Category Archives: economie

Sociale economie (3): de geld- en jobcreatie

Voorafgaand.
Dit stuk kadert in een ellenlange serie lessen (tot volgend jaar oktober) teneinde potentiële kandidaten voor de gemeenteraadsverkiezingen 2006 alle lust of zin te ontnemen om op een lijst te gaan staan. Gemeentepolitiek is geen dorpspolitiek!
Maar als u dan toch wil weten hoe u gratis aan een boormachine kunt komen en zelfs bijna gratis kunt verhuizen moet u toch door de brij hierna. Niets aan te doen.

Niemand heeft er intussen nog iets van vernomen, terwijl Stad (dat is hier en nu schepen Lieven Lybeer) in april van dit jaar actieplannen inzake sociale economie en diensteneconomie voor 2005-2006 heeft laten goedkeuren door de gemeenteraad.
Er was geen tijd meer om uitgebreid de veldactoren en directies te consulteren want om subsidies vanwege Vlaams minister van sociale economie Kathleen Van Brempt in de wacht te slepen was er toen dringend een nieuwe engagementsverklaring van de stad nodig.

Men heeft dan maar wat in mekaar geflanst rondom een tamelijk recente hype bij de bestrijders van de kansarmoede: Buurt- en Nabijheidsdiensten (BND). (In juli 2001 ging het actieplan over de oprichting van een Werkwinkel.)
De inspiratie werd voornamelijk opgedaan bij de vzw BIK te Kuurne. Zie de desbetreffende website.

Wat zijn BND’s?
Dat zijn dienstverlenende voorzieningen met drie geïntegreerde kenmerken.
1° Ze willen de leefkwaliteit van de gebruikers verhogen door “in te spelen” op relevante collectieve en persoonlijke behoeften. (Een klusjesman komt een lamp vervangen.)
2° Ze creëren duurzame arbeidsplaatsen voor alle medewerkers waarvan minstens de helft gerekruteerd wordt uit de kansengroepen. (Over de beoogde jobcreatie later meer.)
3° Ze betrekken de medewerkers en alle belanghebbende op een participatieve wijze bij de organisatie. (Men houdt lulvergaderingen.)

Eigenlijk zijn er drie types BND’s te onderscheiden.
Te weten de CND’s, de IND’s en de BOD’s.
* Collectieve ND’s zijn niet buurtgebonden. Slaan o.m. op groendienst (buiten uw tuin), occasionele kinderopvang.
* Individuele ND’s zorgen bijvoorbeeld voor thuishulp, boodschappen, klein tuinonderhoud.
* De pure BuurtOntwikkelingsdiensten beantwoorden aan specifieke noden in uw buurt.

Wat gaan die NDB’s nu te Kortrijk doen? (Ze moesten al lang begonnen zijn.)
1.
In de aanvangsfase – en meer speciaal ook binnen de aandachtswijken – zal men een klusjesdienst oprichten waarbij ook uitleen van materiaal mogelijk is. U hebt bijvoorbeeld een boormachine nodig.
2.
Er komt ook een vervoersdienst. Pas op: niet voor mensen, maar voor materialen. Die boor wordt dan bij u thuis afgeleverd. Of u kunt ook vragen om uw eigen kapotte boormachine naar het containerpark te brengen. Zelfs boodschappen thuis laten afleveren kan ook.
3.
De vervoerdienst niet verwarren met de verhuisdienst. Wat dat kan ook. Als u geen beroep kunt doen op uw buren (die ook kansarm zijn) of financieel een beetje kampt met moeilijkheden (u wil met de rode lantaarn vluchten voor uw schuldeisers) kunt u op een stedelijke verhuisdienst terecht.
4.
Er komt ook kinder- en tienerwerking. Men zal uw lastige puber bijvoorbeeld begeleiden naar de skatebowl aan de Leie.
5.
Tenslotte wordt er ook gezorgd voor kinderopvang. Crèches met laagdrempelige toegang die zich richten tot een gemengd publiek (een “gezonde mix” van arme en rijke kleuters).

