Category Archives: economie

Aantal niet-werkende werkzoekenden hoog

(Vorige stukken over de werkloosheid in Kortrijk verschenen op 22 en 25 juni.)

Niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) bestaan uit vier categoriën: werkzoekenden met een werkloosheiduitkeringaanvraag (WZUA), schoolverlaters (in wachttijd), vrij ingeschrevenen bij de VDAB, en een restgroep (bijvoorbeeld werkzoekenden die door het OCMW zijn doorverwezen).
Sommige werkzoekenden zijn niet opgenomen omdat zij bijvoorbeeld een opleiding volgen bij de VDAB. Ook is het zo dat die werkzoekenden soms niet al te manifest naar werk zoeken. Men schat die “latente” werkzoekers soms op 20 à 30 procent.

In mei van dit jaar waren er hier 2.147 NWWZ. In mei 2006: 2658. En in mei 2005 en 2004 ongeveer evenveel. Tussen mei 2003 en mei 2007 is de werkloosheid ter stede evenwel gedaald met 14,1 procent.

Tellen we hier veel werklozen?
Hiervoor kijken we naar de werkloosheidgraad. Dat is de verhouding tussen het aantal NWWZ jonger dan 65 jaar en de beroepsbevolking jonger dan 65 jaar.
In Kortrijk bedroeg de werkloosheidgraad in mei 6,31 procent. In Vlaanderen 5,49 procent. In onze provincie 4,63 procent. In de regio Kortrijk-Roeselare 4,31 procent. In het arrondissement 4,94 procent.

In de regio Kortrijk-Roeselare doen we het met die 6,31 procent eigenlijk absoluut niet best. In Spiere-Helkijn is het wel erger gesteld: 8,74 procent. Maar Kortrijk wordt slechts door Spiere en Menen (6,69 %) voorbijgestoken.
De werkloosheidgraad is het laagst (tussen 2 en 3 procent) in Ingelmunster, Ledegem, Lichtervelde, Oostrozebeke, Pittem, Staden, Wingene.

Bij de 2.147 NWWZ van mei zijn er 62 schoolverlaters, 1.091 mannen, 421 jongeren, 1.247 laaggeschoolden, 371 arbeidgehandicapten en zelfs 1.056 langdurig werklozen. Etnisch niet-EU: 490 oftewel 22,8 procent.
(Arbeidgehandicapt wijst niet noodzakelijk op een fysiek gebrek. Het kan ook gaan om werkzoekenden uit het buitengewoon onderwijs.)

Doet Stad iets aan die werkloosheid?
Er worden alleszins veel inspanningen geleverd binnen de sociale economie. Schepen Lybeer is daar een krak in, om stemmen te winnen.
En Jean De Béthune.
En er zijn starterspremies en waarborgfaciliteiten. Innovatiecontracten. Toegankelijkheidscontracten. Zie het stedelijk reglement ter bevordering van de economische activiteit. Jean zorgt daarvoor.
Leiedal zorgt voor bedrijventereinen.
En er is in de Leiestraat een ondernemerscentrum, maar dat Trefpunt draait niet goed
.
Zie maar de website. Blababla.

CORA und kein Ende (2)

Unizo vraagt dus sinds gisteren om via de speciale website www.stopmegashop.be een petitie te ondertekenen tegen ondermeer de komst van een Cora-winkel- en recreatiedorp in de periferie van Kortrijk, maar wel net over de taalgrens. Men vraagt u ook – verbruikers – om ergens affiches uit te hangen.

Waar is de tijd? Dat we in de koffer, vooral achteraan, van onze volkwagen vanuit het noorden (Sluis) met kilo’s boter en porno en geld van ‘acties’ smokkelden over de grens en vanuit het zuiden (Costa Brava) met vaatjes wijn kwamen aangereden? Hypermarkten bestonden niet eens. Douane was tolerant, als je in goed gezelschap verkeerde. En we hebben nu allemaal fietsen en fietsroutes naar overal.

Nu Euroland. Eurodistrict. Alles grensoverschrijdend.
Velen (alhoewel? consumenten zijn ook niet zot, net zo min als kiezers) willen dat protest van Unizo-Vlaanderen of Kortrijk misschien waarschijnlijk wel ondersteunen, maar zouden daarbij graag eens volledig ingelicht worden over het dossier. Kennis maakt macht.

Unizo verwijst op de website naar “diverse” studies die de aandacht vestigen op de negatieve impact van megashops.
We krijgen er twee te lezen.

Vooreerst de “bevindingen” van het studiebureau WES over Cora.
Welnu, in die link naar het artikel van WES komt het woord Cora niet eens voor. Het gaat om een stuk waarbij op objectieve wijze de nieuwe wet op de handelsvestigingen wordt toegelicht. De zgn. IKEA-wet.

Verder is er een link naar de uitgebreide studie van prof. J.P. Grimmeau (ULB) van 2004. Titel: “De handel in grote Belgische steden en hun stadsrand”.
Uitermate interessant, maar om die studie nu te aanzien als een stevig ruggesteunend argument tegen megashops of meer speciaal tegen CORA is waarlijk tamelijk, heel ver gezocht. Het werk is eerder een soort nuchtere survey, kurkdroge cijfermatige stand van zaken over de ontwikkeling van de stads- en perifere handel in 17 grote steden.
Straks (infra) komen we daar nog op terug.

Unizo zou nu toch eens de potentiële ondertekenaars van de petitie wat zorgvuldiger kunnen voorlichten.
En daarbij in extenso het gunstig advies publiceren van het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie (NSECD) met betrekking tot de inplanting van Cora in Moeskroen-Etaimpuis.
Eind mei is dat advies uitgebracht. In een persmededeling van 31 mei verklaarde Unizo dat het (gunstig) advies tot stand was gekomen met een nipte meerderheid van één stem. Nu zegt men dat er staking van stemmen was. Wel, volgens het huishoudelijke reglement van het NSECD geeft de stem van de voorzitter dan de doorslag. Die voorzitter is Erik Sterckx. Een adviseur bij de FOD Economie. Meer speciaal begaan met het aantrekken van buitenlandse investeringen in België.
Tel. 02/ 277 78 08. Email: Eric.Sterckx@economie.fgov.be .

