vlaanderen die beloofd hebben om GELIJKTIJDIG ook een doortrekkersterrein aan te leggen. Bijvoorbeeld nog: het Oostende van Vande Lanotte. Het Roeselare van Luc Martens. Het Ieper van de minister-president. Het Brugge van Landuyt.

Wie wordt er conciërge van het terrein?
Zou best een diploma hebben in de tsiganologie. En veel talenkennis. Ook liefst een ietwat struise man. Geen agoog.

De mémoires van Emmanuel de Bethune (3): zijn stadsfinanciën

(Dit stuk is op 1 november wat aangevuld.)

Een lacune in het boek waar we niet echt van opkijken is dat Manu geen woord wijdt aan “sociale economie”, iets waar tijdens deze legislatuur veel aandacht én geld is naartoe gegaan. Ik geloof zelfs dat de term niet eens voorkomt in zijn verhaal.
Over het OCMW heeft Manu het ook nauwelijks. Wel weer een kleine sneer (naar Frans Destoop?): in de periode 1991-2004 stegen de stadstoelagen met 298,22 procent. Nou jij. Voor één keer dat Manu een procent laat berekenen.

Een lacune die niet uit te leggen valt (of toch?) is dat hij het ook nergens heeft over ontwikkelingssamenwerking en de mogelijke taken voor een stad in deze. Manu is zes jaar in Congo geweest, en heeft op zijn tocht naar ginder met Greta tropenlanden gezien! Kwam in contact met (opkomende) Congolese politici. Met Dag Hammerskjöld, over wiens dood hij een puur vliegtechnische uitleg geeft.
Manu heeft in zijn jeugdjaren ook wel wat afgereisd. Het zou kunnen dat hij ontwikkelingshulp of samenwerking totaal niet beschouwt als een kerntaak voor een gemeente. Op bepaalde gebieden is Manu nogal nuchter hoor.

Maar dan.
Dit is nu een keer absoluut niet uit te leggen.

Manu wijdt in hoofdstuk X welgeteld drie bladzijden aan de stadsfinanciën, met een uiterst flauw grafiekje erbij.
Hoofdstuk X begint zo: “In een werk zoals dit is een lange en wetenschappelijke uiteenzetting over stadsfinanciën niet op zijn plaats.”
Dit valt in genendele uit te leggen als men weet dat Manu ooit een thesis heeft gewijd aan gemeentefinanciën en onder minister Gilson een nieuwe regeling voor het gemeentefonds heeft op touw gezet. Kon toen ook helpen om vier grote steden in België financieel te saneren. Onder premier Vanden Boeynants moest hij uitgaven van bepaalde staatsdiensten in de gaten houden. (Dat is hem niet in dank afgenomen, daar in Brussel. Is Manu moeten vluchten?)

In een tweede druk van de mémoires kan hoofdstuk X totaal herwerkt en aangevuld.
Laat ons hem daarbij wat helpen.

Maar eerst nog even iets heel revelerend uit de mémoires.
Manu erkent zonder blikken of blozen dat hij als burgemeester van Marke de gemeentekas aldaar heeft leeggeplunderd. Met opzet. En dit in het kader van de nakende fusie met Groot-Kortrijk. Hij wou absoluut met een lege beurs (zelfs schulden) naar Kortrijk trekken, liever dan met een overschot de Kortrijkse stadskas te spijzen!
Ongelooflijk. Dat is heel cool.
—-
Ik zei toch al dat u het boek moet lezen! (Over die fusie van Groot-Kortrijk vertelt Manu alweer enkele rauwe waarheden, maar niet alles: Bekaert (Zwevegem) wou in genendele tot Groot-Kortrijk behoren, tenzij men kon garanderen dat Groot-Kortrijk niet ten eeuwigen dage onder een ACW-bestuur zou gebukt gaan.
Zo is dat! Wou mijnheer Antoine misschien zelf burgemeester worden? Manu moet een keer zijn echte mémoires schrijven.
—-

FISCALE INHAALBEWEGING

Manu werd in 1995 voor de tweede keer burgemeester van Groot-Kortrijk, en nu wel voor een volledige legislatuur.
Ik kon nog net de hand leggen op zijn eerste begrotingspeech voor het jaar 1995. Onvoorstelbaar hooggestemd. Alsof hij een speech houdt voor de Verenigde Naties. Niet samen te vatten. (Die begroting werd trouwens pas in maart 1995 voorgelegd! En het eerste beleidsplan kwam er pas in 1996.)

