Category Archives: sociaal

Gebiedswerkers weten niet wat te doen ?

“Gebiedswerkers breken zich momenteel het hoofd over wat ze in 2009 dan wel niet moeten, kunnen en willen aanpakken.”
Dat staat letterlijk te lezen op de Kortrijkse website, in de rubriek kortrijk.idee.be
Niet te geloven.

Gebiedswerkers niet verwarren met gemeenschapswachten of geitenwollensokkenstraathoekwerkers of een buurtsportmedewerker. Want dat bestaat ook. Hij krijgt jaarlijks van onze raamwerkers 15.000 euro. Loonkost. Weet er iemand wie dat is? Hij zorgt voor de Red Site.

Groot-Kortrijk is ingedeeld in 17 deelgebieden (stad zelf: acht). Maar hoeveel gebiedswerkers in hun gebied door het raam zitten te staren weet ik niet. Vier? Vijf? Is er soms nog een coördinator?
(Op de website van Stad geeft de zoekmachien geen resultaat bij het invoeren van de term “gebiedswerking”.)

Eén werker is bij iedereen wel bekend aangezien hij al sinds 17 mei een dagboek bijhoudt op www.kortrijk.be. Onzen Berthiel.
Nu vraagt hij bij zijn lezers om via zijn kanaal suggesties te doen aangaande werk in gebieden. En Berthiel geeft daarbij zelf enige suggesties.
We vernoemen er twee. De uitbouw van zijn eigenste blog ! Een internationale uitwisseling tussen gebiedsgerichte werking uit Cebu (ja!) en Stad Kortrijk.
Maar Berthiel toch !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

Hierbij onze suggestie.
Schrap in de begroting van volgend jaar enige posten die betrekking hebben op gebiedswerking.
Die begroting komt voor in de gemeenteraad van december.
Wat we nu al wel weten is dat Stad via het Stedenfonds voor de periode 2008-2013 ongeveer 13 miljoen euro mag verwachten.
Dat is jaarlijks ca. 2,2 miljoen en een groot deel van dat geld vloeit naar Berthiel en zijn collega’s. Onder de titel: “operationele subdoelstelling 2”. Slaat op het versterken van de fysieke en sociale leefbaarheid in stad en buurten. Daar gaat in dit jaar tot en met 2013 ongeveer 7,13 miljoen naartoe. Schepen Lieven Lybeer verzorgt daarmee zijn kiescliëntele.

We zochten in de begroting van dit jaar even de artikels op die puur betrekking hebben op gebiedswerking.
Om te kijken hoeveel Berthiel en de zijnen te verteren hadden.

In de “buitengewone dienst” (investeringen) voorzag men een bedrag van 300.000 euro. Het artikel 830050/723-60 draagt de raadselachtige naam “aanpassingswerken aan gebouwen in uitvoering”, maar heeft wel degelijk te maken met gebiedswerking.
Wat men met die som geld juist heeft uitgericht, daar breken de werkers zich nog het hoofd over.

De “gewone dienst” nu. In het actieplan van Stad is dat nummerke 16.7.5.
Oorspronkelijk beschikten de werkers over 27.000 euro voor hun werkingskosten. Met een begrotingswijziging is dat 107.000 euro geworden. Maar anderzijds zijn de “overdrachten” van 110.000 euro gedaald naar 30.000 euro.
Het totaal waarmee Berthiel en de zijnen hun werk konden doen bleef wel onveranderd: 137.000 euro.

Wat zijn dat hier: “overdrachten” ?
Dat is geld dat Berthiel en de collega’s kunnen weggeven aan Kortrijkzanen die een of ander eenmalig project opzetten om hun wijk wat leefbaarder te maken. Onlangs is daar nog een reglement over gemaakt en is er wat geld uitgekeerd.
Dat die overdrachten bij de tweede budgetwijziging tot 30.000 euro werden herleid wijst erop dat de gebiedswerkers ook dit jaar hun hoofd braken over de vraag “wat te doen?”

EI JE NOG EEN IDEE ?

Wie heeft het voor het zeggen in Kortrijk? Philippe De Coene? (2)

Haast u !
Nog tot en met zondag 28 september kunt u hierover beslissen.
Roep vrienden en kennissen op om mee te stemmen op bepaalde kandidaten. Zoals politici en partijen dat nu doen. Wizzkids! Gebruik al uw ICT-kennis om de uitslag te beïnvloeden en nog belachelijker te maken. Registreer u met verschillende namen en op meerdere PC’s. Zie www.nieuwsblad.be, regionale bladzijde van Kortrijk.

Sinds dinsdag 16 september pakt “Het Nieuwsblad” in alle Vlaamse gemeenten uit met een poll.
De vraagstelling is meervoudig, en dat maakt ook deel uit van dit snertinitaitief.
“Wie heeft het volgens jou voor het zeggen in uw gemeente?”
Of: “Wie is volgens jullie de machtigste M/V?”
Of nog: “Wie zijn volgens jou onze ambassadeurs met macht?”

In juni 2006 heeft “Het Nieuwsblad” met medewerking van Radio Be One al iets gelijkaardigs uitgespookt.
Maar toen was de vraagstelling toch ietwat beter gericht. Men vroeg wie u zou kunnen aanzien als stadsfiguur of ambassadeur van het jaar.
Raad eens wie dat alhier toen is geworden? Paljas Ignace Crombé !
Tot de shortlist behoorden Marleen Verschuere, John Dekimpe, Bert Dewilde en Wim Opbrouck (uit Bavikhove). Allemaal achteraf door de burgemeester gelauwerd op het stadhuis. Overstelpt met cadeaus. Burgemeester zei nog dat hij ze vanwege hun verdiensten als ambassadeur van stad Kortrijk regelmatig zou uitnodigen en een foto van de vijf zou ophangen in het stadhuis. Hangt die er nog?