Wil u het rapport opvragen bij de secretaris Romain Timmermans van het NSECD?? Kan ook.
Tel. 02/277 68 63. Fax 02/ 277 53 63. Email: csend.nsecd@economie.fgov.be.

Dat (gunstig) advies moet toch heel verhelderend zijn? Voor ons allemaal? Consumenten. Klanten. Kopers. Verbruikers. Great spenders.
Want zo’n sociaal-economisch dossier over een grote handelsvestiging wordt beoordeeld op grond van vier criteria: 1) de ruimtelijke ligging, 2) de belangen van de consumenten, 3) de invloed van het project op de werkgelegenheid, 4) de weerslag van het project op de bestaande handel.
Waarom onthoudt Unizo ons deze informatie?
Kunnen onze lokale persjongens dit (niet bindend) advies niet een keer opvragen? Of gemeenteraadsleden? (Zo’n kortrijkwatcher zou niet eens een antwoord krijgen.)

Wat iedereen via Unizo-websites ook nog wel graag zou lezen is de marktstudie en de argumentatie van Cora-Moeskroen zelf, plus die van Foruminvest over de inplanting van het mega woon- en winkelcentrum in onze eigenste stad. Kunnen we tenminste als ondertekenaar van de petitie een deskundig oordeel vellen over de globale situatie. Over de impact van Sint-Janspoort op onze lokale bestaande middenstandszaken. En hoe het met die beloofde centrumfondsen zit. Weet je nog? Het handelsdistrict (BID). Cf. en o.a. stuk van 8 december 2006.

******
Nu nog wat van Jean-Pierre Grimmeau.
Wel voorafgaandelijk te onthouden: de gegevensverzameling in de studie van prof. Grimmeau reikt niet verder dan 2002. Over het megawinkelcomplex Sint-Janspoort in hartje Kortrijk en de impact ervan is geen sprake.

Specifiek over Kortrijk lezen we op een bepaald moment (pag. 104) dit:
“Van de handel in Kortrijk is bekend dat hij niet zo goed draait. Volgens de klassieke verklaring moet de dichtbijgelegen Franse handel met de vinger worden gewezen, omdat die meer troeven in handen heeft, zoals de verschillen in taxatie (mineraal water bijvoorbeeld) of aantrekkelijke winkelketens die in België afwezig zijn. We willen deze invloed zeker niet ontkennen, maar we stellen vast dat zelfs binnen het gewest de concurrentie op zich al een niet te verwaarlozen factor is. De kans is groot dat het grootscheepse Cora-project in Moeskroen nog tot deze concurrentie zal bijdragen.”

De vraag of het slecht gaat met de handel in stadscentra wordt afgemeten met vijf parameters. Zie pag. 124. Niet eenvoudig. Veel verschillen.
En er zijn negen variabelen opgesteld die de mogelijke factoren voor de achteruitgang van de handel in de stadscentra meten. De druk van shoppingcentra is daar slechts een onderdeel van.
Een zeer belangrijk besluit van prof. Grimmeau (pag. 128) is dat de verschillen in ‘gezondheid’ van stadscentra in de eerste plaats worden verklaard door het totale beschikbare inkomen (welstand). En ja, ook door de concurrentiedruk van de geïsoleerde shoppingcentra, met inbegrip van de Cora-galerijen.

En nu de aanbeveling (pag. 142).

“De vergunningen voor shoppingcentra en grootschalige winkelcomplexen zouden bij voorkeur moeten worden toegekend aan ruimten waar de bevolking en de koopkracht zich ontwikkelen en die commercieel onderuitgerust zijn, kortom: bijkomende uitrustingen die leemten van het netwerk opvullen in plaatsen waar een groeiende vraag voelbaar is. Ze zouden tegelijkertijd zowel de te grote nabijheid ten opzichte van de bestaande commerciële kernen moeten vermijden, als de ruimten waar de commerciële vraag achteruitgaat, door de daling van de bevolking of van de koopkracht, en waar de bestaande handel reeds kwetsbaar is.”

Laatste zin uit de studie:

“Vernieuwingen van de stadscentra brengen over het algemeen nieuwe commerciële investeringen met zich mee en verhogen de aantrekkelijkheid van het stadscentrum en zijn handel. Om deze resultaten te stabiliseren, moet de koopkracht nog voldoende groot zijn.” (Redactie KW: welke vernieuwingen? Die van Foruminvest alhier?)

UNIZO! Stefaan Matton!
Twee grote onderliggende factoren die de vitaliteit van stadscentra garanderen: koopkracht (welstand) en demografie.
Voor Kortrijk STAD betekent dat: werken aan een fiscale en een woonpolitiek.

Inzake werkloosheid en werkgelegenheid vermag een stadsbestuur niet veel.

Naschrift.
Is de cliënt nog koning??

Unizo van Kortrijk slaat in elk geval met deze actie de bal mis. Weet de bal niet eens hangen. Vraagt er niet naar.
Die protest-affiches! Jongens toch.

CORA und kein Ende (1)

(Zie nog bericht alhier van 30 mei.)

Vanavond is voorzien dat Mouscron een vergunning zal afleveren voor de bouw van de megashop CORA. Dit grootschalige shoppingcentrum (110.000 m2) ligt op zowat 15 à 20 of 25 minuten rijden vanuit het Kortrijkse centrum. Hangt af van de file en of u rode lichten respecteert. Stad Kortrijk heeft in de voorbije jaren al vaak geprotesteerd en geprocedeerd tegen de komst van CORA.

Unizo trekt ten aanval met een petitiecampagne en een affiche. De bond van de Middenstand liet al aan burgemeester Gadenne (van de Waalse zusterpartij van de CD&V) weten dat men bij het Nationaal Intermininisterieel Comité voor de Distributie beroep zal aantekenen tegen de beslissing van het College.
Komt de CD&V in de regering? Wat zal Leterme – bevriend met onze burgemeester – dan ondernemen?