Goed beschouwd is er alhier dus geen BOD in de maak.
Er zijn voor 2005-2006 wel nog twee bijkomende projecten voorzien.
Maar die zijn nog niet ingevuld. En het zou niet gaan om BND’s.
Men wil namelijk in de toekomst adequaat “inspelen” op nieuwe evoluties inzake sociale economie. Die projecten zullen dan puur met lokale middelen gefinancierd worden: 50.000 euro.

WAT MOET DAT NU ALLEMAAL KOSTEN ?
Voor dit jaar (dat al bijna voorbij is!) voorzag men voor het totaal van de projecten aan uitgaven en inkomsten 272.449 euro.
Personeelskosten 230.000. Werkingskosten 42.449 euro.
Als opbrengsten hoopt men op lokale en Vlaamse subsisies (telkens 51.531 euro) en nog een niet nader bepaalde cofinanciering van 134.387 euro. Er zijn ook nog opbrengsten uit de dienstenactiviteiten zelf (35.000 euro) zodat de begroting sluitend is. Men noemt dat dan “zelfbedruipende” projecten.

Het project “kinderopvang” is met het hoogste budget bedeeld: 75.000 euro. (Zou dat geld zijn voor de werking van het nieuwe kinderopvangstehuis in Sint-Jozef? In de begroting is 850.000 euro voorzien vor de aankoop van een gebouw.) De “verhuisdienst” krijgt 55.612 euro. De andere projcten 30.612 euro.

Maar hoe zit het nu met de jobcreatie?
Want dat is de definitie van de stad voor “sociale economie”:
Integratie van zwakke bevokingsgroepen in de maatschappij via het verhogen van hun kansen op tewerkstelling, wat o.m. inhoudt opleiding, werkervaring en begeleiding, maar vooral en in de eerste plaats ook effectieve bedrijfsontwikkeling en jobcreatie.”

Voor de vijf projecten in totaal voorziet men “gestalte te geven” aan NEGEN voltijdse jobs.
En de zuivere personeelskosten (zonder werkingskosten) bedragen 230.000 euro. Dat lijkt redelijk: één miljoen BEF investeren per gecreëerde job. Allez. ’t Is goed.
Als we het aantal jobs afzetten tegenover de totale investering van 272.000 euro krijgen we wel al een minder flatterend beeld.

En nu nog iets. Heel de vraag is of die personeelsleden niet zullen betaald worden middels andere statuten (SINE, PWA, enz.). Het zullen niet allemaal contractuelen zijn die u een boormachine bezorgen. Komen de aangerekende personeelskosten in de begroting zelf van de projecten daar dan bovenop?

En verder is het zo dat al die projecten ook materieel en immaterieel ondersteund worden door allerhande andere, overkoepelende oprganisaties. Bijvoorbeeld het Welzijnsconsortium en Werk.waardig, het OCMW (met bijvoorbeeld Werk.punt) , het Lokaal Werkgelegenheidsforum, de Werkwinkel, de dienstencentra, de ontmoetingscentra.
De kosten die daarmee gepaard gaan worden nergens in het budget aangerekend.

Hoeveel besteedt de stad zelf aan de sociale economie?
Volgens eigen zeggen via de post “personeel diensteneconomie”: 151.531 euro(waavan dus 51.531 euro naar de BND’s.) Maar er is ook een “fonds sociale economie”: 125.000 euro. En Hiva krijgt voor een studie 27.500 euro. Het Welzijnsconsortium: 10.413 euro.
Schepen Lieven Lybeer liet zich schriftelijk in de laatste gemeenteraad van 24 oktober ontvallen dat hij ervan droomt om 5 procent van de stadsbegroting voor te behouden voor sociale economie projecten. Soms vraagt men zich af of een schepen wel weet hoeveel de grootte van de begroting bedraagt. Vijf procent daarvan is 5,5 miljoen euro.

Berekenen wat de creatie van één job in de sociale economie dan wel kost is een hels karwei.
Het moet mogelijk zijn – mits het inschakelen van een leger aan actuarissen en statistici – maar dat is het laatste waar professionele welzijnswerkers uit de sociale economie in al hun rapporten en zgn. evaluaties aan denken te doen.

Taak voor HIVA!
Het Hoger Instituut voor de Arbeid heeft vanwege de stad al de opdracht gekregen om eventjes het werkveld van onze sociale economie in kaart te brengen, met de rol die de stad daarin kan spelen. (Het kerntakendebat is hier nooit van de grond gekomen.) De opdracht dateert al van in april. Kosten: 27.500 euro.