Dit jaar zal er waarschijnlijk geen plechtige ontvangst zijn van de winnaars in het tornooi.
Tenzij we met zijn allen nog een ultieme poging doen om Philippe De Coene te laten winnen. Met een Hellebautsprong.
Wat een nationaal evenement zou dat niet kunnen worden: de burgemeester die de fractieleider van de oppositie verkozen ziet als de machtigste man in centrumstad Kortrijk !
Op dit moment immers staat de burgemeester zelf nog op de eerste plaats, gevolgd door voormalig schepen Philippe De Coene en minister-raadslid Vincent Van Quickenborne.
Maar sinds enige tijd zakt het percentage stemmen van Stefaan De Clerck al even erg als de koersen op de beurs. Alreeds de tweede dag van de lopende poll klom hij naar 56,25 procent (op 208 stemmen), maar vorige zondag was er een terugval naar 43,58 procent en een paar dagen later zakte hij naar 37 en 34 procent. Dat ziet er niet goed uit.

Op het ogenblik van dit schrijven (vrijdagmiddag) zijn er net als gisteren 625 stemmen uitgebracht.
Stand van zaken:
1. Stefaan De Clerck: 34,08 procent.
2. Philippe De Coene: 25,92 procent.
3. Vincent Van Quickenborne: 22,08 procent.

De Coene heeft een geweldige remonte gemaakt.
Toen de wedstrijd pas was begonnen (met 99 stemmen) behaalde hij slechts 4,04 procent.
De meesten stemden toen voor De Clerck (51,52 procent), Van Quickenborne (24,24). Onze muzikanten Dave EN Piet Goddaer zwalpten rond 5 procent. Ongeveer 1 procent ging naar Arne Quince, Karel Debaere, Philippe Vlerick, Joost Bert.
Twee à drie stemmen waren voor Christian Dumoulin, Jo Libeer, Saskia Soete De Boosere.
Pierre Yserbyt, Yvan Vanden Abeele, Marc Gesquière kwamen (toen nog) helemaal niet ter sprake.

Op vandaag haalt Yserbyt 0,16 procent, zit Vanden Abeele in de lift met 2,08 procent (zesde plaats!) en pastor Geskière 1,28 procent. Op 625 stemmen.
Piet Goddaer (4,80) wint het nu van Dave Martijn (2,88).

Over zitpenningen en fusies bij sociale huisvestingsmaatschappijen

In een vorig stuk zagen we dat de lokale pers voor wat commotie zorgde aangaande het stijgende bedrag van de zitpenningen die uitbetaald worden aan bestuursleden van sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s).
Beetje commotie om niets. Laat, een half jaar na datum, en zonder enige context of toelichting.
Beter ware geweest dat volksvertegenwoordiger Tom Dehaene – het kieken – vorig jaar al aan de pers had geïnformeerd hoeveel de directeurs van die maatschappijen verdienen. (Of zijn vader, Jean-Luc.) Klokkenluider!
Ons raadslid Carl Decaluwé daarentegen heeft het m.b.t. directeurs zeer recent even aangedurfd om iets aan te kaarten over de gefusioneerde Antwerpse SHM’s. Zoals altijd: over iets van problemen van elders, en van bijna zeker een andere partijpolitieke benoeming. Straks meer daarover. Alweer en altijd opnieuw met een positief voorstel.

De zogezegd markante stijging van het totale uitgekeerde bedrag aan presentiegelden dient gerelativeerd.
We zagen dat SHM’s in onze regio soms niet eens penningen uitbetalen. Of heel weinig in verhouding tot het aantal bestuursleden. De Zuid-West-Vlaamse Huisvestingsmaatschappij betaalt sinds kort nog geen 3000 euro per jaar uit en telt nu toch 15 bestuurders. Gemeenteraadsleden krijgen alleszins meer presentiegeld.

Eigenlijk moet men het totale jaarlijks bedrag van de zitpenningen delen door het aantal bestuurders en het aantal zittingen. En vooral relateren aan de omvang van het patrimonium, het maatschappelijk kapitaal en het werkgebied van de SHM. De pers doet dit niet. (Het is wel veel werk.)

Feit blijft dat er indrukwekkend veel bestuurders zijn. Meestal méér dan het aantal personeelsleden. Bij de cvba “Zuid-West-Vlaanderen” telt men 15 bestuurders en 7 medewerkers. Bij “Eigen Haard is Goud waard”: 14 tegenover 4. Bij “Goedkope Woning” is er een evenwicht: 10 tegenover 10 beroepskrachten.

Hoe komt dat?
Nogal eens worden bestuursleden benoemd omdat zij als kandidaat op gemeentelijsten politiek gebuisd zijn. Of er moet iemand beloond worden omdat hij geen schepen kon worden. Of hard heeft gemiliteerd voor de partij. Of men aast op een postje bij een SHM om aan electoraal cliëntelisme te kunnen doen. (Lieven Lybeer!) Vaak hebben die bestuurders dan totaal geen affiniteit met de woningsector en weten ze in het geheel niets af van allerhande reglementering terzake sociale huisvesting. Hebben van hun leven ooit een sociale woning gezien. Zijn als de dood om in een sociale wijk te gaan wonen om aan een vorm van “mix” te doen. Willen naast hun deur bijna geen enkel zigeunerpark (Jean de Bethune).
Veel belangrijker dan de hoogte van de zitpenningen is dan ook de vraag naar de professionaliteit en betrokkenheid van bestuurders.

In de sociale huisvestingssector dienen zich andere, veel gewichtiger problemen aan dan de verloningen voor bestuurders.
De financiële toestand van de SHM’s. De wachtlijsten. Tekort aan dynamisme. Betaalbare woningen. De versnippering van maatschappijen en de overlappingen.

