Dat kan hier met dit thema nogal saai worden, dus starten we dan maar met wat “petite histoire”. Twee verhaaltjes eigenlijk.
Wijlen parlementariër en Kortrijks raadslid Pierre Lano is er een keer in geslaagd om een tiental doktoren, allen werkzaam in een van Kortrijkse ziekenhuizen van die tijd, te verzamelen rond rijk gevulde tafelen. Dat moet begin van deze eeuw zijn geweest. De bedoeling was om te vernemen wat de heren zoal dachten over de fusie van de ziekenhuizen (Sint-Niklaas, Maria’s Voorzienigheid, Sint-Maarten, Onze Lieve Vrouwehospitaal) en aanvullend dan de bouw van een grote gloednieuwe campus aan de Kennedylaan. Ondergetekende mocht de notulist van dienst zijn. Ik heb in het geheel niets genotuleerd en met opperste verbazing geluisterd naar wat er in dit gezelschap zoal aan de orde kwam. De artsen hadden over de bij hen blijkbaar wel vertrouwde koetjes en kalfjes, een golfterrein (dat weet ik nog), vertelden een soort aangebrande seminaristenkluchten en hadden het voor wat het agendapunt betreft eigenlijk enkel over wat ze zoal zouden moeten afstaan aan erelonen om in die nieuwe kliniek te kunnen werken. Over mogelijke arbeidsvoorwaarden ook, meen ik me nog te herinneren. En dat was het. Enige opinie over de noodzaak van de fusie kwam geeneens aan bod.
En nu komt het tweede ‘klein verhaaltje’, in feite de aanleiding waarom we het een keer willen hebben over het komende nieuwe (niet-medisch, maar burgerlijk) bestuur van de vzw Algemeen Ziekenhuis Groeninge. Ondernemingsnummer 0472 222 625
Nog niet zo lang geleden (de juiste datum doet er niet toe) spitsten we wel even de oren toen schepen Philippe De Coene in een of andere raadszitting als het ware terloops (nou ja…) ter sprake bracht dat hij bestuurder is van het AZ Groeninge. Tegenwoordig (in deze lopende legislatuur) namelijk ondervoorzitter van de Raad van Bestuur, volgens de regels in de oude statuten van het AZ als vertegenwoordiger van het OCMW, – dat in feite niet meer echt bestaat want “ingekapseld” in het stadsbestuur. (Gemeenteraadsleden zijn nu tegelijk “OCMW-raadsleden”.)
Enige verwondering was mijn deel. Was me toch wel niet helemaal meer bewust van het feit dat dit ouwerwetse, corporatistische systeem nog altijd in voege is, een systeem (gebaseerd op wantrouwen) waarbij de functie van voorzitter en ondervoorzitter van de R.v.B. afwisselend toekwam aan een vertegenwoordiger van het OCMW ofwel een afgevaardigde van wat men vroeger bestempelde als iemand van het ‘middenveld’.
We halen er even de gecoördineerde tekst van de statuten bij dd. 8 december 2004. (Voor het OCMW was Marcel Waegemans toen voorzitter en mevrouw Marie-Dominique De Jaegere vice-voorzitter.)
Dat is nodig om straks een treffende anekdote (“petite histoire!”) aan te halen.
Art.9 slaat op de Algemene Vergadering maar moet in deze context absoluut vermeld.
Daar staat: “De afgevaardigden van het OCMW zijn enerzijds de secretaris of de ontvanger van het OCMW en anderzijds de 13 raadsleden van dit OCMW.”
Art.19 nu. “De Raad van Bestuur kiest in zijn midden een voorzitter en een vice-voorzitter.
Het mandaat duurt zes jaar en wordt alternerend na elke zesjarige periode toegewezen aan een bestuurder voorgedragen door de OCMW-afgevaardigden en een bestuurder voorgedragen door de overige bestuurders.”
Wat er mij nog heel goed bijstaat is een gebeurtenis in een raadszitting bij de eerste ‘benoeming’ (in 2013, met de nieuwe tripartite) van De Coene als bestuurder van het AZ, nog wel als voorzitter. Men verweet hem dat hij teveel mandaten cumuleerde, onder meer dus ook zijn functie bij het AZ.
Verweer van de schepen?? Dat hij daar helemaal geen schuld aan had, dat het gewoon een logisch gevolg was van de statuten van het AZ. Wat dus niet juist was, meer geen raadslid zag dit in.
Een tweede verwijt was ernstiger.
De Coene werd dus in 2013 (tot 2018) voorzitter van het nieuwe ziekenhuis terwijl hij vroeger (samen met heel zijn SP-fractie) een onvoorstelbaar heftig tegenstander was van de fusie en de bouw van de nieuwe campus. Hij vond dat het ging om een megalomaan project met een mastodont als gebouw alwaar de ontelbare patiënten naamloze nummers zouden worden.
Hoe de schepen zich daar heeft uitgepraat weet ik niet meer.