Category Archives: investeringen

Voor 130.000 euro kunst op Kortrijk-Weide (1)

Voor wie het nog niet zou weten:  op de site  Kortrijk-Weide komt er een fuifzone, een zwembad, volwassenonderwijs, jeugdwerking, een evenementenplein.  En groen.
Binnen dit stadsproject is nu ook een dossier ‘kunstintegratie in publieke ruimte’ opgenomen.  De meerjarenbegroting voorziet voor bemiddeling, ontwerp en realisatie  van het kunstproject 130.000 euro.

De curatoren/bemiddelaars zijn alreeds aangeduid op voorstel van de totaal onbekende  adviesraad ‘Kunst in de publieke ruimte”.
Het gaat om Patrick Ronse, coördinator van Be-Part (Platform voor actuele kunst in Waregem) en  de internationaal bekende curator – niet altijd onbesproken –  Hilde Teerlinck.
Het concept is genaamd PLAY en slaat op een kunstenparcours met bestaande en nieuwe werken van hedendaagse (twee?) nationale en internationale kunstenaars.

P.S.
Zo’n project kan genieten van subsidies van de Vlaamse Gemeenschap en soms ook van Europa.

Projectplanning “regionaal erfgoeddepot” loopt helemaal in het honderd

(Staat niet in de gazetten.)

Over dat erfgoeddepot is  men al jaren aan het bakkeleien.
Maar pas in september 2014 is uiteindelijk beslist dat het zgn  “intergemeentelijk cultureel en onroerend erfgoeddepot ” voor Zuid-West-Vlaanderen in Kortrijk zou komen.  Te bouwen  op de site van De Vier Linden (groothandelsmarkt) in Heule.
Naar aanleiding van een interpellatie van raadslid Christine Depuydt (CD&V)  in zitting van februari 2015 was schepen Rudolphe Scherpereel (N-VA) er heilig van overtuigd dat de immers “eenvoudige constructie” helemaal af zou zijn eind van 2016.
Het schepencollege van mei van dit jaar stelde de planning wat bij:  men zou deze maand september starten met de ruwbouw en de omgevingsaanleg en dit alles zou dan  af zijn in september 1017, na één jaar dus.  De gehele afwerking (met schrijnwerk) tenslotte is nu voorzien voor januari 2018. Twee jaar later dan de schepen van Economie  ten stelligste heeft vooropgezet.

De werken moeten evenwel nog beginnen.
(Staat niet in de gazetten.)

Er is immers nog altijd geen  stedebouwkundige vergunning beschikbaar.
Intussen zit het tripartite-schepencollege met de handen in het haar.  Er is een heel vervelende kwestie opgedoken.
Voor drie loten van het project zijn al op 21 april 2016 offertes binnengelopen  en die kregen een verbintenistermijn (vroeger genoemd: gestanddoeningstermijn) tot 19 augustus van dit jaar.

Wat nu gedaan?
– Een gunningsbeslissing binnen de initiële verbintenistermijn kan niet meer.
Bij een eventuele niet-realisatie van die werken als gevolg van bepaalde omstandigheden heeft de gecontracteerde inschrijver recht op een schadevergoeding van 10 procent. Voor de drie loten samen bedraagt die 235.385 euro (incl. BTW).
– Het schepencollege zal evenwel de inschrijvers vragen om een verlenging van de verbintenistermijn met 90 kalenderdagen.
In dit geval kan de inschrijver een gemotiveerde verhoging van zijn offertebedrag afdwingen.  Die prijstoeslag moet wel onder het offertebedrag van de tweede gerangschikte inschrijver blijven.  Die eventuele verhoging van de offerte kan hier maximaal 233.077 euro (incl. BTW) bedragen.