Op het grondgebied van Kortrijk zijn er vijf huisvestingsmaatschappijen aan het werk. In Kuurne en in Avelgem: twee. Enzovoort. We hebben het dan nog niet over het SOK. Het OCMW. Stad zelf. Het BID dat de sociale verdringing zal tegengaan.
Zo nu en dan (uiterst weinig) komt die versnippering van werkgebieden of specifieke taken (kopen? verhuren? lenen? erfpacht?) aan bod in de gemeenteraad. Eén kenner van de sector – raadslid Marc Lemaitre (SP.A) – pleit dan voor een fusie-operatie. En alhoewel ook de burgemeester zo nu en dan laat blijken dat er alleszins meer samenwerking moet komen, gebeurt er niets. Het gaat om de postjes. Au fond: de directeurs en de voorzitters en onder-voorzitters.

In 2006 zijn er in Vlaanderen slechts vier fusies afgerond. Bijvoorbeeld in Oostende. In 2007 was er een operatie in Veurne. En nog in dat jaar is er een grootscheepse fusie opgestart in Antwerpen waarbij het gaat om 18.000 woongelegenheden. Stel u voor. Carl als zaakvoerder.

Bij die gelegenheid is volksvertegenwoordiger Carl Decaluwé (CD&V) pas op 6 maart laatstleden tussengekomen in het Vlaams parlement. Met een interpellatie “over de samenwerking en de fusies tussen de sociale huisvestingsmaatsschappijen”.
Iedereen dus benieuwd wat ons raadslid en specialist in de materie daarover had te vertellen. Of hij nu al of niet voorstander is van fusionering. Of van een personele unie??

Maar wat bleek? Tot eenieders stomme verbazing (niet in het minst van minister Marino Keulen) had onze volksvertegenwoordiger het daar helemaal niet over.
Via de “tamtam” (openbaarheid van bestuur) was hij iets te weten gekomen over de aan de gang zijnde fusie in Antwerpen. Niet over de voor- of nadelen van zo’n schaalvergroting en de kansen op succes. Dat was het minste van zijn zorgen. Grote zorg was de verloning van de directeur. “Men moet mij maar eens uitleggen waarom de toekomstige directeur van de huisvestingsmaatschappij van Antwerpen de wedde zal ontvangen van een secretaris-generaal van de Vlaamse Gemeenschap.” Ja, dat moest men maar een keer uitleggen aan onze Carl ! Met zijn vijf bezoldigde mandaten. Niet van de minste.

Wel, het Kortrijks raadslid kan nu een keer in onze gemeenteraad vragen hoeveel de directeurs van onze regionale huisvestingsmaatschappijen verdienen. Het milieu waarin hij kind van den huize is. Of zij ook nog genieten van andere vormen van vergoedingen, in natura bijvoorbeeld. (Want toen Carl nog een ‘snotneus’ was heeft hij dat een keer – twintig jaar geleden – aangekaart bij de toenmalige Nationale Maatschappij voor de Huisvesting. Het gebruik van wagens. De problematiek van groepsverzekeringen. Weddes en bevorderingen. Boel jongens! Carl werd op het huismatje geroepen en heeft sindsdien een schone loopbaan opgebouwd.)
Stelt zijn politieke vader Marc Olivier het beroepshalve nog altijd goed, bij de Zuidwestvlaamse?

Meteen kan Carl de grond van de kwestie behandelen.
Is er ook bij ons een sanering nodig van het landschap? Minder SHM’s, geheel nieuwe verdeling van het territorium en van de taken? Meer doorgedreven samenwerking? Minder bestuursleden?
En als het tot een grote fusie zou komen: mag de directeur dan geen centje meer verdienen? En mogen de zitpenningen dan ook verhogen?

Positief voorstel

Carl, leg eens een voorstel ter tafel. U kunt dat.
Zoek medestanders in de gemeenteraad: Bart Caron (Spirit)en Q (VLD).
Het moet niet altijd over sport gaan. Kom eens met iets in foto in de perse. Over dat waar de mensen mee bezig zijn.
Op zeker moment zei u in het parlement dat u niets hebt tegen de fusie in Antwerpen. Wat met die vijf SHM’s in Kortrijk?
Pleit maar eens alhier voor meer transparantie. SHM’s hebben nauwelijks een website. Benoemingen en ontslagen staan niet in het Staatsblad. Verslagen van Algemene Vergaderingen? Jaarrekeningen? Kapitaalsverhogingen? Jaarverslagen?
Afgevaardigden (bestuurders) uit de gemeenteraad brengen nooit verslag uit van hun werkzaamheden. Krijgen geen opdrachten van onze Raad (dat zijn wij). Ze gaan daar gewoon naartoe, of niet. Beetje eten. Of niet.

Ter info
SHM’s zijn redelijk autonoom. (Er komt wel een nieuw toezichtsbesluit.)
Maar Stad heeft als aandeelhouder toch ook wat te vertellen?
Ziehier de deelnemingen van Stad, met tussen haakjes wat er nog te storten valt. Toestand van 2006.
Goedkope Woning: 19.335 euro (14.501 euro)
Zuid-West-Vlaamse: 18.587 (9.570)
Eigen Haard: 371 (278)
De Leie: 2.082 (1.561)
Eigen Haard is Goud Waard: 8.527 (6.395)

Markante stijgingen van zitpenningen bij sociale huisvestingsmaatschappijen ?

MET INSTANT UPDATE (helemaal onderaan)

Waarom pakt de lokale pers (o.a. zelfs WTV-Focus) daar nu pas mee uit?
De zitpenningen bij sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM) in West-Vlaanderen zijn in de periode 2000-2006 verdubbeld (een stijging van 106 procent).
De vraag van volksvertegenwoordiger Tom Dehaene uit Zemst over de evolutie van de zitpenningen – waar WTV naar verwijst – dateert al van 18 september vorig jaar en het antwoord van minister Keulen is precies een maand later gepubliceerd. In 2007.
Al een half jaar geleden. Dat is pas regionale journalistiek. Laatste nieuws.