Sociale economie und Ende (2)? TOCH ??

De sociale economie in Kortrijk is één kluwen van organisaties, instellingen. Mensen. VZWeetjes. Niemand die daar nog zicht over heeft.
De oude wet van Parkinson uit de bureaucratie speelt volkomen: het orgaan (de VZW) schept de functie. En niet andersom. De geldstromen naar en tussen die organisaties zijn al even (on)naspeurbaar als de onder- en bovengrondse lavastromen van een vuurspuwende berg.
En tussen die vzw’s heerst er een enorme territoriumstrijd.

Komt daar een eind aan?
In elk geval staat er iets te gebeuren waarvan de uitkomst totaal onzeker is.
Een alweer tamelijk nieuwe regionale organisatie (“Werk.Waardig”) heeft het namelijk in zijn hoofd gehaald om specifiek voor Kortrijk 1) een analyse te maken van het werkveld sociale economie in de stad 2) met daarin een onderzoek (met concretisering!) van de regisseursrol van de stad.

Amaai.
Des te meer “amaai” omdat de opdracht zal uitgevoerd worden door het HIVA van de K.U. Leuven.
Naar men mag hopen is dit een onafhankelijke instelling die er niet zal voor terugdeinzen om op de gevoelige tenen te trappen van al onze sociaalvoelende schepenen, ACW-raadsleden, OCMW-bestuursleden en de families Waegemans, Destoop, Santy, Lybeer en Verhenne.
Het Hiva of Hoger Instituut van de Arbeid zit volgepropt met ACW’ers. De voorzitter is Jan Renders. Zie www.hiva.be.

Zal het onderzoek leiden tot een sanering of tabula rasa bij de talloze instellingen die met sociale diensteneconomie bezig zijn? Zal men de geldstromen in kaart brengen? De overlappingen? Wordt de effectiviteit van de projecten en acties onderzocht? Bijvoorbeeld aantal personeelsleden en kosten en werkingskosten daarvan versus – geslaagde – (reguliere) tewerkstelling?
Komen al die instellingen zich nu – zoals beloofd – al of niet vestigen op het kasteel van ’t Hoge – het Streekhuis?
Wordt er na de gedane studie gesnoeid in het personeel? Moeten er hier nog buurtwerkers zijn?

Maar wat is “Werk.Waardig” eigenlijk? (Zie infra 17/2)
Een soort aanhangsel van het Welzijnsconsortium. Een overkoepelend orgaan dat naar eigen zeggen constant op zoek is naar subsidies.

Het is een zoveelste overkoepelende regionale ondersteuningscel sociale economie voor lokale besturen en social-profit organisaties. De CEL wil “op een creatieve manier met kansengroepen aan de slag”. Ja, wij ook. Met die kansengroepen-personeelsleden die de kantoren van onze welzijnsdiensten bevolken. Die regulier moeilijk aan werk zouden geraken.
Kortom, de cel doet zelf niets concreets aan of met kansarmoede maar geeft advies en begeleiding op maat van lokale besturen en vzw’s.
Zo werd onlangs – maar dan wel analoog met het al bestaande Netwerk Arbeidszorg Zuid-West-Vlaanderen (al van gehoord?) – een “uitwisselingstafel” buurtdiensten en een uitwisselingstafel tussen OCMW-trajectbegeleiders opgericht. Uitwisselingstafel ! Hoe bedenk je het. Er worden ook steeds meer websites gemaakt die bij de doelgroepen natuurlijk niet gekend zijn. Noch gelezen worden.
www.buurtdienst.be . www.werkwaardig.be . www.welzijnsconsortium.be (Oppassen dat je niet bij drk.be terechtkomt.) https://equal.ccc.eu.int/jps/advencedSearch.jps vind ik niet meer.

De ondersteuningscel Werk maar Waardig werkt al een tijdje met drie voltijdse medewerkers.
Vanwaar komt het geld vandaan ?
We probeerden dit hier al een keer te achterhalen. (Stukken van 17.2.05 en 16.2.05.)
Het zou nu zeker zijn. “Werk.Waardig” krijgt subsidies van Europa, meer speciaal van het project “Equal” dat ingebed is in het Europees Sociaal Fonds (Zie ESF.)
Alles afgezocht op Europese wesites dienaangaande. Niets gevonden. Niet alleen niets over geld, zelfs niets over het project “Werk.Waardig” zelf.