P.S.
Uit de berekening van de boete van 10 procent kan men afleiden dat de drie loten samen 2.353.857 euro kosten.  De raming was ietwat hoger: 2.383.473 euro.
Het gaat om de loten 1) ruwbouw en omgevingsaanleg,  2) gevelsluitingen en gordijngevel, 3) schrijnwerken en afwerking.
In mei laatsleden raamde men de totale kostprijs van het depot op 4.151.337 euro (incl. BTW).  Hierin zijn inbegrepen:  de werken (7 percelen),  de beveiliging, de levering van meubilair,  de  studies,  de nutsaansluitingen.
Stad Kortrijk zou de grond inbrengen (550.000 euro) en 1 miljoen voor de bouw.
De rest zou moeten komen van de provincie en van FOCI-Vlaanderen.

We krijgen een soort rijdend stadhuis

(Bericht  hierover lees  je straks  nog in wel in  de plaatselijke  perse van onze onderzoeksjournalisten.  Niet verschieten. Met stante pede uitleg van de bewindvoerders  En zonder weerwoord van de oppositie.).

Het project draagt de naam ” (meldpunt)  1777 op wielen“.
Het schepencollege heeft een ingerichte bestelwagen (bijna een bus) gekocht  die bij allerhande gelegenheden  te pas en te onpas overal zal worden ingezet.
Bijvoorbeeld:
–  feesten in Kortrijk (Sinksen, Kerstmarkt)
–  volksbarbecues van  het schepencollege
–  gemeenteraad op verplaatsing
–  start van grote werven
–  wijkgerichte initiatieven
–  campagnes (te veel om op te sommen)
–  koopzondagen
–  inschrijvingen (kinderopvang, sportkampen, speelpleinwerking)

De bestelwagen zal geleverd door de firma ‘Garage Brandweervoertuigen Dias & Zn’  uit Stekene voor het bedrag van 100.430 euro (incl. BTW).
Er liepen vijf offertes binnen met prijzen gaande van 88.390 tot 153.065 euro.
De raming bedroeg 105.270 euro.

Wat  er met én binnen dat voertuig allemaal zal of kan gebeuren  en wie het zoal (afwisselend?)  zal bemannen  is een raadsel.  Zelfs voor de stadsadministratie.

Nog altijd geen investeringscollege !

Algauw na de verkiezingen gaf de tipartite met veel poeha te kennen dat het College van Burgemeester en Schepenen een waar investeringscollege zou worden. Man dacht van over geheel de bestuursperiode zowat 160 miljoen euro te besteden. Onze plaatselijke pers deed daar met veel bombarie kond van.

Zopas is de begrotingsrekening 2015 bekend geraakt, zodat we nu kunnen nagaan wat men vorig jaar daadwerkelijk aan investeringen heeft aangerekend.
Het resultaat is alweer zeer pover als men de gedane uitgaven afzet tegenover het bedrag dat was ingeschreven in het budget.

Er was in 2015 voor 48,66 miljoen begroot als investeringsuitgaven.
In werkelijkheid is er slechts 17,56 miljoen uitgegeven. Dat is dus een realisatiegraad van 36 procent! Bepaalde voorziene grotere projecten liepen alweer vertraging op: de fuifzaal, het park en het plein op de campus Kortrijk Weide, de vernieuwing van het Muziekcentrum, de aanleg van fietspaden en riolering N43 tussen Aalbeke en de R8.

Was het vorige jaren beter gesteld?
In 2014 had men voor 39,93 miljoen investeringen bedacht.
Abstractie gemaakt van de kapitaalsverhoging bij Gaselwest is toen in werkelijkheid 21,77 miljoen uitgegeven. Realistiegraad? 54 procent! Bepaalde grotere geraamde uitgaven werden niet of nauwelijks besteed: de jeugdherberg, parken en groen, het project Overleie, Kortrijk klimaatstad, fietspaden.

In het eerste jaar van de coalitie voorzag men als totaal van wat men toen “buitengewone uitgaven” noemde een bedrag van 28,51 miljoen.
Daarvan is in 2013 slechts 11,83 miljoen aangerekend. Realisatiegraad van het gloednieuwe investeringscollege ? 41 procent! (Het College pakte pas in mei uit met een begroting, en zolang er geen begroting is goedgekeurd mag er gen cent geïnvesteerd.)

