Category Archives: investeringen

Dat volksrestaurant is wel degelijk haalbaar

De OCMW-raad van mei heeft beslist om over te gaan tot de aankoop van de voormalige tapijtwinkel “Gheysens” in Doornikstraat en het appartementsgebouw ernaast (vlakbij de tunnel onder de spoorweg). Dit alles met de bedoeling om aldaar een volksrestaurant te ontwikkelen, een kinderopvang en kantoortruimte voor ondersteunende diensten van een toekomstig zorgbedrijf.
De aankoopprijs van de twee panden bedroeg 1.395.000 euro (dat is minder dan geschat en ook minder dan de vraagprijs). Voor het volksrestaurant voorziet men 1,2 miljoen euro. Kinderopvang: 700.000 euro. Zorgbedrijf: 1,9 miljoen euro. Ontwerper: 304.000 euro (dat is intussen 354.046 euro geworden). BTW: 861.840 euro. Totaal: 6.410.886 euro.
Het ontwerpteam is Buro II & Archi + I cvba uit Brussel. Het appartementsgebouw wordt gesloopt. De voorgevel van de tapijtwinkel blijft bestaan, maar binnenin komen grootse renovaties en nieuwbouw.

Het project “volksrestaurant” of “sociaal restaurant” bracht enige commotie teweeg, zelfs binnen de stadscoalitie en natuurlijk ook bij de horecasector. Vandaar dat het OCMW een haalbaarheidsstudie liet uitvoeren door de vzw Mentor, gecoördineerd door Piet Lareu. En jawel hoor: het sociaal restaurant is haalbaar !
Op basis van een positionering volgens de 4 P’s is een concept uitgewerkt en vertaald naar een financieel plan.
Wat zeggen die vier P’s?

Plaats:
– zeer geschikt: centraal gelegen.
– goed zichtbaar en goed bereikbaar. (Nvdr: parkeerplaatsen?)

Product:
– sfeer: open, hip, trendy, aantrekkelijke en laagdrempelig.
– menu: gezonde en verse dagschotel, beperkte kaart.
– openingsuren: 5 middagen en 2 avonden.
– personeelsbezetting kan laag gehouden worden door structurele samenwerking met de horeca-opleiding van VORK.
– personeelskost kan laag gehouden worden door onderwijsuren van VORK in te brengen. (Nvdr: HORECA-Vlaanderen wil wel dat de lonen dezelfde zijn als in andere horecazaken, volgens PC 302.)
– aantal zitplaatsen: 80.

Prijs:
– marktconform (12,1 euro) met mogelijkheid tot sociale tarieven: 6,6 euro (verhoogde tussenkomst), 3,3 euro (leefloners). (Foodcost dagschotel zou 3,5 euro bedragen.)
– leveranciers: biologisch en lokaal (korte keten), raamcontracten, recuperatie voedseloverschotten.

Promotie:
– klantenwerving via toeleiders en via campagne.
– ’s middags meer doelgroepen (kansarmen) en ’s avonds meer de gewone man.
– bezettingsgraad: 75 procent.

Over de meerwerken voor de restauraties in het Begijnhof

Die meerwerken komen ter sprake in de eerstvolgende zitting van de OCMW-raad op 19 november.
Vooreerst gaat het om de meerwerken bij de restauratie van de woningen vlakbij de ingang, de inkompoort zelf en de smalle doorgang naar Sint-Maartenskerkhof. De werken werden in 2011 gegund aan Vandendorpe NV uit Brugge voor 1,44 miljoen euro, inclusief BTW van 6 procent.
De architecten Philippe Pauwels (uit Kortrijk) en Monique Stoop (uit Wannebecq) constateren nu dat er een substantiële overschrijding is gebeurd van de voorziene hoeveelheden metselwerk. (De hieraan gekoppelde uitvoeringstermijn werd in augustus van vorig jaar al een keer verlengd met 73 werkdagen.) Inclusief de BTW is er op vandaag ten opzichte van het aanbestedingsbedrag een budgetoverschrijding van zowat 238.000 euro, oftewel 16,47 procent.
Die meerwerken zijn in principe betoelaagbaar, maar een aanvraag hiertoe kan niet meer want het plafond van de subsidie is vastgelegd op basis van het aanbestedingsbedrag.