Maar wat vergat hij daarin toen (en nu) te zeggen?
Dat de belastingontvangsten in een klap met miljoenen – BEF toen nog – zouden stijgen. De ontvangsten uit de aanvullende personenbelasting (APB) stegen met 7 miljoen BEF. Die van de opcentiemen op onroerende voorheffing (OV) met 66 miljoen BEF.
Wat was er gebeurd?
Tariefverhoging. Aanslagvoet APB van 6 naar 6,5 procent. Die van OV van 1.400 naar 1.550 opcentiemen.
Kortom een globale belastingverhoging van niet minder dan 200 miljoen BEF.
Want er werd bijv. ook nog een nieuwe belasting ingevoerd: op huisvuil. Opbrengst: plus 64 miljoen, BEF.
De toenmalige schepen van Financiën (Hilde) sprak van “een fiscale inhaalbeweging”.
Kortom: in 1995 betaalden we per kop (baby’s inbegrepen) 17.748 franken aan belastingen, en bij het verscheiden van de burgemeester in 2000 elk 21.590 Belgische frank.

Manu rept er niet over.
Integendeel. Ergens verklapt hij dat er dankbaar kon gebruik gemaakt van een “spaarpotje” , nagelaten door de vorige legislatuur. Terwijl hij nog ergens anders laat weten dat Kortrijk (zonder zijn naam te noemen: het gaat om burgemeester Tone) al die vorige jaren veel te weinig had gerealiseerd inzake investeringen. En ’t is nog waar ook. Maar waarom? Antoon Sansen beheerde Stad als een gezin. Er moest gespaard worden, vooral met het vooruitzicht van de heraanleg van de Grote Markt.

In 1995 steeg de schuldenlast ten andere ook met 7 procent tegenover het vorige jaar.
Onder het Manu-bewind is die last ook wel eens gestagneerd of gedaald (1997). Door een gunstige rente, maar vooral door aflossingen die werden mogelijk gemaakt door de beursgang van Dexia.
Die zgn. Dexia-operatie bracht ons meer dan 300 miljoen op, in BEF.
Pfv. Manu legt dat allemaal niet uit, in zijn hoofstuk X.
Het is toch wel een veelzeggende titel: hoofdstuk X.

Intussen stegen de schulduitgaven tijdens de legislatuur van Manu van ca. 600 miljoen naar ca. 645 miljoen (BEF). Een advies van de begrotingscommissie wou dat er absoluut minder zou geleend worden.
Eigenlijk lag het bestuur in coma tot aan het fameuze dagenlange conclaaf op de Kemmelberg van maart 1997. Manu wijdt er slechts vier regeltjes aan. Daar zijn de grote plannen op tafel gelegd inzake stadskernvernieuwing.
Vandaar de fors stijgende nieuwe investeringen. In 1995 ging het nog om 36 miljoen frank. In 1997 plots 563 miljoen. En in het verkiezingsjaar van 2000 werd een recordhoogte bereikt: 976 miljoen.

Het moet gezegd: Manu heeft wat uitgericht in het centrum.
Heraanleg van de Grote Markt. Leiestraat. Manu wou eigenlijk geheel de noord-zuidas vernieuwen, maar verder dan de nieuwe tunnel van de Doorniksewijk is men niet geraakt.
Andere gerealiseerde projecten: de begraafplaats op Hoog-Kortrijk, de dorpspleinen van Bissegem en Bellegem, de aankoop van het KBC-gebouw.
Over die aankoop van het bankgebouw in de Leiestraat (voor het nieuwe stadhuis, dat oorspronkelijk ergens aan de Houtmarkt voorzien was) vertelt Manu te weinig. Hij beweerde toen dat het gebouw praktisch instapklaar was en de inrichting ervan heel weinig geld zou kosten. Het leek erop alsof stadsdiensten dat zelf met eigen werkmensen zouden kunnen regelen.

De ondergrondse parking en bovenaanleg van de Veemarkt.
Manu was eigenlijk niet echt voorstander van die ondergrondse parking. Raadslid De Coene toen overigens ook niet.
Nu vertelt Manu dat hij last had van “negatieve ervaringen” met de parking onder het Schouwwburgplein, maar ik herinner me nog zeer goed dat hij op een bewonersvergadering in de Zonnewijzer zei dat die parking onder de Veemarkt er nooit zou komen wegens “technisch onuitvoerbaar”.

Ook nog de laatste begrotingspeech van de burgemeester gevonden. Die voor 2000. Er komt geen enkel cijfer in voor.
Alweer een toespraak die men eerder zou verwachten in de grote zaal van de Verenigde Naties.
Hij heeft het over de communicatiemaatschappij, vrije tijd en recreatie, de kenniseconomie en het mobiliteitsvraagstuk.
Het moest ook gedaan zijn met een mentaliteit van kneuterigheid. En hierbij volgde een lofzang op…Flanders Language Valley in Ieper.

Een volgende keer proberen we nog om de politieke ideologie van baron de Bethune te ontraadselen. En dan houden we ermee op. Anders leest u het boek zelf niet meer, en dat zou jammer zijn.