Van vroeger weten we wel dat het project zou lopen over drie jaar (mei 2005 tot april 2008) en dat men daarbij hoopte op een JAARLIJKS budget van 300.000 euro. Volgens de traditionele Europese regels moet tenminste de helft daarvan gefinancierd worden door lokale partners.
Men moet dus zelf alhier nog alleszins 150.000 euro per jaar bijeenscharrelen.
Dat is COfinanciering.

Is dit gelukt?
Geen idee. Op de websites van het Welzijnsconsortium en Werk.Waardig geen enkel concreet bedrag gevonden. Geen spoor van begroting.
We lezen wel dat de Provincie en Leiedal “financiële” partners zijn. (Op de website van Leiedal dan gevonden dat de intercommunale 30.000 euro afdraagt. De provincie beloofde 20.000 euro.)

De resterende “cofinanciering” komt van de “uitvoerende” partners in de vorm van arbeidstijd.
Dat wil zeggen: in de vorm van arbeidstijd bij bijvoorbeeld onze OCMW en de stad.
Mag dat wel, van Europa?
En is dat wel zo?
Vroeger las ik ooit dat bijvoorbeeld het Welzijnsconsortium, Riso, Kanaal127 en andere niet nader genoemde instellingen nog 100.000 euro zouden inbrengen.
Ook was er even sprake van 20.000 euro vanwege het Vlaamse Gewest.

Uitvoerende partners bij Werk.Waardig zijn: vzw BIK (?), OCMW-Kortrijk, de stad (met een subcontractor HIVA), en RISO.
Verder zijn er nog “strategische” partners: RESOC, de vzw Mentor, Werkwinkel Kortrijk en Kanaal 127.

Zou dat nu echt waar zijn dat de stad geen bijdrage schenkt aan Werk.Waardig?
In de stadsbegroting is er een toelage voor diensteneconomie voorzien van 100.000 euro, recent verhoogd tot 151.531 euro. Voor een onderzoek van HIVA is er een budget van 27.500 euro. En er is ook een Fonds voor sociale economie van 125.000 euro.
En het Welzijnsconsortium zelf (dat coördinator is van Werk.Waardig) krijgt alleen al van Kortrijk 10.413 euro.

Men moet toch niet wachten op de studie van HIVA om de boeken van Werk.Waardig zelf open te doen?
Meer inlichtingen bij Johan Dejonckheere. Tel. 056/24.99.16. E-mail: dejonckheere.johan@skynet.be

Sociale economie und kein Ende (1): nog een mandaat voor schepen Lieven Lybeer

Hier is er al een keer uitgerekend dat er zich op grondgebied Kortrijk zowat (minstens!) 250 instellingen (diensten) onledig houden met uw welzijn. (Archief: 14/8.)

Voor de laatste stand van zaken www.soka.be raadplegen. Of www.sociale-kaart.be.
Of www.desocialekaart.be. MAAR NIET www.socialekaart.be want dan komt u bij een firma terecht die nou net klusjes doet (bijvoorbeeld inzake ICT) voor de non-profit-sociale-economie.

Er is nu een nieuwe VZW BND, maar die gaat u nog niet vinden op SOKA.
BND is de afkorting van “Buurt- en Nabijheidsdiensten”.
De vereniging heeft tot doel het starten en ontwikkelen van één BND voor het ganse grondgebied Kortrijk.
Er zijn nog niet zoveel BND’s in Vlaanderen. (Kuurne heeft er een.) Maar Kortrjk wil nu reeds anticiperen op het lopende voorontwerp van decreet houdende buurt- en nabijheidsdiensten. Dat wil zeggen: men zit nu al op vinkeslag om subsidies binnen te rijven en daarmee personeel aan het werk te zetten. Niet enkel Vlaams, maar ook Europees geld via het project “Take Care”.

Er is naar het schijnt al een actieplan in de maak.
En daarmee zijn volgende nieuwe (nieuwe??) diensten in de maak: klusjesdienst, uitlenen van materiaal, vervoerdienst, verhuisdienst en kinder- en tienerwerking.