Nog in de OCMW-raad van aanstaande donderdag is de eindafrekening van de restauratie van de Sint-Annazaal geagendeerd. Dat werk werd in september 2014 gegund aan Vanhecke NV uit Wilrijk voor 1,62 miljoen euro, exclusief BTW. Ontwerpers waren hier opnieuw Pauwels en Stoop. (De definitieve oplevering is al tweemaal geweigerd.)
Ongezien is dat in het voorliggende agendapunt geen enkel bedrag is ingevuld inzake meerwerken, hoeveelheden in meer of min, prijsherzieningen.
Een deel van de kostprijs is gesubsidieerd door Onroerende Erfgoed. Ook hier is géén bedrag vermeld in de toelichting. Het saldo dat moet betaald door het OCMW kennen we dus niet.

Over het blijvend bestaan van het zwembad in Heule en “den openen”

Na de opening van het nieuwe zwembad op Kortrijk-Weide blijven de zwembaden aan het Lagaeplein en aan de Abdijkaai nog minsten drie jaar bestaan. (De termijn is verlengbaar.) De uitbating gebeurt mede door de private partner die betrokken is bij het nog te bouwen nieuwe zwembad op Kortrijk-Weide. De reële kosten voor de exploitatie en het gebruikersonderhoud (huuronderhoud) worden vergoed maar geplafonneerd tot de huidige exploitatiekost. Het eigendomsonderhoud blijft ten laste van Stad.
Men zegge het voort.

P.S.
Dat wordt dus een item bij de volgende raadsverkiezingen. Welke partij(en) beloven uitdrukkelijk dat ze open blijven?

Erelonen voor architecten en scenografen van nieuw museum TEXTURE in Kortrijk ietwat aangepast

In maart 2011 kregen NoA-architecten samen met Madoc-scenografen de opdracht tot renovatie en herinrichting van het voormalige Euroshoppand in de Noordstraaat met het oog om aldaar een nieuw onderkomen te maken voor het vroegere Vlasmuseum.

Afspraak was dat er een ereloonpercentage van 11 procent zou gehanteerd worden op de totaliteit van de uitgevoerde werkzaamheden. (Werkzaamheden die dus net door de gekozen inschrijvers zijn bepaald, wel te verstaan.)

In de loop der tijden liet het vorige en huidige schepencollege al delen van die erelonen vastleggen.
In november 2013 waren die saldo’s al opgelopen tot zowat 511.000 euro (inclusief BTW) en kwam daar nog een bedrag van ca. 52.000 euro bij als vergoeding voor meerprestaties die niet eigen waren aan de studieopdracht.
Uiteindelijk kwam er een volledige eindafrekening waarbij het basis-ereloon van 11 procent berekend werd op het bedrag van de uitgevoerde werkzaamheden, zijnde 4.019.346 euro.  Dat leverde voor NoA-Madoc toen een honorarium op van 534.955 euro.

De definitieve afrekening was er evenwel pas in april vorig jaar. Een tijdrovende procedure met veel overleg en discussies met aannemers resulteerde zelfs in een sterke reductie van de eindafrekening!

Nog in diezelfde  maand april liet noA.architecten toch weten dat zij die reductie onlogisch vonden gezien de geleverde inspanningen van hun ontwerpteam. Ze verwezen daarbij naar hun interventies als administratief en coördinerend tussenpersoon, de tijdrovende inspanningen bij het toezicht op de verrekeningen en het zes maandenlang durende proces van nazorg.