Even tussendoor

Raadslid Filip Santy (ACW-vleugel) zou in 2010 schepen worden in opvolging van Marie-Claire Vandenbulcke (VLD).
Maar er moet minstens één vrouw zetelen in het College van Burgemeester en Schepenen.
Betekent dit dat Hilde Demedts haar kroon bewaart?

Mémoires van Emmanuel de Bethune (2): geen seks!

Nogal wat verrassende zaken staan er in dat boek.

Maar verwacht bij de lectuur ervan zeker geen seks, of zelfs geen vleugje erotiek.
Ook niet in die korte maar hilarische passage waarin de auteur vertelt hoe hij tijdens zijn studietijd in Leuven in contact is gekomen met zijn toekomstige eega, Greta van Cauwelaert, dochter van Karel van Cauwelaert (Schildwacht van “Het Volk”, toendertijd een heel machtig figuur binnen de christen-democratie).

We vertellen niet alles, u moet namelijk het boek lezen.
Maar het is aannemelijk om zich voor te stellen dat Manu al onmiddellijk ingenomen was met Greta. Zij had de filosoof Alain gelezen! In het Frans nog wel.
Kent u die “propos” van Alain?
Over geluk en zo. Educatie. Politiek. Het zijn een soort pertinente softe aforismen die het altijd goed deden bij niet-ideologische geharde hamiltonachtige jonge moderne goedwilligen die van elke ideologie gespeend zijn.
De toenmalige bakvissen.

Je kunt met die “propos” wel vele kanten mee uit, want ze slaan je tilt.
Bij de sporadische lectuur van Alain voel(de) je daar als opgroeiende jongen en zeker als meiske goed bij, als beginnend puberaal denkend wezen. Filosofentijd.
Citaten van Alain konden zo maar in uw poëzieboek, als introductie voor een date.

Anderzijds zei Alain ook flagrante dingen die niet pasten in het overtuigingsysteem, maar door de wijze waarop hij dat zo coulant formuleerde was je als modern gelovige weer gezien.

Letterlijke citaten uit de eerste conversatie van Manu en Greet worden niet weergegeven in de mémoires.
Maar wie zou er als jongeman van 26, en aan het eind gekomen van zijn studies, niet geïntrigeerd worden als zo’n meisje je op een avond in uw elitair studentenhuis een “propos” toefluistert in de aard van: “Aimez, c’est trouver sa richesse hors de soi”. Terwijl je intussen zelf een kasteel in Marke bewoont!
Manu kennende zou het mij niet verbazen dat hij ook un bon mot van Alain uit de kast heeft gehaald : “J’ai souvent envie de demander aux femmes par quoi elles remplacent l’intelligence”. En zij dan weer als repliek: “Je plains ceux qui ont l’air intelligent”.
Zo ongeveer moet het gegaan zijn.

Manu schrijft heel onderkoeld.
Geeft nauwelijks en nergens blijk van enige emotie, tenzij men hier en daar een vleugje (milde?) ironie als een emotie mag beschouwen. Onze ereburgemeester bezit wel gevoel voor het komische. Situationele humor.
Nogmaals: koop het boek.
WOII is bij de familie goed doorstaan. Lees maar.
De repressie, de Koningskwestie, de Schoolstrijd. Het oproer rond de Eenheidswet. Manu was er als het ware niet bij. 1968? Maagdelijk schoon is zijn relaas hieromtrent.

Terug naar de politiek.
Al op de eerste pagina van de inleiding staat er iets verbazingwekkend.
Manu vindt het ook vanzelfsprekend dat men zich kan afvragen waarom hij zijn politieke ambities uitsluitend heeft toegespitst op de Kortrijkse regio, en in den beginne nog wel op een dorp als Marke. DEN ELEKTRIEK OOK.
Daarop antwoordt hij dat dit een bewuste keuze was. “Wie op twee hazen jaagt, vangt er geen enkele.”
Dit antwoord is niet bevredigend, tenzij bedoeld als een steek onder het water ten aanzien van onze huidige burgemeester.
Die bewuste keuze voor die éne lokale haas dan wordt niet expliciet toegelicht.

En hij had me dunkt in 1963, na zijn terugkeer uit Congo, wel degelijk uitzicht op een nationale of zelfs internationale (diplomatie?) carrière. Alleen al door het feit dat hij toen al een indrukwekkende serie invloedrijke kennissen had. Tot en met André Molitor, kabinetschef van de koning. Ook omwille van het feit dat hij heeft kunnen werken in de kabinetten van minister Arthur Gilson en premier Vanden Boeynants. Dat zijn toch gedroomde springplanken?