Unizo kant zich ook tegen de Media Markt in Schoten en tegen Ikea-Gent. Vraagt in dit verband aan de betrokken burgemeesters om een engagementsverklaring…met Unizo. Niet met het LVZ?
Dit is natuurlijk ongehoord. Getuigt van een stuitend tekort aan politiek bewustzijn. Oftewel van een verouderde CVP-arrogantie van de macht. Een burgemeester met zijn schepenen die een akkoord afsluiten met wat men toch kan aanzien als een heuse lobby?? Dit kan niet.

In die gevraagde verklaring zou het College er zich toe engageren om een “kernversterkend” beleid te voeren. Bestaande handelskernen zo aantrekkelijk mogelijke maken. De burgemeester moet ook beloven van geen socio-economische vergunning aan distributiebedrijven te verlenen als die inplantingen niet kaderen in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Enzovoort.

Zie vooral de speciale website www.stopmegashop.be.
Men verwijst daar ook naar een studie van het WES dat zogezegd pleit tegen winkel- en recreatiedorpen. Die vijf aangelinkte bladzijden gaan eerder over de zgn. Ikeawet. En de studie over koopstromen in West-Vlaanderen staat er niet op. (Men vertikt het om die openbaar te maken.)
Wel te lezen is de studie van J.P. Grimmeau (ULB): “De handel in de grote Belgische steden en hun stadsrand”.
Even zien wat die vertelt. 150 tweetalige bladzijden.

Ons Schepencollege heeft intussen nog altijd niet aan niemand laten weten hoe het gunstig advies luidde over CORA van het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor Distributie (30 mei). Misschien weet men het zelf niet. En of er daar een spreekbuis bij aanwezig was van Stad. Van het stadsbestuur. Een schepen bijvoorbeeld. Want dat mocht.
Meer info wellicht bij Stefaan Matton, directeur Unizo Zuid West-Vlaanderen. GSM 0496/536 335.

Om in beroep te gaan zijn er minstens 7 van de 18 ‘werkende’ leden van het NSECD nodig. Hoort Stefaan Matton daar ook bij? Als vertegenwoordiger van de Sociaal-Economische Raad voor Vlaanderen van onze provincie?
Ook voor deze SERV van onze provincie waren of zijn (werkend of niet?) vertegenwoordigers: Petra Breyne (familie van?), Katrien De Schrijver, Frederik Serruys. (Toestand op 25 september vorig jaar.)

(Wordt ongetwijfeld vervolgd.)

P.S.
De website van Moeskroen – die overigens nergens op lijkt – is vandaag niet te bereiken.
U zal daar ook nooit notulen op lezen van het College, noch van de gemeenteraad aldaar.

Aantal werkloze senioren daalt ietwat

We kunnen wel spreken van een lichte daling van het werkloosheidscijfer bij senioren van meer dan 50 jaar.
In mei van dit jaar telde men er hier ter stede 526. April: 529. Maart 542. Februari: 544. Januari: 559.
In mei van vorig jaar: 532.

Maar in de periode 2004-2005 is er een geweldige stijging gebeurd.
Men ging van 282 naar 444 oudere werklozen. Een stijging met liefst 57 procent. In Vlaanderen en in het arrondissement Kortrijk was het toen nog erger gesteld. Respectievelijk stijgingen met 71 en 77 procent. (Kent er iemand een verklaring hiervoor?)

Van die 526 werkloze senioren zijn er 249 mannen en 277 vrouwen.
De meesten (340) situeren zich in de leeftijdscategorie 50 t/m 54 jaar. En 18 zijn 60 jaar of meer.
292 werkzoekende senioren zijn laaggeschoold. 75 hooggeschoold.
Liefst 324 zijn al twee of meer jaren werkloos. En die groep stijgt almaar in aantal.
Etnisch-niet EU: 40. De helft daarvan zij Magrebijnen of Turken.

Aantal jonge werklozen daalt

Het heeft me toen in 2005 wel verbaasd.
In mei 2004 waren hier 660 jonge werklozen (<25 jaar), dat wil zeggen 25 procent van de niet-werkende werkzoekenden.
In mei 2005 waren het er 596, oftewel 22,1 procent.
En toch heeft Stad plus OCMW toen niet de gelegenheid aangegrepen om met de Vlaamse regering een convenant af te sluiten ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid. 13 Vlaamse gemeenten deden dat wel en hebben daarbij van geweldig veel subsidies genoten. Mechelen bijvoorbeeld verkeerde ongeveer in dezelfde situatie als Kortrijk en ontving zomaar bijna 200.000 euro.

Nu, met of zonder convenant kunnen we intussen alleen maar verheugd vaststellen dat de jeugdwerkloosheid ter stede jaar na jaar dalend is. Niet te wijten aan de schepen van Jeugd, maar aan de voorspoedige economische conjunctuur.

In mei van vorig jaar ging het nog om 564 gevallen (21,2 procent). Afgelopen maand is het cijfer gedaald tot 421, oftewel 19,6 procent van de niet-werkende werkzoekenden.

Vergeleken met de rest van Vlaanderen is het percentage wel niet echt schitterend te noemen.
Vorige maand bedroeg de jeugdwerkloosheid in ons gewest 16,4 procent. In de provincie: 16,2 procent. In de regio Kortrijk-Roeselare: 18,0 procent (1.876). In het arrondissement: 18,4 procent (1.203). Spiere is heel erg!

Hoe is de cohorte van 421 jonge werklozen samengesteld?
Het gaat om 219 mannen en 202 vrouwen. Velen daarvan zijn laag geschoold: resp. 157 en 121. Laaggeschoold wil zeggen dat men hoogstens de tweede graad van het secundair onderwijs heeft afgewerkt.
42 gevallen van de 421 zijn al meer dan twee jaar werkloos.
343 zijn Belg. 83 zijn etnisch niet-EU en binnen deze categorie gaat het om 37 Magrebijnen en/of Turken (20 mannen en 17 vrouwen).