Kortom. Om voorgaande redenen stelde NoA voor om het ereloon te bereken op het budget dat net voor de eindafrekening van toepassing was. Met name 4.070.890 euro. Dit bracht een verhoging van het ereloon voor NoA-Madoc mee van 534.975 met +6.860 euro tot 541.835 euro.

Madoc-scenografie zelf ontving ook nog specifiek erelonen voor grafiek, research en redactie, soclage en finetuning. Samen voor een bedrag van 62.185 euro.

Met nog wat andere werkzaamheden erbij (onkosten architectuurwedstrijd, EPB-verslaggeving, toegankelijkheidsadvies, signalisatie, graveren van drukknoppen) komen we zo aan een totale som voor erelonen en projectgebonden studies op 630.111 euro (incl. BTW).

P.S. (1)
Bij de gunning van de studieopdracht (maart 2011) dacht NoA-architectuur uit Brussel nog het zaakje aan te kunnen klaren voor een ereloon van 185.000 euro.
P.S. (2)
Denk nu vooral niet dat de Raad van Bestuur van het museum daar iets van afweet. Of de schepen van cultuur.

Jaarrekening 2014: nog altijd weinig investeringen

De coalitie bestempelde zichzelf van bij de aanvang als een grote “investeringscoalitie”. Voor de gehele bestuursperiode van zes jaar voorzag men voor niet minder dan 160 miljoen euro aan investeringen in stad. Stond allemaal uitgebreid te lezen in de bevriende (de “embedded”) lokale perse.

Mede omwille van het laattijdig goedkeuren van de begroting (pas in maart) was 2013 inzake investeringsverrichtingen een totaal mislukt jaar.
Men dacht voor 28,5 miljoen te besteden aan buitengewone uitgaven (inclusief de leningslasten van 7,3 miloen) maar daarvan is slechts 11,2 miljoen daadwerkelijk aangerekend. En bij de “pure” investeringen ten bedrage van 14,4 miljoen is toen slechts 3,3 miljoen gefactureerd.
(Geen Kortrijkse kiezer die dat weet, – het stond niet in de gazetten.)

Initieel voorzag het budget 2014 een investeringsuitgave van 25,3 miljoen euro.
Het eindbudget (derde begrotingswijziging van oktober 2014) zag het al wat ruimer: er zou 39,9 miljoen besteed worden aan investeringen.
En zie nu een keer: de investeringsrekening van 2014 vermeldt een investeringsuitgave van niet minder dan 45,23 miljoen euro. Ongezien, ongehoord!
Dat geldt tot we de samenstelling van dat immense bedrag wat nader in detail bekijken.

De werkelijke investeringsverrichting bedraagt slechts 21,77 miljoen euro. En dat is dus zelfs minder dan oorspronkelijk geraamd.
Hoe komt men dan aan die totale som van 45 miljoen?
Simpelweg door een “investering in financiële – géén materiële – vaste activa” in rekening te brengen. Stad heeft namelijk voor 23,45 miljoen ingetekend op een kapitaalsverhoging van de intercommunale Gaselwest. Dat geeft een heel vertekend beeld van de investeringsverrichtingen.

Overigens.
Bepaalde hoog geraamde investeringsbudgetten konden blijkbaar moeizaam of zelfs niet gerealiseerd.
We vermelden (afgeronde bedragen):
– jeugdherberg, fuifzaal, jeugdverenigingen: 2,9 miljoen (voorziene budget was 5 miljoen)
– parken, groen, natuurgebieden, speelruimten: 130.000 euro (budget: 1,7 miljoen)
– klimaatstad: 22.000 euro (budget: 430.000 euro)
– ondernemerschap: nul euro (budget: 25.000 euro)
– camera’s in de straten: 106.000 euro (budget: 442.000 euro)
– stadsvernieuwingsproject Overleie: 905.000 euro (budget: 1,13 miljoen)
– fietspaden: 55.000 (budget: 507.000 euro)
– trottoirs: 406.000 (budget: 740.000 euro)

P.S.
Intussen is de tripartite nu ongeveer halverwege de bestuursperiode beland.
Zal men tegen de volgende gemeenteraadsverkiezingen de voorziene investeringen van 160 miljoen euro wel kunnen realiseren?
Burgemeester aka ASAP zal zich moeten reppen. Voor dit jaar 2015 oogt de geraamde investeringsuitgave opnieuw weinig gigantisch: 29 miljoen.