Maandag 9 mei komt de jaarrekening 2015 voor op de agenda van de gemeenteraad.
Zal de “embedded press” een keer gewag maken van de lage realisatiegraad inzake investeringen?
Nog drie jaar te gaan om te komen tot de voorziene 160 miljoen. Tot op heden is er van die som zowat een derde uitgegeven…

Externe begeleiding voor het project nieuw zwembad op Kortrijk-Weide is peperduur

De gemeenteraad van juli 2014 besliste om in te staan over het geheel van het project: Design (het ontwerp), Build (de bouw), Finance (financiering), Maintain (onderhoud), Operate (exploitatie).
Wegens het ingewikkelde juridische, financiële en technische kader is toen als wijze van gunnen geopteerd voor de zgn. ‘concurrentiedialoog’. Die is intussen in januari laatstleden stopgezet en vervangen door een gewone ‘onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking’ waarempel omdat de twee ingediende offertes onaanvaardbaar en onregelmatig waren.
(We mogen niet concreet weten wat er schortte aan die offertes! En de raadsleden krgen een geheimhoudingsplicht opgelegd!)

Vorig jaar begon het bij de juridische diensten van Stad te dagen dat men de zaak niet alleen aankon.
De compliciteit van de opdracht was inmiddels vergroot omwille van de toetreding van Zwevegem bij het project, de betrokkenheid van meerdere actoren (zoals Howest). En nog gelet op de strakke timing van het project vond men het in augustus 2015 nodig om te zoeken naar externe juridische begeleiding. Zonder veel ruchtbaarheid daaraan te geven riep het Schepencollege op 10 augustus 2015 de rechtshulp in van het Antwerpse kantoor CVBA Schoups. Afgesproken kostprijs voor die begeleiding: 39.351 euro. (Hoeveel het intussen is geworden weten we niet.)

Maar het schepencollege vond alreeds begin 2014 dat men voor de realisatie van zo’n ingewikkeld PPS-project nood had aan een (meer technische) trajectbegeleiding.
Hiervoor werd in Collegezitting van 17 februari 2014 de firma Grontmij uit Brussel aangesteld. Afgesproken prijs: 51.183 euro (inc. BTW).
Maar die kostprijs was initieel fel onderschat. Alweer wegens de compliciteit van de opdracht liepen er intussen al facturen binnen voor een bedrag van 119.670 euro. En men verwacht dat Grontmij voor de gehele trajectbegeleiding in het kader van de concurrentiedialoog 172.667 euro zal aanrekenen. (Zwevegem betaalt daarvan een aandeel van 40 procent, zijnde 67.066 euro.)

En nu de clou van het verhaal.
Ook bij de nu lopende onderhandelingsprocedure met de twee resterende kandidaten vindt men dat externe begeleiding nodig blijft.
En zie.
– Voor de juridische begeleiding door het kantoor Schoups in dit lopende jaar 2016 raamt men de prijs op 52.500 euro.
– En voor de trajectbegeleiding door Grontmij precies evenveel. Ook 52.000 euro.
(Tussenkomst Zwevegem: 40 procent.)

Dat maakt dat we de totale kostprijs van de externe begeleiding voor de realisatie van het zwembadcomplex in Kortrijk en Zwevegem tot op heden kunnen ramen op 317.018 euro. Voor Kortrijk alleen: 184.952 euro. (Dat zijn dus weerom verdoken personeelskosten.)