We gaan eens kijken hoe erg het dan wel gesteld is met de zitpenningen bij de huisvestingsmaatschappijen die werken op Kortrijks grondgebied.
En zeker ook de vragen opzoeken van Kortrijks raadslid en volksvertegenwoordiger Carl Decaluwé omtrent de materie. Nog zeer recent (6 maart) deed hij in de Commissie Wonen van het Vlaams parlement een regelrechte uitval over de verloning die directeur van de gefusioneerde Antwerpse huisvestingsmaatschappijen zal krijgen.

Eerst even dit. In 2005 waren er in Vlaanderen 115 erkende SHM’s. Het aantal kan nu wat verminderd zijn want er gebeurden sindsdien enkele fusieoperaties. Grappig is wel dat die huisvestingsmaatschappijen toendertijd alleszins méér bestuurders (1.739) telden dan personeelsleden (1.579). Of vindt u dat niet echt grappig? Zo’n toestanden kunnen zich enkel voordoen in de sociale welzijnssector. De non-profit.

De zitpenningen die aan bestuurders in Vlaanderen zijn uitgedeeld stegen sinds 2000 met 62 procent, van 788.600 euro naar 1.276.488 euro per jaar. De grootste stijging is merkbaar in de provincie West-Vlaanderen. Daar is zeker ook “De Mandel” van de regio Roeselare debet aan, met een zitpenning van 170 euro.

Blijven we nu maar bij de huisvestingsmaatschappijen die op Kortrijks grondgebied werkzaam zijn.

Markante vaststelling: de cvba Goedkope Woning (met uitsluitend Kortrijk als werkgebied) deelde in de periode 2000-2006 geen zitpenningen uit. En nu nog niet, maar ter compensatie genieten bestuurders bij gelegenheid van een studiereis.

Ook de cvba Eigen Haard (standplaats Zwevegem en als werkgebied nog Anzegem, Avelgem, Spiere-Helkijn) deed het zeer rustig aan. Nul presentiegeld op vergaderingen. Misschien wel een etentje?

De cvba Zuid-West-Vlaamse Huisvestingsmaatschappij van Marc Olivier betaalde tot en met 2003 géén penningen uit. Vanaf 2004: 2.772 euro. Die cvba heeft nochtans een zeer uitgestrekt werkgebied. Zoiets als dat van Leiedal.

Cvba Eigen Haard is Goud waard (actief in Kortrijk en Menen) is waarlijk zijn goud waard. Hier is de som van de penningen het hoogst. Van 15.088 euro (2000) naar 18.832 euro (2006).

Cvba De Leie heef zijn hoofdzetel in Wervik en beslaat nog Kortrijk, Avelgem, Heuvelland en Mesen. In de loop der jaren zijn de presentiegelden bij deze SHM zelfs wat gedaald. Van 12.321 naar 11.398 euro.

De zgn. “markante stijging van de zitpenningen” die volksvertegenwoordiger Tom De Haene nu plots (en pas nu) in de pers signaleert vergt wel wat kommentaar en nuancering. Tom had beter eens bij zijn vader (Jean-Luc) gepolst hoeveel zitpenningen en vergoedingen (Europa!) die wel binnenhaalt met al zijn mandaten.

Tom Dehaene en WTV hadden er ook beter aan gedaan om te wijzen op het bestaan (sinds 2001) van een richtlijn voor vergoedbare vergaderingen van SHM’s. Maatschappijen met een patrimonium van meer dan 2.500 huurwoningen worden gevraagd om jaarlijks maximaal 4.798 euro uit te keren. Voor een equivalent van 60 zittingen. Per zitting: 79,97 euro, geïndexeerd.
Alle andere (drie) categoriën van maatschappijen worden gevraagd om maximaal per jaar 2.832 euro te besteden aan penningen. Voor 40 zittingen, en 70,80 euro per keer.

Het is geen verplichting.
Nogal wat SHM’s vinden het maar billijk dat een bestuurder vergoed wordt zoals een gemeenteraadslid. Bijvoorbeeld in “De Mandel” dan: 170 euro.

In een volgend stuk nog kommentaar. Over wat echt belangrijk is: de werking van de sociale huisvestingsmaatschappijen. Hierbij nemen we een recente interpellatie van Carl Decaluwé in het Vlaams parlement als leidraad.
Decaluwé heeft volgens zijn ingediende mandatenlijst van 2006 vijf bezoldigde mandaten: als Kortrijk gemeenteraadslid, als volksvertegenwoordiger, bestuurder bij Gaselwest, lid van de politiezone VLAS, en bestuurder van de SKM “Elk zijn Huis” . Onbezoldigd: bestuurder bij de SHM “Goedkope Woning”.
Hij is nog ondervoorzitter van het Vlaams Parlement en men kan veronderstellen dat hij daarvoor méér dan een windei krijgt.

UPDATE

Nu toch gebleken is dat “eigen haard goud waard is” nog gekeken naar de samenstelling van het bestuur van die gelijknamige SHM.
Op 12 april 2007 is de heer Jean de Bethune, wonende te 8510 Kortrijk-Marke, Van Belleghemdreef 27, benoemd tot voorzitter van de Raad van Bestuur. Dat is onze schepen van economie, onderwijs, toerisme, ontmoetingscentra, preventiebeleid, ICT, kerkfabrieken, gebiedsgerichte werking.
Is ook nog voorzitter van de provincieraad.
Op 14 juni 2007 heeft de algemene vergadering kennis genomen van zes ontslagen. Jean is daar niet bij. De vergadering heeft er dan (soms voorlopig) 14 benoemd, tot een bepaalde jaar. Tot de vergadering van 2011 bijvoorbeeld : Jean. Tot 2012: Filip Santy (CD&V-raadslid en voorzitter van Leiedal) en mevrouw juriste Kathleen Segers (gewezen raadslid CD&V). “Eigen Haard is Goud Waard” telt 4 personeelsleden.