Het Stadsontwikkelingsbedrijf Kortrijk (SOK) doet bod op de gebouwen van de CM bij de Veemarkt

De 190 administratieve medewerkers van de Christelijke Mutualiteiten Zuid-West-Vlaanderen (verspreid over Kortrijk en Ieper) zijn al sinds eind 2014 verhuisd naar een nieuwbouw op het Beneluxpark op Hoog-Kortrijk. (Voor bepaalde dienstverlening heeft de CM-Kortrijk twee verdiepingen gehuurd in de Zilvertorens op de Veemarkt.)
De gebouwen van “De Gilde” op de hoek van de Sint-Janslaan en de Wijngaardstraat staan dus al geruime tijd te koop, en daaromtrent deden geruchten de ronde dat Stad Kortrijk interesse vertoonde.

Nu blijkt dat het SOK – samen met een niet nader genoemde andere gegadigde – van de eigenaars van de CM-site het EXCLUSIEVE recht kregen om een bod te doen op de gebouwen. (Eigenaars zijn de CM, de Beweging.Net en het A.C.V.)
De bekende taxaties van de gebouwen zouden variëren van 5.650.000 euro tot zelfs 9 miljoen euro.

De Raad van Bestuur van het SOK (voorzitter VLD-schepen Wout Maddens) heeft in april laatstleden een bod uitgebracht van 4 miljoen, eventueel nog aan te vullen op basis van allerhande nacalculaties. De CM vroeg evenwel om het bod “aan te passen”. In april deed het SOK een finaal bod van 4,2 miljoen euro. Hoewel dit niet strikt noodzakelijk is (het SOK is een autonoom gemeentebedrijf) gaf het schepencollege een paar weken geleden zijn fiat.
Het bod moet pas medio 2016 geëffectueerd. Intussen krijgt het SOK de tijd om de site te vermarkten!

P.S.
Het SOK zit er financieel niet zo best voor.
Het jaarverslag 2014 kent wel een licht positief resultaat van bijna 400.000 euro, maar er is een over te dragen verlies van 3,16 miljoen. En de schulden op ten hoogste één jaar bedragen alreeds 4,62 miljoen. Voorts kreeg het SOK van Stad Kortrijk een tijdelijk overbruggingskrediet dat intussen is opgelopen tot 4,19 miljoen. (Het jaarverslag van het SOK vermeldt een ander bedrag.) Om dat overbruggingskrediet “aan te zuiveren” zal het SOK nu vanwege Stad genieten van een doorgeeflening van 3,5 miljoen met een looptijd van 15 jaar.

Alweer een nieuwe eindafrekening van de kosten van het museum Texture

De totale kost voor de verbouwing van de voormalige Euroshop aan de Noordstraat tot (vlas)museum “Texture” zou nu 5.562.932 euro bedragen, inclusief BTW. We hebben het dan over de kostprijs voor de werken, leveringen, erelonen en nutsvoozieningen.

Het schepencollege gewaagt hierbij van “een volledig definitief financieel overzicht” voor de realisatie van het museum. Wat niet juist is. Men gaat nu namelijk nog over tot de dakherstelling van de loods, waarbij de kost wordt geraamd op 41.776 euro. En het museumplein zal men waarlijk opnieuw aanleggen op basis van een plan van de Spanjaard Jordi Farrando. (De blijkbaar voorlopige aanleg koste al 50.000 euro. Weggesmeten geld dus.)
Bij de kostprijs van de verbouwing en inrichting van het museum moeten we nog de cash betaalde erfpacht voor het pand optellen: 2.034.021 euro.
Dat levert voorlopig de som op van 7.596.9453 euro.