Dat volksrestaurant is wel degelijk haalbaar

De OCMW-raad van mei heeft beslist om over te gaan tot de aankoop van de voormalige tapijtwinkel “Gheysens” in Doornikstraat en het appartementsgebouw ernaast (vlakbij de tunnel onder de spoorweg). Dit alles met de bedoeling om aldaar een volksrestaurant te ontwikkelen, een kinderopvang en kantoortruimte voor ondersteunende diensten van een toekomstig zorgbedrijf.
De aankoopprijs van de twee panden bedroeg 1.395.000 euro (dat is minder dan geschat en ook minder dan de vraagprijs). Voor het volksrestaurant voorziet men 1,2 miljoen euro. Kinderopvang: 700.000 euro. Zorgbedrijf: 1,9 miljoen euro. Ontwerper: 304.000 euro (dat is intussen 354.046 euro geworden). BTW: 861.840 euro. Totaal: 6.410.886 euro.
Het ontwerpteam is Buro II & Archi + I cvba uit Brussel. Het appartementsgebouw wordt gesloopt. De voorgevel van de tapijtwinkel blijft bestaan, maar binnenin komen grootse renovaties en nieuwbouw.

Het project “volksrestaurant” of “sociaal restaurant” bracht enige commotie teweeg, zelfs binnen de stadscoalitie en natuurlijk ook bij de horecasector. Vandaar dat het OCMW een haalbaarheidsstudie liet uitvoeren door de vzw Mentor, gecoördineerd door Piet Lareu. En jawel hoor: het sociaal restaurant is haalbaar !
Op basis van een positionering volgens de 4 P’s is een concept uitgewerkt en vertaald naar een financieel plan.
Wat zeggen die vier P’s?

Plaats:
– zeer geschikt: centraal gelegen.
– goed zichtbaar en goed bereikbaar. (Nvdr: parkeerplaatsen?)

Product:
– sfeer: open, hip, trendy, aantrekkelijke en laagdrempelig.
– menu: gezonde en verse dagschotel, beperkte kaart.
– openingsuren: 5 middagen en 2 avonden.
– personeelsbezetting kan laag gehouden worden door structurele samenwerking met de horeca-opleiding van VORK.
– personeelskost kan laag gehouden worden door onderwijsuren van VORK in te brengen. (Nvdr: HORECA-Vlaanderen wil wel dat de lonen dezelfde zijn als in andere horecazaken, volgens PC 302.)
– aantal zitplaatsen: 80.

Prijs:
– marktconform (12,1 euro) met mogelijkheid tot sociale tarieven: 6,6 euro (verhoogde tussenkomst), 3,3 euro (leefloners). (Foodcost dagschotel zou 3,5 euro bedragen.)
– leveranciers: biologisch en lokaal (korte keten), raamcontracten, recuperatie voedseloverschotten.

Promotie:
– klantenwerving via toeleiders en via campagne.
– ’s middags meer doelgroepen (kansarmen) en ’s avonds meer de gewone man.
– bezettingsgraad: 75 procent.

Over de meerwerken voor de restauraties in het Begijnhof

Die meerwerken komen ter sprake in de eerstvolgende zitting van de OCMW-raad op 19 november.
Vooreerst gaat het om de meerwerken bij de restauratie van de woningen vlakbij de ingang, de inkompoort zelf en de smalle doorgang naar Sint-Maartenskerkhof. De werken werden in 2011 gegund aan Vandendorpe NV uit Brugge voor 1,44 miljoen euro, inclusief BTW van 6 procent.
De architecten Philippe Pauwels (uit Kortrijk) en Monique Stoop (uit Wannebecq) constateren nu dat er een substantiële overschrijding is gebeurd van de voorziene hoeveelheden metselwerk. (De hieraan gekoppelde uitvoeringstermijn werd in augustus van vorig jaar al een keer verlengd met 73 werkdagen.) Inclusief de BTW is er op vandaag ten opzichte van het aanbestedingsbedrag een budgetoverschrijding van zowat 238.000 euro, oftewel 16,47 procent.
Die meerwerken zijn in principe betoelaagbaar, maar een aanvraag hiertoe kan niet meer want het plafond van de subsidie is vastgelegd op basis van het aanbestedingsbedrag.