Wat heeft er Manu weerhouden om in Brussel te blijven?
Daar krijgen we niet echt een antwoord op. Had hij geografisch bekeken al genoeg gezien van de wereld? Een mentale afkeer gekregen van het Brusselse politieke wereldje?
Of wou hij aan de hand van de “Propos sur le bonheur” van Alain simpelweg gelukkig worden als kasteelheer van zijn geboortedorp? Heeft Greta hierin een rol gespeeld? Eens vragen aan zoon Jean?
Wel is het zo dat Manu het burgemeesterschap het meest boeiende vindt van alle mandaten. In Marke toch niet zeker? A.U.B!
Als je daarenboven nog prof bent geweest aan de eerste universiteit van Congo?
Er moet hier iets fundamenteels paternalistisch en neo-feodalistisch achter steken, waar alleen nog een zekere adel voeling voor heeft. Iets van gesublimeerde liefdadigheid.

De overkomst vanuit Congo via Brussel naar Marke is reismatig-intellectueel toch niet zo soepel verlopen.
In 1963 werd Manu in onze deelgemeente Marke gemeenteraadslid.
Maar tijdens de eerste jaren van zijn mandaat (1964-1970) verbleef hij gedurende de week in Brussel. Die Louisa-laan? En in zijn mémoires staat de ene keer (pag. 31) te lezen dat hij in 1967 naar zijn geboortedorp terugkeerde en de andere keer dat het gebeurde in 1969 (pag. 37).
Eén zin uit het boek willen we wel onthouden, zonder die helemaal te verstaan: “Eind 1969 was ik van oordeel dat mijn zonden in Brussel uitgeboet waren”.

Qua bestuurspolitiek is merkwaardig wat Manu ervaart als noodzakelijke voorwaarden om burgemeester (van een dorp) te worden.
Op pag. 37 staat dat hij eind van de 60’er jaren meende voldoende kennis te bezitten om in Marke nog wel een gooi te doen naar de burgemeestersjerp. En hij somt op: studies administratieve en politieke wetenschappen, proefschrift over gemeentefinanciën, prof administratief recht, opdrachten voor verscheidene ministers.
Luister goed, burgemeesters (en schepenen) nu in Vlaanderen: “dit alles sterkte mij in het idee dat ik er klaar voor was”. Om bijna bachten de kupe burgemeester te worden
Bent u er ook klaar voor? Je moet wel geen baron zijn hoor. Dat staat er niet bij. Die thomistische wijsbegeerte?

Plots denk ik dat Manu binnen zijn partij de klaarstaande stomende trein naar ’68 bewust heeft gemist. Verkeerde vrienden gehad? Beetje te elitair-geïsoleerd opgevoed?
Kunt u zich voorstellen dat de koningskwestie hem ook als jonker nauwelijks heeft beroerd? Manu was studax.
MANU HIELD NIET VAN EEN STANDENPARTIJ? TENZIJ DE ZIJNE.
Dat is dan de strijd geweest met zijn rivalen.
Zijn rivalen waren tegelijk het ACW (niet zozeer de kleine man), de andere clans binnen de Middenstand, bepaalde families, andere grootgrondbezitters, de clericalen en vooral al die gasten die nog nooit de wereld hadden gezien. De parvenu’s. Denk ik. Manu hield absoluut niet van mediocriteit.

(Wordt vervolgd, maar op een andere pagina.)

Mémoires van Emmanuel de Bethune (1)

Zopas gekocht.
Titel: “Gedachten en herinneringen, Kortrijk van 1964 tot 2000” (Uitg.Groeninghe).
Voor de jongere lezer: Manu is ereburgemeester van Stad. Ook baron, maar dat is niet erg. Hijzelf laat zich daar ook niet door imponeren. ’t Is een toffe gast. Zeer wijs.
Manu is naar Kongo geweest, dat was Phare South met de stoomboot. Prof aan de universiteit Lovanium (in wat nu Kinshasa is).
Toen al brain drain vanuit Kortrijk. Hilarisch is hoe weinig studenten hij voor zijn vak (administratief recht) voor zich had. Het eerste jaar twee.

Zoon Jean is schepen alhier en voorzitter van de provincieraad. Dochter Sabine is senatrice.
Senior is burgemeester van Marke geweest. Burgemeester van Groot-Kortrijk van 1987 tot 1989 en van 1995 tot 2000.

Benieuwd wat hij te vertellen heeft en niet vertelt.
Bij een eerste geblader valt wel op dat elke bibliografie ontbreekt. Er is wel een uitgebreid personenregister.
Welgeteld twee bladzijden en drie regels (op 294 pagina’s) zijn gewijd aan stadsfinanciën!
Het was nooit zijn sterkste zijde. En toch hij heeft er lang geleden nog een soort thesis aan gewijd. Raar.
Manu is een cultuurmens.
Hij deed ook “niets voor de eer, niets voor het geld”. Zijn leuze was: “Nec auro, nec armis”.

Later een keer een lectuurverslag.

Weblog over het reilen en zeilen in de Kortrijkse politiek door Frans Lavaert