Naar leeftijd ingedeeld zijn er 52 jonge werklozen beneden de 18 jaar (35 mannen) en 93 (48 mannen) zijn 18 of 19 jaar.
——
Dit is een eerste stukje van een serietje gewijd aan de werkloosheid in Kortrijk.
De cijfers komen uit diverse bronnen.
Bijvoorbeeld http://aps.vlaanderen.be
http://vdab.be/trends (met zijn fameuse gemeentelijke cahiers).
Zeer omvangrijk en pertinent om te raadplegen is http://arvastat.vdab.be.

BREAKING NEWS/ Gunstig advies voor mega Cora-winkeldorp Moeskroen

Het grootschalig handelscomplex Cora Moeskroen kreeg vandaag van het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor Distributie met een nipte meerderheid van één stem een gunstig advies.
Dat wordt weer werk voor onze stadsadvocaat (huize Laga) terzake. WEERWERK, inclusief gigantische honoraria.

Kan Unizo niet te weten komen wie er in het Comité zoal heeft pro gestemd? En waarom?
Het NSECD bestaat uit 18 vaste stemgerechtigde leden. Elk met een verschillend aantal stemmen.
Federale ambtenaren en gewestambtenaren.
Vertegenwoordigers van consumentenorganisaties en van de grootdistributie. Vakbondsleden en middenstandsorganisaties.

U moet echt eens gaan kijken naar het terrein waar dat mega winkel- en recreatiedorp (o.a. bioscopen) komt. Het is, laat ons zeggen: bruto even groot als ons eigenste historische stadscentrum. Gemakkelijk te vinden. Vanaf onze Grote Markt en zonder snelheidsovertredingen of rode lichten ongeveer 15 minuten zuidwaarts rijden op de A17 (E403). Afrit 2 in Dottignies. Rond punt naar rechts. Nu nog een troosteloze vlakte – met rare ronddolende kwasten – die waarschijnlijk bodemsanering zal nodig hebben. Op ons kosten.
Op grondgebied van Moeskroen en Estampuis, de zgn. site Queveaucamps. Tussen de N511, N512 en E403. Stafkaart bijhebben! Praten met de buren die voor en tegen zijn. Die net als wij en ons stadsbestuur en huize Laga en UNIZO-Kortrijk van toeten noch blazen weten. Nog eens uitkijken naar dat bord, met de plannen. (Als het er nog staat, in weer en wind. Vroeger stonden er twee, verschillend van elkaar.)

Hoelang sleept die zaak nu al aan?
Sinds 1998. Bouwvergunningen en socio-economische vergunning al een keer in 2003 verleend. Nietig verklaard, ook in 2005. In september 2006 opende stad Moeskroen nog een nieuw openbaar onderzoek. Zie stuk alhier van 22 september.

Het Kortrijkse stadsbestuur (huize Laga) laat het bij de Raad van State sinds 2003 regenen van schorsings- en annulatieberoepen. Schepen Jean de Béthune zweert (weliswaar buiten de gemeenteraad) dat de Cora-vestiging er nooit komt.

Het weerwerk van Stad is nochtans tamelijk beleefd begonnen. In de gemeenteraad van 12 november 2001 is er ooit een brave motie van raadslid Carl Decaluwé gestemd waarbij men vroeg om bij de federale minister en de burgemeester van Moeskroen de bezwaren van Kortrijk toe te lichten. Men zou diverse missives schrijven, ook naar de Walen. (Is daar ooit antwoord op gekomen?) Iedereen pro. 36 stemmen. Slechts één onthouding: van raadslid Vincent Van Quickenborne, toen nog bij Spirit.

Goed om nog even het mondeling verslag van de raadszitting van 12 november 2001 in te kijken.
Raadslid Matthieu (toen van Agalev) herinnerde zich dat haar voorgangster (Hilde Damman) al in 2000 uitpakte met een motie tegen de inplanting van Cora. Maar de toenmalige burgemeester Manu De Béthune wou daar niet op ingaan want hij zei: “We houden ons hier niet bezig met zaken die niet van gemeentelijk belang zijn.”
Raadslid Van Quickenborne vond het goed dat Koen Byttebier van de overkoepeling van de handelscomités (nu VLD-raadslid) toen niets van zich liet horen. Want er wordt beter werk gemaakt van het aantrekkelijk maken van onze eigen stadskern.
“We moeten ons niet blind staren op concurrentiële initiatieven maar integendeel zelf de handschoen opnemen om het imago van onze stad en streek te verbeteren.”
En gewezen raadslid Tony Descamps (VLD) sprak achteraf bekeken (de komst van het mega winkelcomplex Sint-Jan in hartje Kortrijk) profetische woorden: “Laat ons nu meer dan ooit de handen in elkaar slaan en ervoor zorgen dat vóór CORA er is wij in Kortrijk een bruisende inkoopstad creëren waar alle inwoners wel bij varen.”

UNIZO overweegt de mogelijkheid om in beroep te gaan. Want vreest een nefaste invloed op de kleinhandel in onze provincie.
Verwijst hierbij ondermeer naar een studie van het WES over de koopstromen in West-Vlaanderen. (Ik heb die opgevraagd, krijg niet eens een antwoord. Zie nog stuk van 10.04.2007.)
Dat beroep kan slechts uitgeoefend tegen de ultieme beslissing van het Schepencollege van Moeskroen. En het kan slechts uitgeoefend door de aanvrager (wat hier natuurlijk niet zal gebeuren) en door…7 leden van het Nationaal Comité voor de Distributie zelf.
Heel de zaak komt dan voor een Interministrieel Comité voor de Distributie! Stel u voor: na de verkiezingen met CD&V-ministers en minister Q.