Nog in de OCMW-raad van aanstaande donderdag is de eindafrekening van de restauratie van de Sint-Annazaal geagendeerd. Dat werk werd in september 2014 gegund aan Vanhecke NV uit Wilrijk voor 1,62 miljoen euro, exclusief BTW. Ontwerpers waren hier opnieuw Pauwels en Stoop. (De definitieve oplevering is al tweemaal geweigerd.)
Ongezien is dat in het voorliggende agendapunt geen enkel bedrag is ingevuld inzake meerwerken, hoeveelheden in meer of min, prijsherzieningen.
Een deel van de kostprijs is gesubsidieerd door Onroerende Erfgoed. Ook hier is géén bedrag vermeld in de toelichting. Het saldo dat moet betaald door het OCMW kennen we dus niet.

Over het blijvend bestaan van het zwembad in Heule en “den openen”

Na de opening van het nieuwe zwembad op Kortrijk-Weide blijven de zwembaden aan het Lagaeplein en aan de Abdijkaai nog minsten drie jaar bestaan. (De termijn is verlengbaar.) De uitbating gebeurt mede door de private partner die betrokken is bij het nog te bouwen nieuwe zwembad op Kortrijk-Weide. De reële kosten voor de exploitatie en het gebruikersonderhoud (huuronderhoud) worden vergoed maar geplafonneerd tot de huidige exploitatiekost. Het eigendomsonderhoud blijft ten laste van Stad.
Men zegge het voort.

P.S.
Dat wordt dus een item bij de volgende raadsverkiezingen. Welke partij(en) beloven uitdrukkelijk dat ze open blijven?

Erelonen voor architecten en scenografen van nieuw museum TEXTURE in Kortrijk ietwat aangepast

In maart 2011 kregen NoA-architecten samen met Madoc-scenografen de opdracht tot renovatie en herinrichting van het voormalige Euroshoppand in de Noordstraaat met het oog om aldaar een nieuw onderkomen te maken voor het vroegere Vlasmuseum.

Afspraak was dat er een ereloonpercentage van 11 procent zou gehanteerd worden op de totaliteit van de uitgevoerde werkzaamheden. (Werkzaamheden die dus net door de gekozen inschrijvers zijn bepaald, wel te verstaan.)

In de loop der tijden liet het vorige en huidige schepencollege al delen van die erelonen vastleggen.
In november 2013 waren die saldo’s al opgelopen tot zowat 511.000 euro (inclusief BTW) en kwam daar nog een bedrag van ca. 52.000 euro bij als vergoeding voor meerprestaties die niet eigen waren aan de studieopdracht.
Uiteindelijk kwam er een volledige eindafrekening waarbij het basis-ereloon van 11 procent berekend werd op het bedrag van de uitgevoerde werkzaamheden, zijnde 4.019.346 euro.  Dat leverde voor NoA-Madoc toen een honorarium op van 534.955 euro.

De definitieve afrekening was er evenwel pas in april vorig jaar. Een tijdrovende procedure met veel overleg en discussies met aannemers resulteerde zelfs in een sterke reductie van de eindafrekening!

Nog in diezelfde  maand april liet noA.architecten toch weten dat zij die reductie onlogisch vonden gezien de geleverde inspanningen van hun ontwerpteam. Ze verwezen daarbij naar hun interventies als administratief en coördinerend tussenpersoon, de tijdrovende inspanningen bij het toezicht op de verrekeningen en het zes maandenlang durende proces van nazorg.

Kortom. Om voorgaande redenen stelde NoA voor om het ereloon te bereken op het budget dat net voor de eindafrekening van toepassing was. Met name 4.070.890 euro. Dit bracht een verhoging van het ereloon voor NoA-Madoc mee van 534.975 met +6.860 euro tot 541.835 euro.

Madoc-scenografie zelf ontving ook nog specifiek erelonen voor grafiek, research en redactie, soclage en finetuning. Samen voor een bedrag van 62.185 euro.