De gemeenteraad weet nog nergens van, terwijl die nieuwe vzw alreeds is opgericht.
En wie fungeert er als voorzitter ? Lieven Lybeer, schepen van Personeel en Jeugd, maar – zo vindt het Welzijnsconsortium – ook nog schepen van Werkgelegenheid en Sociale Economie.
Schepen Lybeer had al 22 mandaten. Met dit nieuwe erbij komt hij op gelijke voet met raadslid Jozef Vandenberghe.

Voor wanneer een tabula rasa in heel dit kluwen van welzijnsorganisaties?
Er is toch al een buurtdienst in Kortrijk? Georganiseerd door het OCMW en de vzw De Poort.
Contactpersoon: Tim Maelbrancke. Coördinaten: Werk.punt, Damstraat 3. Tel. 056.24 41 22.

Wie belt er hem even? Om te zeggen dat ze zijn werk gaan afpakken? Of dat hij integendeel méér gaat verdienen en nog een secretaresse zal krijgen?
Want ook bij de OCMW-buurtdienst is er een vervoersdienst, een klusjesdienst en een uitleendienst.

Je vraagt je misschien af wat het onderscheid is tussen buurt- en nabijheidsdiensten?
Goede vraag?Awel, ziehier het antwoord.

Als u ooit met een Buurtdienst krijgt te maken wil dit zeggen dat u in een kansarme wijk woont. Die buurtdienst wil namelijk de leefbaarheid van uw buurt bevorderen, uw sociale contacten versterken en de samenhorigheid met uw buurman/buurvrouw stimuleren.

Als u daarentegen cliënt bent van een Nabijheidsdienst betekent dit dat u niet in het bezit bent van een schroevendraaier, een strijkijzer, of niet beschikt over een compostman of loopjongen. Om het even waar u woont.
Het betekent dus dat u voor het genieten van deze dienst ook in het “miljoenenkwartier” of Bellegembos mag resideren. Hoe erg het daar ook gesteld is met de sociale cohesie : de buurtdienst gaat aan u voorbij.

In het kader van de bloeiende Kortrijkse sociale economie willen we het straks ook nog eens hebben over het project “Werk.Waardig”. Het Europees geld hiervoor zou namelijk binnen zijn.

Strandt Kortrijk of strandt Bral ?

In “Het Laatste Nieuws” van vandaag woensdag 8 juni staat in de regionale bladzijden een interessant artikel. Kop: “Horeca hekelt vergoeding voor uitbreiding van terras“.
Het stuk vergt enige aanvulling. Zie vooral nog wat we hierover al schreven op 3 juni laatstleden.

In “Het Laatste Nieuws” gaat het meer speciaal over de zogenaamde vergoedingen (in feite gaat het om een retributie) die horecazaken op de Grote Markt betalen voor de uitbreiding van de terrassen tijdens de evenementen rondom “Kortrijk Strandt”, subsidiair “Beach Tennis” en “Beach Volley”.
De horeca vindt de “bijdragen” die schepen Bral (als een brandschatter gelijk) met zijn vzw Bruisende Stad incasseert veel te hoog.

Reden genoeg om een en ander te berekenen.

Vijf zaken op de Markt worden verondersteld om per evenement 250 euro te betalen. Of een jaarlijks forfait van 1.200 euro.
Het gaat om Café Leffe, Nata, De Klokke, Arte en Soussol.
Als ze per evenement betalen wordt dit voor deze vijf zaken in het totaal vijf maal 250 euro of 1.250 euro per evenement. Voor Beach Tennis, Beach Volley en Kortrijk Strandt wordt dit dan 3.750 euro. Kortrijk Paard(t) van 25 en 26 juni is hier nog niet inbegrepen.

Wat u Kortrijkenaars en alle café-bazen zelf ook mogen weten is dat de schepen van cultuur Bral er van uitgaat dat iedere kastelein telkens opnieuw tenminste ten laatste op de woensdag voor de gebeurtenis zijn bijdrage cash moet inleveren in het stadhuis. Vandaar dat uw pleisterplaats weeral niet open was. Net als het stadhuis.