Vooraleer Stad met UNIZO en huize Laga verdere stappen overweegt zou de gemeenteraad spontaan kunnen ingelicht worden over het advies van het NSECD.
En ook over het feit of al dan niet een vertegenwoordiger van onze stad bij de zitting van 30 mei aanwezig was. Want de wet betreffende de vergunning van handelsvestigingen (beetje verkeerdelijk de IKEA-wet genoemd) voorziet dat voor ontwerpen tot inplanting van vestigingen met een netto handelsoppervlakte boven de 2.000 m² alle aangrenzende gemeenten worden uitgenodigd om zich uit te drukken tijdens de zitting van het Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie.

Nog dit.
Ongeveer alle partijen in onze gemeenteraad zijn voorstander van een confederale staatsinrichting, of zelfs van een onafhankelijk Vlaanderen. Moeten wij ons dan nog bemoeien met wat over de grens gebeurt? Die Walen schieten toch nog niet op ons?

De lang verwachte ledwall staat er !

Die muur van leds moest er op de Grote Markt al staan sinds zomer 2005.
Zie nog onze stukken van 6 november 2005 en 7 maart 2006. En het postscriptum hieronder. Er zal zich op een gegeven ogenblik nog een probleem van censuur stellen.

Op de ledwall kunnen ook advertenties worden geplaatst. Daarmee hoopt Stad haar nieuwe multimediale personeelslid te bekostigen.

Prijzen voor de advertenties

Vlug even de prijzen, want die worden op de Kortrijkse website niet geafficheerd. De reclameregie is helemaal in handen van de Roularta Media Group, van meneer Rik De Nolf en moeder uit Knack-Roeselare.

Stel dat u een reclamespot wil tonen van 20 seconden voor uw zaak. Hierbij krijgt u de garantie dat uw spot elk half uur te zien zal zijn op het scherm.
Het tarief voor de zendtijd alleen (exl. BTW en productie) is 1.400 euro. Voor dit bedrag boekt u wel voor twee weken en krijgt u de derde week helemaal gratis.
(Kan men eigenlijk voor minder, of méér – per jaar – boeken?)

Maar uw spot moet ook nog gemaakt.
U kunt dat blijkbaar niet zelf laten doen bij een door u uitverkoren reclamebureau of productiehuis, hoe goed u dat huis ook of uw traditionele partner vindt, en hoe comfortabel uw prijsafspraken er ook mee zijn.
Het is het productiehuis PicStory (RMM) dat instaat voor een professionele aanmaak van uw spot. En niemand anders ! Begrepen?
U kan dus bijvoorbeeld geen beroep doen op Kortrijkse productiehuizen zoals dat van Jan Verbeke, of “‘ ’t Pakt”.

– Het tarief voor de productie van een spot door de tientallen creatievelingen Pick mét opgenomen beelden (1 uur opnames in uw zaak plus montage) is: 500 euro.
– Voor een grafische spot op basis van aangeleverd materiaal per mail zoals affiches, foto’s, logo’s: 450 euro.
– Voor een grafische spot bestaande uit 3 à 4 stilstaande pancartes: 400 euro.

PicStory??

Het productiehuis (actief sinds 2001, maar pas in 2006 met die naam naar buiten gekomen) is in het leven geroepen door Dirk Vanhegen, gedelegeerd bestuurder van … de Regionale Media Maatschappij (RMM) en dit huis staat ook in voor de nieuwsreportages van WTV en Focus. En voor Radio Mango?
Kortom heel de ledwall is in handen van Roularta, van onze meneer Rik, bijgenaamd de nieuwe Berlusconi van Vlaanderen. (De ledwall zelf komt van Barco, ook een goede kennis van huize Roularta.)
Hoe kwam Nolf aan de opdracht om de reclameregie te verwerven (niet noodzakelijk de productie!) ?
Er werden vier firma’s aangeschreven. Maar enkel Roularta Media heeft geantwoord. HOE ZOU JE ZELF ZIJN IN DE GEGEVEN SITUATIE?
De inschrijvingsperiode was ten andere nogal kort. En wie het bestek voor de gunning van de opdracht heeft opgemaakt weet ik niet. Zéér vermoedelijk de dienst Communicatie van Stad. Kerels hoor.

Beperkingen op het volume reclame

De ledwall is in werking van 6 uur ’s morgens tot 11 uur ’s avonds. Althans volgens reclameregie van RMM. (Kathia Devos, tel. 051/25.95.11). Andere bronnen – de ledwall zelf ook – zeggen van 7 tot 7.
En de RMM belooft adverteerders om elk half uur een spot. Hoe zal dit in zijn werk gaan als er veel adverteerders opdagen?
In elk geval heeft het College van 20 juni 2006 beslist dat er per uur maximaal 20 procent commerciële informatie is toegestaan. En dat er per uur maximaal vier reclameblokken van telkens maximum drie minuten mogen te zien zijn.
RMM moet nog laten weten aan zijn potentiële adverteerders dat de ledwall gedurende ongeveer drie weken per jaar niet beschikbaar zal zijn, bijvoorbeeld omdat hij verplaatst wordt. Of niet genoeg visibel.

Er is qua de adverteerders zelf ook nog een beperking.
“De advertentieruimte is alleen voorbehouden voor bedrijven die hun diensten aanbieden binnen de Stad én een verkooppunt hebben op het grondgebied van de Stad. En het moet gaan om activiteiten die zich richten op Kortrijk of van dienstverleners die in Kortrijk gehuisvest zijn.” (CBS van 20 juni 2006.)
Maar wat zijn “dienstverleners”?
RMM zelf laat aan zijn klanten kortweg weten dat de ledwall exclusief is voorbehouden aan handelaars te Kortrijk.
Betekent dat nu dat Roularta zelf geen reclameboodschappen zal mogen vertonen met betrekking tot zijn eigenste bedrijven? WTV, “Het Kortrijks Handelsblad”, Radio Mango?

Verdeling van de inkomsten uit reclame

Minimum 60 procent van de bruto-inkomsten komt toe aan Stad.
Maximum 40 procent van de bruto-inkomsten komt toe aan de reclameregie.