Naar een heet gebakerd juridisch debat over sociale huisvesting (2)

Het is na enig eenzijdig tieren-en-tuiten toch nog tot een gemoedelijk, therapeutisch telefonisch gesprek gekomen met raadslid Carl Decaluwé.
Het is zelfs niet ondenkbaar dat hij in de komende gemeenteraad van 10 maart zijn vraag zal intrekken om op Goed te Boevekerke minimum 25 procent sociale woningen te voorzien.

Het werd voor ons beiden algauw duidelijk dat de definitie van een ‘sociale woning’ actorgericht is: zo’n woning wordt pas als ‘sociaal’ beschouwd als ze door een specifieke rechtspersoon (bijv. een huisvestingsmaatschappij) wordt gerealiseerd en/of verkocht. Wie ziet er nu Stad of het SOK een woning bouwen voor armlastige particulieren?
De actorgerichte definitie van sociale woningen kan dientengevolge niet worden doorvertaald in ruimtelijke ordening (R.O): het opleggen van een vast aantal van die woningen (of zelfs ‘betaalbare’ kavels) is geen wettig typologievoorschrift, noch in een BPA of RUP, noch in een stedenbouwkundige verordening.
Cf. het dienstorder RWO 2006/1.

Ook daar waren we het samen met Carl na enig geblaf en stompen spoedig over eens: in R.O. kan wel een divers kavel- of woonaanbod opgedragen worden.
Bijvoorbeeld een bebouwingstypologie zoals vrijstaande, halfopen of gesloten bebouwing, een eensgezinswoning, enz. En om onduidelijkheid te vermijden verdient het zelfs de voorkeur om de term ‘sociale woning’ niet te gebruiken bij ruimtelijke typologieën. Dienstorder!

Aan het eind van ons aangenaam onderhoud uitte Carl Decaluwé zelfs enige confidenties.
Hij verklapte dat de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) het eens was met de juridische argumenten die aan de grondslag liggen van het dienstorder van de secretaris-generaal van het departement R.O.
Lees maar eens http://admin.vvsg.be, zo raadde Carl ons aan.

En hij kende nog vanbuiten het arrest van de Raad van State, nr. 173.942 van 9 augustus 2007. In de zaak A.179.003/X-13.091.
De provincie West-Vlaanderen en de gemeente De Haan verzochten toen om het dienstorder RWO 2006/1 te schorsen. Die vordering tot schorsing werd verworpen.

Naar een heet gebakerd juridisch debat over sociale huisvesting (1)

In de komende gemeenteraad zal raadslid en volksvertegenwoordiger Carl Decaluwé (CD&V-ACW) een heel ingewikkeld juridisch onderwerp aansnijden met bovenal een zeer sterke ideologische ondertoon.
Het gaat bijvoorbeeld ook over ‘sociale mix’. En geld. Grondbezitters. Aannemers. Makelaars in gronden. Nog geld. In de toekomst: straathoekwerkers op Hoog-Kortrijk. (Dit is nu wel een voorspelling.)

Ofwel wordt het de eerste echte publieke confrontatie tussen rechts en links (bestaat nog) in de CD&V-VLD-coalitie, ofwel zal de burgemeester de zaak verwijzen naar een of andere commissie, bijgestaan door onze traditionele huisadvocaat in deze materie. Ofwel zal men relax wachten op een of ander decreet. Ofwel zal iedereen van onze vertegenwoordigers op dat uur van de interventie komende maandag te moe zijn. ‘ t Zijn ook maar mensen. En ge moet nog een keer kunnen lachen ook. Reken er maar op, volgende maandag. Half tien.

Het debat kan lang uitdeinen, tenminste als de Raad zich goed heeft gedocumenteerd.
Wat zouden raadsleden zoal aan informatieve notities kunnen bijhebben om met enige vrucht deel te nemen aan het debat?
Een stuk van kortrijkwatcher dd. 27 februari, getiteld “Naar 25 procent sociale woningen?” Bepaalde persberichten van de Vlaamse Confederatie Bouw over sociale verplichtingen bij de bouw van nieuwe woningen. Een Vlaams voorstel van resolutie uit 2006 over betaalbaar wonen. Beleidsbrieven en afsprakenkaders van minister van Mechelen over ruimtelijke ordening en grondbeleid. Tot en met die van 2008. Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan van jaren her. Het niet-bindend gedeelte weliswaar. Oppassen.
Sommige artikels (niet allemaal) uit decreet Ruimtelijk Ordening. Eén pagina uit het Woonregieboek van onze regio Zuid-Westvlaanderen over de 11 procentregel. Met één van die prioriteiten.

De Wooncode. Vele verslagen van de Commissie Wonen in het Vlaams Parlement. Wat Carl Decaluwé daar allemaal niet gezegd heeft. Ook belangrijk. Luchtfoto’s van Goed te Boevekerke. Een artikel uit Res et Jura Immobilia (nr.337,2007). Afspraken makelaars en potentiële aannemers. Van alles wat.
Bedenkingen van Vlaams volksvertegenwoordiger-specialist wonen Patrick Lachaert (VLD). Bandopnamen en telefoontaps vanuit het kabinet Van Mechelen. Het dagboek van voormalig schepen en Leiedalvoorzitter Frans Destoop.
Copies van mondelinge verslagen en stemmingen uit de eigen Kortrijkse gemeenteraad over de zaak. Ja, dit ! Verslagen van het bestuur van ons autonoom gemeentebedrijf, het SOK. Standpunten van onze afgevaardigden aldaar. Inclusief die van de burgemeester. Moet allemaal kunnen.
Ook een paragraaf uit het bestuursakkoord CD&V-VLD bij de vorming van de nieuwe coalitie. Ja!