Zes zaken betalen 175 euro per evenement: Cesar, West-Vlaanderen, Kopke, Byblos, Allo Allo en Kantate. (Voor Kantate is de te betalen penning niet duidelijk: de ene keer staat de zaak op de lijst van de twee betalers van 200 euro, de andere keer niet.) Maar goed, zes zaken betalen dus in het totaal voor de drie hier beschouwde evenementen 1.050 euro maal drie is 3.150 euro. (Men kan ook kiezen voor een jaarlijks forfait van 1.225 euro.)

Daarmee betalen de 11 geviseerde exploitanten op de Grote Markt in het totaal 2.300 euro, per evenement.
Nogmaals en voor alle duidelijkheid.
In de brief van schepen Bral (dd. 1 juni) aan de horeca worden er van 4 tot en met 19 juni drie te betalen afzonderlijke evenementen opgesomd: Beach Tennis, Beach Volley en Kortrijk Strandt.
Voor deze drie evenementen samen zouden de neringdoeners van de Grote Markt dus in het totaal 6.900 euro betalen.
Je moet daar al wat pintjes voor verkopen. De pure winstmarge op een pint bedraagt zowat één euro. Maar de garçons zijn daarmee nog niet betaald ! En de tafels en stoelen ook niet.

Ben nu echt verstrooid.
Waarom is er een tentcafé voorzien op de Markt tijdens “Kortrijk Strandt”?
Is dit een een procedure waard bij de Raad voor de Mededinging?
Voor het overige vind ik in de begroting 2005 geen specifieke inkomsten voor drankverkoop.

Verder.
Hoeveel kost “Kortrijk Strandt” nu aan de vzw Bruisende Stad ?
Belangrijke vraag.
Maar dat is niet gemakkelijk of helemaal niet te achterhalen. Zowel de begroting als de rekening van Bruisende Stad heeft het enkel over Kortrijk Strandt en niet over de twee Beachparty’s. Die zijn blijkbaar buiten het budget gehouden. Betekent dit dat ze door een andere instantie dan de vzw Bruisende Stad worden bekostigd? Ik weet het niet. En er kunnen ook inkomsten en uitgaven verscholen zitten in andere posten: vergoeding medewerkers, publiciteit, sponsoring, verzekering, catering, honoraria, enz.

Maar goed. We kunnen dus in de ons bekende documenten enkel kijken naar het artikel onder de specifieke naam “Kortrijk Strandt”.

Hoe zat het vorig jaar?
De resultaatrekening 2004 vermeldt een uitgave van 20.636 euro, terwijl er 15.000 euro was begroot.
Er waren voor 500 euro aan inkomsten voorzien, en uiteindelijk werd er 74 euro ontvangen.
(Waar dat bedrag vandaan komt weet geen mens. Heeft er iemand zijn geldbeugel verloren?)

Nu even kijken naar de begroting 2005.
Tenminste de begroting die ik ken en die dateert alreeds van 23 november 2004. (Die begroting 2005 is nog altijd niet voorgelegd aan de gemeenteraad en kan intussen gewijzigd zijn. Die betaalde penningmeester van de vzw plus dienstchef Peter Baljuw hebben er een handje van weg om steeds met nieuwe gegevens op te duiken en de toezichthoudende boekhouder Bamelis laat dit allemaal maar gebeuren. Ik heb van die kant nog nooit een verslag gezien.)
De post “Kortrijk Strandt” vermeldt een uitgave van 20.000 euro en alweer traditioneel 500 euro aan inkomsten. Beach Tennis en Beach Volley komen niet ter sprake.

Ik heb hier al een keer gewaarschuwd voor Antwerpse toestanden bij onze vzw Bruisende Stad.

Voor de goede orde nog even de lijst van de komende evenementen waarvoor de horeca alweer verondersteld wordt een penning bij te dragen.
Kortrijk Paard(t) op 25 en 26 juni.
Kortrijk Proeft van 1 tot 4 juli.
Liesbeth List op 7 juli.
Waarom komt uitgerekend deze madam naar onze Bruisende Stad? Hoeveel kost ze?
Ik vraag dit omdat in het kader van Kortkan’ t (wie vindt er toch die namen uit?) in oorsprong Ozark Henry was gevraagd. Maar men (wie?) vond hem te duur. In de begroting 2005 was voor dit evenement 25.000 euro voorzien aan uitgaven. Maar ook inkomsten: 15.000 euro. Wou Piet Goddaer eigenlijk wel komen?
Levend Vlaanderen op 9 juli.
Kortrijk Danst op 17 en 18 september.