P.S.
Ideeën en suggesties van Kortrijkzanen voor het gebruik van de ledwall zijn welkom bij de dienst Communicatie. Gemeenteraadsleden ! U bent in al deze al jaren aanslepende zaak nog nergens bij betrokken geweest !
Het is nu een keer aan u. Een gemeenteraad rechtstreeks uitgezonden op de ledwall, dat kan toch?
Beelden van een verborgen camera, terwijl u naarstig uw dossiers raadpleegt. Moet allemaal kunnen.

Resultaten koopstromenonderzoek voor Kortrijk

In het voorjaar 2006 heeft het WES een grootschalig bezoekersstromenonderzoek uitgevoerd bij 9.000 gezinnen in onze provincie. Hierbij werden in elke gemeente minstens 100 gezinnen bevraagd.
Een aantal resultaten met betrekking tot het koopstromenonderzoek zijn nu pas gepubliceerd in het laatste nummer 218 van “West-Vlaanderen werkt”.
Hoofddoel van de enquête was inzicht verkrijgen in het bezoek- en koopgedrag van gezinnen.
Men vroeg zich af hoe het zat met de bezoek- en bestedingsbinding: de mate waarin gezinnen hun (koop)activiteiten verrichten binnen de gemeentegrenzen.
Ook hoe het zat met de bezoek- en bestedingsattractie, dat is de mate waarin de gemeente ook bezocht wordt door inwoners van andere gemeenten.

Hierna zullen we ons voorlopig beperken tot de bevindingen met betrekking tot het koopgedrag van de West-Vlamingen met betrekking tot onze stad.

Eerst wat definities.

Koopbinding
Het percentage van inwoners dat bepaalde goederencategorieën het meest in de eigen gemeente aankoopt.

Koopvlucht
Het omgekeerde. Hoeveel inwoners (percentage) trekken naar andere gemeenten?

Koopattractie
De mate waarin inwoners van andere gemeenten het meest beroep doen op de (onze) gemeente.

Dagelijkse goederen (convenience goods)
Voor dagelijks gebruik en in hoge frequentie aangekocht. Een brood.

Periodieke goederen (shopping goods)
Men gaat hiervoor shoppen, kijkt en kiest en vergelijkt. Bijvoorbeeld: kleding.

Uitzonderlijke goederen (speciality goods)
Eerder zelden aangekocht. Hebben belangrijke invloed op het gezinsbudget. Voorbeelden: meubelen, tapijten, juwelen, audiovisuele artikelen.

KOOPBINDING VOOR DAGELIJKSE GOEDEREN
10 West-Vlaamse gemeenten hebben hiervoor een binding van minstens 90 procent. Koploper met niet minder dan 97,3 procent is Knokke-Heist. In Roeselare kopen net 90 procent hun dagelijks brood of fruit of vlees in eigen stad. Brugge scoort met 90,7 procent.
Kortrijk zweeft ergens tussen de 70 en 85 procent. (Juiste cijfer is opgevraagd.)

KOOPBINDING VOOR PERIODIEKE GOEDEREN
De grootste binding hier wordt vastgesteld in Brugge (89,7 %) en Roeselare (88 %). Kortrijk staat met 72,4 procent op de zevende plaats, gelijklopend met Waregem. In Roeselare kopen de eigen inwoners vooral artikelen in de categorie sport en spel en doe-het-zelf.

KOOPBINDING VOOR UITZONDERLIJKE GOEDEREN
Brugge met wooninrichting (80,1 %), Knokke-Heist met zijn juwelen (79,1 %) en Roeselare – op de derde plaats – (76,6 %) doen het weer goed.
Kortrijk: 66,6 procent en weer zevende plaats.

KOOPVLUCHT
Trek de koopbinding af van 100 procent.
Dat zou nu een keer interessant zijn om na te gaan.
Waar gaat de Kortrijkse bourgeoisie zijn inkopen doen?
En wij ons water halen?
Inbegrepen politiekers en de meest hoge, hoogste ambtenaren (A5).
We hebben hier toch veel studenten in hogescholen (marketing) die daar via een “thesis” bij Leiedal ingediend een prijs zouden kunnen bij winnen. Subsidies van Interreg. Zoveel werk is het nu ook weer niet. Beetje telefoneren. Steekproefje samenstellen via Gouden Gids. Case-studie! Even familie Vlerick bellen. Of Ivan Sabbe en dergelijke meer. Al die gasten zien Kortrijk graag hoor. Veel meer dan wij, dat is echt waar. Ze doen alles voor ons, terwijl je dat niet ziet.

Nu enkele feiten.

KOOPATTRACTIE VOOR SHOPPING
Brugge en Roeselare tellen elk 27 gemeenten die behoren tot hun invloedsfeer. Het zijn de grootste commerciële aantrekkingspolen in onze provincie.
Raar is dat inzake aantrekkingskracht Kortrijk geen zogenaamde “directe zone” kent. Dat wil zeggen: naburige gemeenten waarvan minstens 60 procent van de inwoners het meest beroep doen op onze stad voor de aankoop van shopping goederen. Maar respondenten gaven aan dat ze hun inkopen deden in Kuurne, stom – terwijl ze eigenlijk het Ring Shopping Kortrijk-Noord bedoelen.
Tot de “indirecte zone” van Kortrijk behoren de gemeenten Wevelgem, Kuurne, Harelbeke, Deerlijk, Zwevegem, Avelgem, Spiere-Helkijn. In deze gemeenten richten zich tussen de 20 en 40 procent voor shopping tot Kortrijk. Lendelede en Menen en Waregem bijvoorbeeld behoren al tot de “zwakke zone”. Aantrekkingskracht aldaar is minder dan 20 procent.