De kostprijs van bepaalde loten kenden een aanzienlijke afwijking t.o.v. het gunningsbedrag:
– ruwbouw;: van 1.308.424 naar 1.434.757 euro (+9,8 %)
– afwerking: van 808.171 naar 999.156 euro (+23,7 %)
– elektriciteit: van 479.403 naar 512.765 euro (+6,9 %)
– vast meubilair: van 188.912 naar 213.264 euro (+12,8 %)

Door die meerwerken loopt het bedrag van erelonen voor het architectenbureau NOA én de scenograaf MADOC samen op van 185.000 naar niet minder dan 534.975 euro. Dat is een stijging van 189 procent !

Het schepencollege verdedigt de meerwerken door te stellen dat zij “veel toegevoegde waarde” meebrengen. Voorbeelden daarvan zijn:
– akoestische maatregelen: +62.961 euro
– extra sanitair: +18.259 euro
– verwarming en sanitair voor de bistro “Damast”: +30.093 euro
– meubelen bistro: +37.301 euro
– extra verlichting kroonzaal: +14.784 euro.

Die bemerking over de “toegevoegde waarde” van bepaalde werken kan wel juist zijn, maar vertel dat dan maar eens aan de vier kandidaat-ontwerpers die bij de oorspronkelijke aanbesteding van de studieopdracht omwille van hun (hoge) offerteprijs uit de boot vielen…

N.B.
Indertijd hoopte het stadsbestuur op subsidies én inkomsten van de verkoop van het oude vlasmuseum op een te incasseren bedrag van 3,6 miljoen.
We weten niet of dit is gerealiseerd.

De gigantische campagnebudgetten van “Citymarketing Kortrijk” (2)

Om Kortrijk (vooral het centrum dan) op de kaart te zetten zijn er dit jaar vijf campagnes voorzien waarbij de loutere promotie ervan minstens 180.000 euro zal kosten.  
Hierna dus een lijst van de ondersteunende campagnebudgetten vanuit het samenwerkingsverband van de acht stakeholders onder de noemer van “citymarketing”. (Zie een vorige kosteloze editie van kortrijkwatcher.)

Goed bedenken dat onderstaande evenementen zelf onnoemlijk veel geld kosten en daarnaast (daar bovenop) dus nog volop genieten van financiële steun van Stad of van gemeentelijk vzw’s.  
Een voorbeeld, nu.
Voor “Zomer in Kortrijk” gooit de door Stad gesubsidieerde vzw” Feest in Kortrijk” er 131.900 euro tegenaan en voor “Winter In Kortrijk” 107.500 euro.

De promotiebudgetten voor:

– Januari-februari:  Kortrijk Cupido  (20.000 euro)

– Maart-april-mei:  Kortrijk ’t Kriebelt  (40.000 euro)

– Juni-juli-augustus:  Zomer In Kortrijk  (40.000 euro)

– September-oktober-november:  We are Creators (40.000 euro)

– December:  Winter in Kortrijk (40.000 euro)

Er zijn tevens budgetten voorzien voor de pure promotie van bijzondere evenementen “met heel hoge meerwaarde” (50.000 euro) en voor “risico’s en opportuniteiten” (20.000 euro)

De gigantische campagnebudgetten van “citymarketing Kortrijk” (1)

Maar laat het ons eerst even hebben over de werking en de structuur van wat  heet: “citymarketing Kortrijk”.  
Meteen zal u alreeds een inzicht krijgen over de te besteden budgetten.

CITYMARKETING KORTRIJK is een feitelijk samenwerkingsverband van acht stakeholders, elk met een bepaalde financiële inbreng en een bepaald aantal stemmen.

De stuurgroep komt driewekelijks samen op donderdagochtend in een eigen kantoor, in het stadhuis.  
Verslaggever is Eliza Bruneel, ambtenaar bij vzw Toerisme Kortrijk. (Geen raadslid die daar al ooit een verslag heeft van kunnen inzien, terwijl de projecten waarlijk van enorm gemeentelijk belang zijn.)