N.B.
Neringdoeners alhier worden ook verondersteld om
echte belastingen te betalen op het plaatsen van terrassen, tafels en stoelen. De begroting 2004 voorzag hiervoor 26.507 euro.
Maar de rekening 2004 geeft zero euro aan inzake vastgelegde rechten . NUL !
Dat vergt ook enige uitleg.

Schepen en ruwaard Stefaan Bral brandschat de horeca

De hertog van Alva was al erg genoeg.
Maar daar zijn al een aantal jaren overheen gegaan.
Het was in 1569 dat hij de “tiende penning” heeft ingevoerd.
ALS die omzetbelasting van 10 procent op roerend goed (bijvoorbeeld drankverkoop) voor de bevolking van de Nederlanden toen een tachtigjarige oorlog waard was, DAN is de Kortrijkse horeca nu zo apathisch geworden als een driemaal overreden slak.

Ruwaard Stefaan Bral is namelijk minstens al even erg als de bloedhertog.
Ten eerste heeft hij op eigen houtje (zonder de gemeenteraad hierover te raadplegen) een contributie opgelegd voor de horeca-exploitanten die bij evenementen in de stad eventjes hun terras willen uitbreiden. Die “bijdragen” zijn nog niet eens ten voordele van de stad, maar wel van zijn eigen vzw Bruisende Stad.
Ruwaard Bral staat niet bekend als een fervent lezer van geschiedenisboeken maar zou als politicus-schepen toch wel moeten weten dat die gehate penning al in 1574 (onder Requesens) werd afgeschaft. Eigenlijk werd die nooit effectief geïnd. (Over de tarieven in het zogezegde reglement van deze retributie hebben we het nog.)

Maar er is meer van dat aan de knikker.
Ruwaart Bral past een volkomen middeleeuwse methode toe bij de inning van zijn tiende penning. Bijgestaan door zijn undercover-lijfwacht Peter Baljuw en schildknaap Dries De La Montagne gaat hij als een middeleeuws belastingsambtenaar gelijk (een “schatter” of “zetter”) persoonlijk bij zijn onderdanen de achterstallige penning opeisen. Cash in zijn handje! En café-exploitanten die een beetje tegenpruttelen worden ermee bedreigd dat hij de politie zal oproepen (alleen de burgemeester kan dat) om samen met ZIJN logistieke ploeg van ZIJN stad het terras te verwijderen. Zo is hij wel.
In vroeger tijden noemde men zoiets “brandschatten”.

Niet te begrijpen hoe het College toestaat dat één van zijn schepen volstrekt onwettelijk zijn gang gaat.
Een schepen die persoonlijk en met de nodige dreigementen een retributie gaat ophalen! In baar geld ! En zonder een ontvangstbewijs af te leveren.
En nog wel in aanwezigheid van de klanten van de betrokken zaak. Wat moeten die daar dan van denken? Een kastelein die voor schut staat in zijn eigen zaak. Door een gerenommeerd schepen-ruwaard. Dan ga je daar als toevallige klant toch niet meer terug, bij zo’n oplichter van gemeenschapsgeld, daar achter de toog van uw toekomstig stamcafé?

De arrogantie van de macht is dusdanig groot dat de ruwaard-deurwaarder over zijn confiscatie zelfs nog openlijk fier gaat. Niemand smijt hem buiten.
Au fond zou het het beste zijn om op te houden met allerhande optredens van schepen Bral als “onwettelijk” te bestempelen. Het is een veel te mooi woord om hem te kapittelen. De ruwaard kent gewoon geen normen en waarden. Hij staat buiten alle categorieën. (Vroeger burgemeester baron Manu Bethune wist dit heel goed. En snoerde de toenmalige schepen van vuilnis e.d.
bij gelegenheid onverbiddellijk de mond. Baron vond hem vervelend. ONGEPAST. Beetje spelmaker, en nog van alles. Ik ga nu niet uitweiden.)
Tamelijk veel mensen zien Stefaan niet meer graag. En het is zijn schuld. Hij moet maar niet zo zijn.