P.S.
* Nadere gegevens voor Kortrijk zijn opgevraagd bij het WES. De zgn. ‘gemeentelijke fiche’.
* Kent er iemand de uitslagen van marktonderzoeken gedaan door Foruminvest (NV-Sint-Janspoort)? De verschillen???
* En indertijd van Cora-Moeskroen? (Niemand hoort daar nog van. Heeft Stad Kortrijk nu al die aanslepende rechtszaken eindelijk eens stopgezet?)
* Zo nu en dan was ik ook telefonisch bevraagd. (Door de StadsMonitor.) Juffers aan de telefoon. Weten totaal niet waar ze het over hebben.
Staan perplex als je zegt geen antwoord te hebben (ja of neen, of misschien, of ik weet het niet) over hun meerkeuzevragen. Als je zegt dat de vraagstelling verkeerd is.
’t Is niet eenvoudig.
Maar dat is politiek.

De HIVA-studie (3): over de kosten van de sociale economie

De Hiva-studie onderschepte 29 sociale economie-projecten. Kanaal 127, de Waak en de Werkwinkel niet meegerekend. (In werkelijkheid zijn er meer.) En waar zijn de CAW’s gebleven?

Het totale budget (subsidies plus omzet) wordt op basis van mij onbekende indicatorenfiches voor 2004-2005 geraamd op 11.917.119 euro. Maar in een voetnoot hierbij zegt men dat de gegevens onvolledig zijn.

Voor de werkvorm “degressieve subsidiëring” gaat het om 4,2 miljoen. Bij volgende invoegbedrijven: Car Cleaning Service, Clarus, dienstenhuis Oost West, Het textielhuis c.v.b.a., IMOG, Mobile Environmental Care, Makkie, Sherpa Personal Delivery, Skateconstruct.
(Details per ‘initiatief’ niet medegedeeld. En dat geldt ook voor de andere initiatieven hierna.)

De maatwerkbedrijven die vallen onder “permanente subsidiëring” gaan om met 3,9 miljoen euro. Slaat op: Constructief, De Bolster, Kringloopcentrum, Mobiel.

Initiatieven die lijden onder “tijdelijke subsidiëring” hebben een budget van 3,2 miljoen. Dat is voor Fietsrijk/Kantwerk, Jongerenatelier, Mentor, Oranjehuis, Speel-O-kee, Werkpunt/De Poort.

De zgn. “nieuwe diensteneconomie” moet het volgens de HIVA-studie stellen met 485.215 euo. Hier gaat het om Buurtdiensten, De Speelhoek, Mobiel, Karweibedrijf, Werkpunt/De Poort (project begraafplaatsen).

Dat klopt allemaal niet, zelfs al zijn de gegevens “onvolledig”.
Zie bijvoorbeeld alleen al de budgetten voor de Buurt- en Nabijheidsdienst, zoals alhier uiteengezet in stuk van 27 oktober 2005.
Zie alles onder de rubriek ‘sociaal’.

Hoe zit het nu met de tewerkstelling? De jobcreatie met die vooropgestelde 11,9 miljoen ?
Volgens HIVA zorgden de 29 aangehaalde initiatieven in de sociale economie voor een tewerkstelling van 459,5 doelgroepenwerknemers en 96,5 omkaderingspersoneel. Totaal: 556 tewerkgestelden. Daarnaast waren er nog 1.460 personen “betrokken” in begeleiding, assessment, korte opleidingen en brugprojecten.

Klopt dat?
Geen idee.
In maart 2006 – dat is nog vóór het verschijnen van de HIVA studie – vierde schepen Lybeer de 1000ste werknemer. Als we aannemen dat HIVA werkte met cijfergegevens van 2005 betekent dat een verdubbeling in één jaar tijd.
De gegevens zijn trouwens niet te controleren. Op de sociale kaart (SOKA) vertikken al die vzw’s en cvba’s het om aan te duiden hoeveel beroepskrachten (omkaderingspersoneel) zij tewerkstellen. En als ze dan een website hebben, verneem je ook niets over het aantal doelgroepwerknemers. (Over de financiering natuurlijk ook geen woord.)

SWOT

Het HIVA-rapport was echt niet van plan om de werking van de sociale economie alhier te evalueren.
Niettemin is er toch wat aan SWOT-analyse gedaan: sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen?

Ja, er is een gebrek aan transparantie voor de buitenwereld.
Ja, in de diensteneconomie is er een leemte aan kwaliteitszorg.
Ja, ouderen en allochtonen zijn ondervertegenwoordigd in de initiatieven.
Ja, er is politisering.
Ja, de bedrijfseconomische invalshoek (management) is te weinig aanwezig.
Ja, er is parallele dienstverlening.
Ja, er is territoriumstrijd.
Ja, er is soms “gebrek aan slagkracht” (de Werkwinkel).
Ja, de criteria voor aanwending van de financiële middelen (cf. Fonds Sociaal Kapitaal) zijn nog onvoldoende geëxpliciteerd en de procedure is weinig transparant.
Ja, de registratie van gegevens is te weinig verifieerbaar en te veel gericht op het bekomen van subsidies.

En ja: er zijn “conflicterende benaderingen” en er is versnippering van het regisseursschap.
Stad, OCMW en Kanaal 127 zijn zowel betrokken als actor en regisseur in het gevoerde beleid. Een duidelijke uitklaring van rollen dring zich op om belangenconflicten en blokkeringsmechanismen te vermijden.
Kortrijkwatcher zegt dat al lang, wordt daar niet voor betaald, en kan hierdoor gezwind beschouwd als een negativo.

HIVA schippert nogal bij de vraag of nu Stad of het OCMW dé regisseursrol moet vervullen in de sociale economie. En stelt dan maar een warrig “klaverbladmodel” voor. (De term “sociaal huis” komt niet voor in de studie. DE VDAB bestaat ook niet.)

En toch.
Het is aangewezen om de sociale economie in het organogram van de stad een duidelijke plaats te geven.
“Voor Kortrijk zou de meest verregaande herstructurering deze zijn van een aparte directie ‘Werk en Economie’, waaronder werkgelegenheid, sociale economie en economie vanuit één directie worden aangestuurd.”
Beleidsbepalend en coördinerend.
Het OCMW en onze plaatselijke “professionelen” (Piet Lareu, Ronny Declercq, Bart Wulbrecht, Willy Vandamme, Stijn Tanghe, Rik Desmet) zullen dit met enige consternatie aanhoord hebben. Alhoewel.
Geen nood. Het amalgaam zal blijven bestaan. Niet enkel om allerhande particuliere-bedrijfseconomische en electorale ACW-belangen te vrijwaren.
Gewoon omdat Stad die ambitieuze regierol inzake ‘werk en economie’ niet eens aankan. Zelfs niet moet aankunnen. Het is geen kerntaak van een gemeente.