Het is een onderdeel van de BTW-plichtige VZW Handelsdistrict Kortrijk Centrum (Leiestraat 22), een vzw die steun krijgt van Stad maar PERTINENT weigert om budgetten en rekeningen publiek te maken. De Raad van Bestuur van het Handelsdistrict is officieel bevoegd, maar de opdracht ‘citymarketing’ is feitelijk in handen van de stuurgroep, en de “rode draad” doorheen beide is schepen van Economie Rudolphe Scherpereel (N-VA).

Hierna even, met naam en toenaam de lijst van stakeholders met hun inbreng en aantal stemmen (in principe 1 stem per 25.000 euro).

– Union (de vroegere NV Sint-Janspoort van het winkelcentrum): Dominique Desmeytere  met  125.000 euro en hiermee 5 stemmen.

– K in Kortrijk: Domique  Desmeytere met 25.000 euro en dus nog 1 stem erbij.

– Decathlon: Bohdan Lamon met 25.000 euro en 1 stem.

– Stad Kortrijk: Mick Vos (kabinetchef van de burgemeester) met 25.000 euro en 1 stem.

– Vzw Handelsdistrict  Kortrijk Centrum:  Nele Muylle met 25.000 euro en 1 stem.

– Kortrijk Xpo: Saskia Soete de Boosere met slechts 15.000 euro en toch 1 stem.

– vzw Toerisme Kortrijk: Eliza Bruneel met slechts 10.000 euro en toch 1 stem.

– De Lijn: nog in onderhandeling.

Het totale budget (zonder inbreng van De lijn) bedraagt dus 250.000 euro.  
Dominique Desmeytere van “K in Kortrijk” heeft de grootste inbreng (150.00 euro ) en overheerst aldus – in nauwe samenwerking met de burgemeester en hier en daar een schepen, als het past – het samenwerkingsverband “Citymarketing” met zijn 6 stemmen.

De vijf voorziene campagnes voor dit jaar om Kortrijk op de kaart te zetten (in elk geval het centrum) zullen minstens 180.000 euro kosten.

(Wordt vervolgd.)

Over de herinrichting van het kruispunt Korte en Lange Steenstraat

Met het oog op het kwalitatief uitbouwen van het winkel- en wandelgebied in het stadscentrum zijn er midden vorig jaar workshops georganiseerd met de Spaanse stedenbouwkundige Jordi Farrando. (Die gast krijgt hier werk tot aan het eind van zijn dagen.)

Twee ingrepen zijn toen door het schepencollege als prioritair gedefinieerd:
1) aanleg loopstroken en ingrepen aan terrassen op de Grote Markt
2) herinrichting kruising Korte en Lange Steenstraat.

Voor de uitvoering van die technische werken is een bouwaanvraag nodig wegens de aanwezigheid van beschermde gebouwen in de omgeving.
Het bouwvergunningsdossier en de aanbestedingsprocedure voor de herinrichting van het kruispunt Korte en Lange Steenstraat is nu in opmaak. Het verkrijgen van de vergunning kan twee maanden op zich laten wachten. De werken zijn voorzien in de periode eind juni tot midden juli van dit jaar.

Wat wil men zoal doen op dat kruispunt?
– De bestaande zit-/fonteinelementen worden verwijderd en vervangen door drie nieuwe zitelementen.
– De centraal gepositioneerde boom blijft, maar de andere beschadigde boom wordt verwijderd.
– De verharding wordt hersteld met dezelfde materialen die reeds gebruikt zijn in de omgeving.

En wat mag dat kosten?
Zoals hier eerder al is gemeld (29 november 2014) dacht men aan iets van 50.000 euro.
De herinrichting van de Grote Markt is nog een ander paar mouwen. Die zou prioritair een investering vergen van zowat 276.00 euro. (Voor de nieuwe loopstroken alleen al 193.000 euro.)