En als dit allemaal niet kan, dan moet men er maar een keer enigszins niet over beginnen.
Ruziemakers!
Waarover men niet kan spreken moet men zwijgen. Een oud gezegde, dit keer niet Chinees.

Waar is het voorontwerp van het nieuwe decreet over grondbeleid? (Zou Carl Decaluwé daar nu kunnen mee uitpakken?)

ZEKER ALLEMAAL NIET BIJ HEBBEN :
PRINTS VAN DE WEBSITE VAN ONZE STAD KORTRIJK OF VAN DE WEBSITE VAN ONS STADSONTWIKKELINGSBEDRIJF.
Daar staat gewoon niets op, over die alom bekende stadsverkaveling Goed te Boevekerke. (Nog eens kijken bij Leiedal.)

Maar bovenal het dienstorder RWO 2006/1 van het Vlaams departement Ruimtelijke Ordening.

Want waarover gaat het?
Stad en het Stadsontwikkelingsbedrijf (SOK) (ja?? Trui dan toch? kan niet) zijn al jaren bezig met een verkaveling (3,4 ha) op Hoog-Kortrijk, Goed te Bouvekerke gelegen in de buurt van de Ambassadeur Baertlaan. Dat is niet zover van het te bouwen crematorium.
Raadslid Carl Decaluwé wil nu per se van zijn eigen meerderheid in het schepencollege weten of aldaar de regel zal toegepast worden die zegt dat minimum 25 procent dient voorbehouden voor sociale woningen. (Die regel ligt nog niet decretaal vast, bestaat in feite niet.Het is een uitvinding van niemand.)

Om het debat in goede lijnen te laten verlopen kan raadslid Decaluwé even het dienstorder RWO 2006/1 van 18 juli 2006 integraal voorlezen. Met volledig akkoord van de minister opgemaakt door ir. Guy Braeckman, de secretaris-generaal van het departement Ruimtelijke Ordening. Dat dienstorder is gericht aan de Vlaamse personeelsleden die het gemeentelijk vergunningsbeleid, BPA’s, ruimtelijke uitvoeringsplannen en stedenbouwkundige verordeningen adviseren.

Kort gezegd geeft de brief aan dat stedenbouwkundige vergunningen of verkavelingsvergunningen waarin percentages worden opgelegd voor sociale woningbouw als onwettig worden beschouwd en dus niet kunnen. Bij plannen mogen geen directe verwijzingen naar de Vlaamse wooncode aan bod komen. Daardoor zullen plannen die zones voorbehouden voor de sociale bouwmaatschappij of de intercommunale (dus ook het SOK als autonoom gemeentebedrijf?) negatief worden geadviseerd.

Het is goed dat het dienstorder ons eerst herinnert aan enkele definities.
Een sociale huurwoning is er een die verhuurd wordt door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij of een huisvestingsmaatschappij. Andere verhuurders (een gemeente, een OCMW, een sociaal verhuurkantoor) kunnen ook als er maar een of andere subsidie wordt verleend.
Een sociale koopwoning wordt bestemd voor woonbehoeftige gezinnen of alleenstaanden, en enkel door Huisvestingsmaatscahppijen of het Vlaams Woningsfonds.

Het begrip “sociale verkaveling” heeft veel te maken met de verkoopprijs. Hierbij worden percelen tegen sociale voorwaarden aangeboden aan woonbehoeftige gezinnen of alleenstaanden die geen woning bezitten en op die percelen zelf een woning zullen bouwen of laten bouwen.

Stedenbouwkundige voorschriften van het plan beperken zich tot het domein van de ruimtelijke ordening. En ruimtelijke ordening (R.O) kan nu eenmaal niet via voorschriften ingrijpen in wie een bestemming realiseert (de actor) of aan welke prijs iets op de markt komt.
R.O. kan enkel ingrijpen op wat ruimtelijk relevant is, dus op aanbodbeleid en typologie.

En nu.
Planvoorschriften of voorschriften in verordeningen die zonder meer een zone reserveren voor ‘sociale woningen’ of de ‘realisatie van een aantal sociale woningen’ opleggen, kunnen niet als wettig beschouwd in de mate dat zij impliciet of expliciet verwijzen naar de Wooncode.

(Wordt later vervolgd. Carl Decaluwé belt even. Is hij twistziek? Of gaat het om een functioneringsgesprek?)

Naar 25 procent sociale woningen?

Een tijdje geleden hield een klein verwaarloosbaar gezelschap leden van het ACW-Kortrijk in Heule een prikactie. De voorzitter was buitenlands. Twee toch zelf verklaarde verantwoordelijke CD&V-bewindslieden deden aan de betoging mee: de schepenen Lybeer en Cnudde. Geen bijstand van socialisten of progressieven. Vermoedelijk geen raadslid Carl Decaluwé, de ultieme ACW-bewaker van alles wat met goed woonbeleid in onze West-Vlaamse wereld heeft te maken?
Een drietal prominente bestuurders van onze socialehuisvestingsmaatschappijen.

Eén op vier

ACW (van Kortrijk) eist een consequente toepassing van de 25%-regel die er moet voor zorgen dat voor ‘woonontwikkelingen’ van méér dan 1 hectare minstens één op vier huizen moet gerealiseerd als sociale koop- of huurwoning. En let nu even goed op: óók voor “woonontwikkelingen” die GEEN eigendom zijn van een sociale huisvestingsmaatschappij. Met andere woorden: ook op kavels van private bouwheren zou volgens het ACW de 25%-regel moeten afgedwongen worden.

Wat gaat er hierbij om binnen het geslacht en de kastelen of appartementen en landbouwgebieden van de Béthune, als men daarvan hoort? En bij andere Kortrijkse grootgrondbezitters?
Ja, wat? Grijpen ze dan naar het telefoonnummer van De Gilde? Of weten ze het al lang? Beleggen ze een intiem hoofd-aan-hoofd etentje met de minister? Met schepen van wonen, Lieven Lybeer? Stadsplanning, Wout Maddens? Vlerick? Koramic? Leiedal? De nog bonafide makelaars? Q?
Zullen ze nog vlug betaalbare gronden op de vrijemarkt gooien?