______
De stukken over de HIVA-studie kaderen in het 30-jarig bestaan van de OCMW-wet.
Zoals al gemeld wordt dit op 9 maart gevierd te Brussel, tijdens het Feest van de Sociale Economie. Voor het eerst wordt daar een Manager Sociale Economie 2007 bekroond.
Geen Kortrijkzaan genomineerd.
De winnaar ontvangt een bedrag van 5.000 euro waarmee hij volgens een persbericht van staatssecretaris Els Van Weert een personeelsfeest kan organiseren.

Over de HIVA-studie over sociale economie in Kortrijk (2)

Het Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA) heeft in opdracht van Stad een onderzoek uitgevoerd. (Zie infra, stuk van 21/02.)
HIVA is een onderzoeksinstituut aan de KUL, maar zeer sterk gelieerd met de christelijke arbeidersbeweging. In de Raad van Bestuur zetelen afgevaardigden van het ACW, ACV, de CM, KAV, ARCO. Het is van belang om dit te weten bij de lectuur van het rapport over de sociale economie ter stede. Heel deze sector alhier is puur in handen van het ACW en schepen Lieben Lybeer. En zoals de schepen nu weet (en de burgemeester ook) brengt dat ontzaglijk veel naamstemmen op.

Stad heeft 27.500 euro voorzien voor het onderzoek. Er zijn blijkbaar ook Europese subsidies geweest want op de kaft van het document prijkt het logo van “EQUAL”.

Titel van de studie: “Werkgelegenheid en sociale economie: de rol van lokale overheden.” (Dit wijst erop dat hele delen van de studie ook op andere steden kunnen geplakt.) Ondertitel hier dus: “ambities, mogelijkheden en grenzen voor de stad Kortrijk”.
HIVA kan nu met dat document gaan leuren bij andere CD&V-ACW bestuurde gemeenten.

Auteur is Ingrid Vanhoren. Niets op aan te merken.
En de promotor was de directeur van HIVA himself, Hubert Cossey. 74 bladzijden (zonder de CD-rom) waarvan 2/3de voor Stad totaal irrelevant. Verschenen in juni 2006 en na veel zoeken nog te vinden op de website van schepen Lybeer. Er was ook een soort voorpublicatie in april 2006 met een overzicht van alle instellingen uit de Kortrijkse sociale economie. Samensteller onbekend. Schoon werk.

De inventarisatie van het werkveld in de HIVA-studie slaat op het voorjaar 2005. En de indicatorenfiche is ingevuld voor het werkjaar 2004. Dit bewijst weer eens het tekort aan bestuurskracht (dit is: onkunde) in de zachte sector.
Kent Ingrid Vanhoren dan de “sociale kaart” niet? Die SOKA is permanent up to date gehouden op internet. (Niet vermeld in de bibliografie!)

Na een één-tweetje met raadslid Filip Santy heeft schepen Lybeer al in de gemeenteraad van november 2003 de noodzaak van een studieopdracht voorgesteld. Hij wist toen zeker al dat HIVA hiervoor zou instaan.

Wie in opdracht een studie maakt moet altijd tonen dat hij zijn geld waard is. Iets uitvinden. Nieuw woordje zoeken. Anders catalogiseren. Een klaverbladmodel voorstellen. Een matrix.

Auteur Ingrid Vanhoren heeft gemeend er goed aan te doen om vier “werkvormen” te ontdekken in de sociale economie. Gebaseerd op de wijze van subsidiëring !
1. Degressieve subsidiëring: invoegbedrijven en -afdelingen.
2. Permanente subsidiëring: beschutte en sociale werkplaatsen, arbeidszorg. (Ingrid vindt dat er géén beschutte werkplaatsen zijn in Kortrijk.)
3. Tijdelijke subsidiëring: initiatieven en projecten inzake begeleiding, opleiding, werkervaring voor kansengroepen.

Natuurlijk is deze indeling niet sluitend.
Ingrid heeft er dan maar een vierde werkvorm (buiten het crtiterium van subsidiëring) tegenaan gegooid: de nieuwe diensteneconomie.
En heel raar is dat de HIVA-studie 29 sociale economie-projecten inventariseert, maar Kanaal 127 en de Werkwinkel daar even buiten laat.

In de inleiding haast de auteur zich om te melden dat het doel van de opdracht in de eerste plaats was om het veld van de sociale economie in kaart te brengen, zonder het beleid van Stad te evalueren.
Dus krijgen we – zoals hier al meermaals uitgelegd – nog altijd geen nauwgezette berekening van de kost van één jobcreatie in de sociale economie.

We krijgen wel enigzins een indicatie.
Maar is die wel betrouwbaar?
Volgens Ingrid zorgen sociale economie-initiatieven voor een tewerkstelling van 449,5 doelgroepwerknemers en 96,5 omkaderingspersoneel in voltijdse equivalenten. Gegevens uit 2004-2005.
Volgens schepen Lybeer konden we in maart 2006 evenwel onze 1000ste werknemer vieren in het socio-economiewerkveld.
Waarom zegt Ingrid dat dan niet? Haar studie is in juni 2006 verschenen.
Het is zeer eigen aan de zachte sector: men kan daar gewoon niet tellen.

P.S.
Ook raar.
Op de website van HIVA is er sprake van nog een studie over “regiemodellen werkgelegenheid en sociale economie in Kortrijk”. Opdracht van februari 2006. Einde van de studie was voorzien in mei 2006. Onderzoekers: Gert Van den Broeck én Ingrid !

(Wordt vervolgd, wel op een andere bladzijde.)