Met nog wat andere werkzaamheden erbij (onkosten architectuurwedstrijd, EPB-verslaggeving, toegankelijkheidsadvies, signalisatie, graveren van drukknoppen) komen we zo aan een totale som voor erelonen en projectgebonden studies op 630.111 euro (incl. BTW).

P.S. (1)
Bij de gunning van de studieopdracht (maart 2011) dacht NoA-architectuur uit Brussel nog het zaakje aan te kunnen klaren voor een ereloon van 185.000 euro.
P.S. (2)
Denk nu vooral niet dat de Raad van Bestuur van het museum daar iets van afweet. Of de schepen van cultuur.

Jaarrekening 2014: nog altijd weinig investeringen

De coalitie bestempelde zichzelf van bij de aanvang als een grote “investeringscoalitie”. Voor de gehele bestuursperiode van zes jaar voorzag men voor niet minder dan 160 miljoen euro aan investeringen in stad. Stond allemaal uitgebreid te lezen in de bevriende (de “embedded”) lokale perse.

Mede omwille van het laattijdig goedkeuren van de begroting (pas in maart) was 2013 inzake investeringsverrichtingen een totaal mislukt jaar.
Men dacht voor 28,5 miljoen te besteden aan buitengewone uitgaven (inclusief de leningslasten van 7,3 miloen) maar daarvan is slechts 11,2 miljoen daadwerkelijk aangerekend. En bij de “pure” investeringen ten bedrage van 14,4 miljoen is toen slechts 3,3 miljoen gefactureerd.
(Geen Kortrijkse kiezer die dat weet, – het stond niet in de gazetten.)

Initieel voorzag het budget 2014 een investeringsuitgave van 25,3 miljoen euro.
Het eindbudget (derde begrotingswijziging van oktober 2014) zag het al wat ruimer: er zou 39,9 miljoen besteed worden aan investeringen.
En zie nu een keer: de investeringsrekening van 2014 vermeldt een investeringsuitgave van niet minder dan 45,23 miljoen euro. Ongezien, ongehoord!
Dat geldt tot we de samenstelling van dat immense bedrag wat nader in detail bekijken.

De werkelijke investeringsverrichting bedraagt slechts 21,77 miljoen euro. En dat is dus zelfs minder dan oorspronkelijk geraamd.
Hoe komt men dan aan die totale som van 45 miljoen?
Simpelweg door een “investering in financiële – géén materiële – vaste activa” in rekening te brengen. Stad heeft namelijk voor 23,45 miljoen ingetekend op een kapitaalsverhoging van de intercommunale Gaselwest. Dat geeft een heel vertekend beeld van de investeringsverrichtingen.

Overigens.
Bepaalde hoog geraamde investeringsbudgetten konden blijkbaar moeizaam of zelfs niet gerealiseerd.
We vermelden (afgeronde bedragen):
– jeugdherberg, fuifzaal, jeugdverenigingen: 2,9 miljoen (voorziene budget was 5 miljoen)
– parken, groen, natuurgebieden, speelruimten: 130.000 euro (budget: 1,7 miljoen)
– klimaatstad: 22.000 euro (budget: 430.000 euro)
– ondernemerschap: nul euro (budget: 25.000 euro)
– camera’s in de straten: 106.000 euro (budget: 442.000 euro)
– stadsvernieuwingsproject Overleie: 905.000 euro (budget: 1,13 miljoen)
– fietspaden: 55.000 (budget: 507.000 euro)
– trottoirs: 406.000 (budget: 740.000 euro)

P.S.
Intussen is de tripartite nu ongeveer halverwege de bestuursperiode beland.
Zal men tegen de volgende gemeenteraadsverkiezingen de voorziene investeringen van 160 miljoen euro wel kunnen realiseren?
Burgemeester aka ASAP zal zich moeten reppen. Voor dit jaar 2015 oogt de geraamde investeringsuitgave opnieuw weinig gigantisch: 29 miljoen.