Wat zijn de compensaties?

Of het zover zal komen moet nog blijken.
Maar er is alleszins iets in de maak dat in die caritas-richting gaat.
Over een paar weken – of nog vroeger – weten we bij welke eigenaars zal geprutst worden aan hun eigendomsrecht.
Er is namelijk een totaal nieuw decreet op komst inzake grond- en pandenbeleid. En het ziet er nu al zeker naar uit dat bijvoorbeeld zowel de gronden van het Sacerdotium (de kerkfabrieken) als die van het Imperium (de overheid) verplicht zullen aangesproken worden voor meer sociale huisvesting. Pastoors, opgelet. Niks meer verkopen aan een bovenmodaal Heuls ACW-raadslid. Tijd weer voor miserabilisme en lijden op deze wereld. (Heeft de holding van het ACW ook grondeigendommen, in het Kortrijkse? Boeken open!)

Aan de hand van een aantal uiterst relevante documenten willen we hierna wat vertellen over die in meer liberaal gezinde kringen beruchte 25%-regel.
En daarbij verwijzen naar een minder bekend maar zéér cruciaal dienstorder.

Een voorstel van resolutie (2006)

Op 16 november 2006 pakken een aantal Vlaamse parlementariërs uit met een resolutie “betreffende de beschikbaarheid van betaalbare woningen”. Virtueel nog altijd in behandeling in de bevoegde commissie.
Daarin vraagt men o.m. om minimaal 25 procent van de gronden die eigendom zijn van de publieke of semipublieke sector ‘een sociale bestemming’ te geven.
De publieke en semi-publieke sector zou kunnen slaan op stadeigendommen, gronden van intercommunales, van het OCMW, van kerkfabrieken, van autonome gemeentebedrijven (bijv. ons SOK).
Verder wil de resolutie dat er een ‘activeringsbeleid’ wordt uitgewerkt voor het patrimonium dat in handen is van de private eigenaars om een gedeelte van die gronden ook een sociale bestemming te geven. Dus: niet alleen voor de socialehuisvestingsmaatschappijen maar ook alle andere actoren in de immobiliënsector kunnen onroerende goederen ontwikkelen volgens sociale criteria die door de overheid bepaald worden.

Nu zou u denken dat de indieners van de resolutie zeker niet van de diepblauwe strekking zijn.
Maar neen! De initiator is Vlaams volksvertegenwoordiger Patrick Lachaert van de VLD. En iedereen heeft meegetekend. Nog een VLD’er (Dominique Guns), CD&V’ers (Veerle Heeren, Joke Schauvlieghe), het kartel SP.A-Spirit (Bart Martens, Caroline Gennez). Onze plaatselijjke volksvertegenwoordiger en raadslid Carl Decaluwé is niet te bekennen.

Beleidsbrief (2007)

Minister Dirk Van Mechelen, ook bevoegd voor ruimtelijke ordening, schreef op 6 november 2006 zijn beleidsprioriteiten 2007-2008 uit.
In verband met de algemene bezorgdheid over het aanbod van goedkope woningen wil hij bijzondere aandacht schenken aan de tekstuele implementatie van de hierboven aangehaalde resolutie van 2006.
In het nieuwe decreet over grondbeleid zal men ondermeer bepalen dat elke gemeente een bindend percentage moet vastleggen betreffende het sociaal woonaanbod. Er wordt geen cijfer op geplakt, en ook niet gezegd of het percentage gelijk zal zijn voor alle gemeenten. Niets over de soorten van gronden of aantal hectaren die in aanmerking komen. Wat is een ‘sociaal woonaanbod’? Een sociale woning? Een bescheiden woning? Een betaalbare woning? Wat al begrippen. Dat is politiek.

(In zijn toespraak voor het Vastgoedcongres 2007 zei de minister-president Kris Peeters op zijn beurt wel voorzichtig dat het realiseren van sociale woningbouw gerust door iedereen kan gebeuren.)

Afsprakenkader (2008)

Een heel belangrijk stuk van 18 januari 2008, uitgaand van het kabinet Van Mechelen. De nieuwe decreten over Ruimtelijke Ordening én over Grondbeleid krijgen hier een voorafspiegeling.
Elke gemeente zal een bindend percentage moeten vastleggen betreffende het “sociaal woonaanbod”. Hoeveel? Waarschijnlijk zullen we hiervoor moeten wachten op een uitvoeringsbesluit. Want de Vlaamse Regering zal een kader bepalen over de objectieven, de methodologie, de marges, de procedures, de nulmeting.
Nochtans: de minimum-norm (kan dus méér zijn) ten aanzien van gronden die eigendom zijn van de (semi)publiek sector blijft 25 procent !
Voor wat betreft private gronden, verkavelingen en bouwprojecten zal er in een gewestelijke stedenbouwkundige verordening een nader te bepalen percentage opgenomen worden aangaande het sociaal woonaanbod.
Maar nu !
Die gewestelijke verordening kan “worden verfijnd” door zowel de provincie als de gemeente… Dat belooft voor volgend jaar: verhitte discussies binnen ons Kortrijks schepencollege, een coalitie van CD&V (ACW en Middenstand) en VLD.

Voor bestemmingswijzigingen naar woongebied (nieuw aan te snijden terreinen) zullen de minimumpercentages variëren naargelang de eigenaar. Herbestemde (semi)publieke grond: 40 procent sociaal woningaanbod. Privaat: 20 % sociaal en 20 % bescheiden woonaanbod.

Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (2002)

Pro memorie. Het PRS werd al in 2002 door de Vlaamse Regering goedgekeurd. En in het richtgevend gedeelte (dus niet bindend) was al sprake van een na te streven percentage bij elke ontwikkeling van een nieuwe woonzone groter dan 1 ha. Voor private verkavelaars: de 25 procent.

Het Woonregieboek van de regio Zuid-West-Vlaanderen (2008)

Het Woonregieboek is zopas opgemaakt door die volstrekt onbekende ‘regionale cel woonbeleid’, de provincie, de intercommunale Leiedal, Resoc, het Welzijnconsortium. Projectbegeleider was voormalig schepen Frans Destoop (ACW). Zie nog stuk van 19 februari.
Een prioriteit was het opdrijven van het aantal sociale huurwoningen. (Wat met koopwoningen?) Een aanbeveling hierbij is dat er minstens 11 procent sociale huurwoningen komen in onze streek. Dit is concreet een verdubbeling. Alle actoren moeten hierbij gemobilseerd.

Het dienstorder (2006)

Opgemaakt door de secretaris-generaal van het departement Ruimtelijke Ordening op 18 juli 2006.
Handelt over ruimtelijke ordening in relatie met sociale woningbouw. Een uiterst merkwaardige missieve die bij mijn weten nog niet is opgedoken bij allerhande protagonisten van de sociale huisvesting. Of door hen wordt verdonkeremaand?
Waard bevonden voor een volgend stuk…

BRONNEN
Alles – nou ja – is te vinden op ’t INTERNET.
Onderzoeksjournalistiek.

Coming up…

Naar aanleiding van de publicatie van het Woonregieboek voor Zuid-West-Vlaanderen komen hier een serie artikels over de sociale huisvestingspolitiek.
Over de wachtlijsten van kandidaat-huurders of kopers van sociale woningen ! De wachttijden ! De beruchte 25 %-regel ! De differentiatie (“mix”) van bevolkingscategorieën bij woonprojecten. De financiële toestand van onze huisvestingsmaatschappijen !
Wat nuanceringen bij bepaalde begrippen.
En wat zou onze schepen van wonen Lieven Lybeer nog kunnen doen ?
Coming up, ja – maar niet helemaal soon. Eventjes wachttijd gevraagd. Nog bijna 1000 bladzijden te lezen. En experten als raadslid Marc Lemaitre raadplegen. Dat ook.

(Scroll nog eens naar een stuk van vorige dinsdag.)

Een gemeentelijke profielschets

De nieuwe gemeentelijke profielschetsen zijn uit.
Te vinden op de onvolprezen website “lokale statistieken”. Zie http://aps.vlaanderen.be.
Verplichte lectuur voor raadsleden !

Men vindt er feitelijke gegevens en evoluties over alle mogelijke materies. Bevolking, onderwijs, welzijn en armoede, mobiliteit, milieu, werkgelegenheid, veiligheid, huisvesting, belastingen, enz. Meestal tot en met 2006.
Interessant is dat men, voor zover dat kan, vergelijkingen maakt met de andere centrumsteden en gemiddelden in het Vlaamse Gewest.
(Maar voor vergelijkingen met centrumsteden opletten voor vertekeningen doordat bijv. een stad als Antwerpen is ingecalculeerd.)

Erg verrassend is dat er voor bepaalde items over Kortrijk andere cijfers worden verstrekt dan wat hier in de loop der tijden al is geponeerd.
Zelfs voor een eenvoudig gegeven als personeel lopen de cijfers uiteen met wat ik vind in officiële documenten.
De profielschets zegt dat er hier ter stede in het tweede kwartaal van 2005 816, 3 VTE aan het werk waren. Volgens de begroting 2006 die hieromtrent toch slaat op eind van 2005 ging het om 826,24 VTE.
In de profielschets wordt dan berekend hoeveel VTE er hier werken op 1000 inwoners. 11,1. Ook dat klopt niet. Want de bevolkingscijfers die de profielschets hanteert zijn alweer anders dan wat in andere documenten staat vermeld.

Inzake ontvangsten en uitgaven, belastingontvangsten en schuld per inwoner wijken de cijfers ook al af van wat kortrijkwatcher hier zoal een keer heeft berekend op grond van officiële stukken.
Maar ik heb geen zin om dit hier nu allemaal uit de doeken te doen.
Noch om andere rubrieken uit de profielschets te onderzoeken op mogelijke afwijkingen met diverse bestaande gegevens.

De profielschets moet men hier en daar met een korreltje zout nemen.
Maar zelfs al staan er ‘fouten’ in, dan nog zijn bepaalde trends niettemin duidelijk. (Als men bij evoluerende gegevens overal dezelfde bronnen gebruikt is er niet veel aan de hand.)

De daling van de bevolking tot in 2005, met een héél lichte netto aangroei daarna.
De stijgende evolutie van het aantal alleenstaande mannen en vrouwen. (Meer vrouwen dan mannen.)
We tellen hier procentsgewijs nog altijd niet zoveel vreemdelingen als wel eens wordt gedacht.
De bevolkingsdichtheid daalt.
Stijgend aantal leerlingen in het kleuteronderwijs.
De schoolse vertraging in het lager onderwijs is groot.
Het aantal belastingaangiften kleiner dan 10.000 euro stijgt.
We hebben een groot aantal podiumvoorstellingen per duizend inwoners.
Het aantal geregistreerde misdrijven per 1000 inwoners ligt hoger dan in de centrumsteden !
De gemiddelde verkoopprijzen van bouwgrond stijgt minder dan elders.
Het gaat goed met de werkgelegenheid. Maar de nettogroeiratio van ondernemingen is niet schitterend.
De evolutie (daling) van ons restafval begint stilaan niet beter te worden dan elders.
Het is zeer slecht gesteld met het aandeel van de groenestroomproductie in het huishoudelijk verbruik.

Enzovoort.
Om te lezen !