De “leges” die café-bazen betalen voor de occasionele uitbreiding van hun terrassen is wel degelijk te beschouwen als een retributie. En moet zoals alle retributies eerst goedgekeurd worden door de gemeenteraad.
(Ik ben lid van de Algemene Vergadering van de vzw “Bruisende Stad”. Heb ook nog nergens gehoord of gezien in welk bestuursorgaan van die vzw het nieuwe reglement is goedgekeurd.)

Vandaar dat schepen Bral in zijn brieven aan de horeca zorgvuldig het woord “retributie” of “belasting” vermijdt. Men heeft het over een “bijdrage”.

Hoe staat het nu met die “bijdragen” voor het uitbreiden van terrassen?
Volgens de grootte van de uitbreiding en min of meer ook de ligging wordt per afspanning een tarief bepaald.
De kleinste bijdrage is 150 euro per evenement. Dit slaat dan op 19 drankgelegenheden (den Bras, Salonske, Petit Paris, enz. )
Negen zaken (De Middenstand, Kopke, Café Rouge bijv.) betalen 175 euro.
Voor twee doeningen bedraagt de penning 200 euro: De Komedie en Kantate.
Tenslotte betalen vijf kasteleins (Nata, De Klokke, Café Leffe, Arte, Soussol) 250 euro.
MAAR.
HOE ZIT DAT MET DE NERINGDOENERS OP BUDA-EILAND?
En met de evenementen in de RANDGEMEENTEN ? Dat feest in Bisssegem, met dat beeldje?

De geviseerde exploitanten uit de binnenstad kunnen ook een jaarlijks forfait betalen, gaande van 800 tot 1.200 euro.
(Vroeger was het meer, en dat geld werd toen opgehaald door – verschiet niet – het Handelscomité Grote Markt.)
Aan al wie een forfait betaalt tolereert de stad “stilzwijgend” dat ook op andere momenten (bij mooi weer) de terrassen worden uitgebreid. Vraag 1: wat is mooi weer? En wat zijn momenten?
Is vijf vóòr twaalf een moment? Bij nachte ook, volle maan, subtropische wind, en de gidsenkring komt voorbij?

De brief van schatter Bral aan de horeca waarin hij de tarieven van de retributie mededeelt is niet vergezeld van een betalingsstrook. Kasteleins moeten hun “bijdrage” persoonlijk gaan betalen op het stadhuis, ten laatste op de woensdag vóór het evenement.
Ze krijgen dan een “factuur”. Van wie? Waarom? Met BTW? Aftrekbaar? Dat is al vraag 2.

Vraag 3 : wat is een evenement? Alleen iets dat georganiseerd is door Bruisende Stad? Maar op de ene lijst staan ook de Braderie, en de Guldensporenfeesten. En op een andere lijst van komende evenementen dan weer niet.
Het jaarforfait moet ten laatste op 10 juni worden betaald. Vraag 4 : wat is één jaar? Wanneer begint dat te lopen?

Hoe het College dit alles kan billijken – met inbegrip van een betalende inbeslagname van het openbaar domein door de vzw – is al lang geleden beantwoord door niemand minder dan Thomas Jefferson.
“Elke regering ontaardt als die uitsluitend wordt overgelaten aan de leiders (=ruwaards) van het volk. Het volk zelf is daarvoor de enige veilige bewaker (=kortrijkwatcher).

P.S.
De volgende gemeenteraad gaat door op 13 juni.
Op de agenda nog altijd geen spoor van een begroting 2005 van de stedelijke vzw Bruisende Stad. En ook geen jaarrekening 2004.
Als de gemeenteraadsleden dit nu weer over hun kop laten gaan, gedragen ze zich als een slak die al zes keer (6 raden) is overreden. In de goeie ouwe tijd, toen de SP nog in de oppositie
zat zou het kot te klein geweest zijn. Met Schaepmeester, met Juul, Mark, Rudi, Jacques, Frank, Philippe viel er nog wat te beleven. Het College moest niet zitten slapen zoals nu maar al te vaak het geval is.
Het wordt het een beetje tijd dat we hier opnieuw raadsleden hebben waar wij – Kortrijkzanen – weer kunnen achter staan. Maar geen ruwaards.