Kortrijk heeft met ingang van 1 januari van dit jaar de terrasbelasting afgeschaft.
Het besluit hiertoe werd in de gemeenteraad genomen bij de bespreking van het nieuwe meerjarenplan 2020-2025, maar een apart debat over die opheffing is eigenlijk niet gebeurd.
Het belastingreglement op het plaatsen van terrassen is voor het laatst goedgekeurd in zitting van 14 december 2015 en sloeg wel degelijk op de aanslagjaren 2016 tot en met 2020. De tarifering was volgens een zonedefinitie ingedeeld in drie categorieën en ging van 5 euro per m² over 12,5 naar 30 euro per m², jaarlijks te betalen.
Dat is dus nu ongedaan gemaakt.
Volgens de jaarrekeningen bedroeg de vordering 58.662,50 euro in 2017 en 60.762,50 euro in 2018.
De jaarrekening 2019 is nog niet gekend (dat kan aanslepen tot in mei) maar schepen Arne (u weet wel: ook Vandendriessche genaamd) meent nu al zeker te weten dat de opbrengst voor 2019 zal oplopen tot 78.025 euro voor 205 horecazaken. (Op WTV hield men het op 70.000 euro. Journalistiek!)
Slaat dit bedrag puur op vorderingen of zijn dit alreeds werkelijk geïnde bedragen? (De invordering van de belasting geschiedt middels een kohier en niet met een contante betaling.)
Hoogst waarschijnlijk is men bij de stadsadministratie zeer opgelucht dat die belasting is afgeschaft. Wat een rompslomp moet het niet geweest zijn om telkenjare per horecazaak de hoogte van het belastingbedrag te bepalen. Stijgingen en dalingen van het aantal terrassen. Verkleinen en vergroten van de oppervlakte (en hoe meet men die m² als er geen afbakening is?) Bepalen van mogelijke vrijstellingen. En al die discussies op de Grote Markt…