Carl Decaluwé geeft weer van zijn (reken)lat

In “De Standaard” van laatstleden zaterdag 22 september maakt Vlaams volksvertegenwoordiger Carl Decaluwé (CD&V) weer van zijn tak. Geeft van zijn lat.
Wat is me dat toch een driftig kereltje. Me dunkt toch.

Hij berekende zogezegd (dat doet hij natuurlijk zelf niet, hij vraagt het gewoon op, en de perse loopt daarin) dat de Vlaamse overheid tussen 1999 en 2006 (ja?) gemiddeld 34 miljoen euro per jaar uitgaf aan studieopdrachten. En, mits enige nuances, vindt hij dat toch waarlijk veel, zoniet teveel.
Hij schat ook dat de Vlaamse overheid de jongste drie jaar voor 5 miljoen euro hebben betaald aan communicatieadvies.
Waar hij die laatste schatting vandaan haalt weet ik niet. Zijn algemeen gemiddelde is ook zwaar geëxtrapoleerd.
De laatste vraag die ik ken van de volksvertegenwoordiger over de kosten van externe adviezen voor de Vlaamse regering dateert van 2003.
En toen kwam zijn parlementaire vraag natuurlijk vanuit de toenmalige oppositie.

Nu goed. Dat is politiek.
Samen met Carl Decaluwé kan men zich vinden in de vraag naar een debat over wat de administratie zelf moet kunnen en wat kan worden uitbesteed.
En zijn vrees dat bij het uitbesteden van studieopdrachten de kennis bij de administratie op den duur kan verdwijnen is tevens niet ongegrond.

Nu stelt er zich voor de volksvertegenwoordiger een politiek-logistiek-geografisch probleem. Terwijl hij een soort geograaf is!
Carl is namelijk CD&V-raadslid te Kortrijk.
In onze gemeenteraadszittingen komt hij nauwelijks tussen, ook niet over materies waarbij hij zichzelf voor deskundig acht. En dat zijn er vele. Zo nu en dan blaft hij wat.

In de gemeenteraad van nu 24 september kan hij zich rehabiliteren.
Bij het agendapunt over de personeelsformatie en de kosten daarvan zou hij een debat kunnen uitlokken over het probleem van de externe adviezen (en daarbij gepaard gaande lobby’s).
En zelfs een keer voorlezen wat hij daarover schrijft op zijn eigenste weblog.
Even toepassen op zijn eigenste stad.

Carl.
Midden vorig jaar heeft Stad per exempel drie studies uitbesteed waarvan er minstens één nu ter sprake komt in de gemeenteraad van 24 september 2007.
Deelopdracht 1 ging over het herwerken van het personeelsstatuut. 16.940 euro.
Deelopdracht 2 ging juist over de personeelsformatie. SD Worx vraagt 10.164 euro.
Deelopdracht 3 sloeg op de herwerking van het evalutie- en vormingsreglement: 6.776 euro.
Dit alles “zonder secretariaatskosten”.

Carl,
Als u wil kan ik voor u grosso modo berekenen wat Stad dit en vorige jaren heeft uitbesteed aan externe adviezen. En voor wie. Ook inzake communicatie.
Maar weet wel dat een extern studiebureau daar toch gemakkelijk 150 euro per uur voor vraagt. Mét bijstand van de stadsadministratie.
Die heb ik niet. U bij gelegenheid toch wel?
Wat te doen?
Carl, kom gewoon weer eens niet tussen bij het agendapunt “personeelsformatie”. Zwijg maar als vermoord. Of kom net wat te laat binnengehold.

P.S.
Het totaalbedrag van de drie opdrachten rondom personeel wordt geraamd op 33.880 euro. Oorspronkelijk (CBS van 7 maart 2006): 28.000 euro.
Voor de budettering verwijst men naar art. 131/122-03/06 in de begroting 2006.
Dat artikel is niet te vinden.
Wel dit: art.131/122-03: diverse erelonen (controle op ziekteverzuim) voor slechts 17.500 euro.
Wat moet je daar allemaal meedoen, met dit soort pietlugheden?
Verwaarlozen?

Wat kost ons stadspersoneel? (2)

Voor wie niet verder wil lezen: hou het op café maar op 40 miljoen.
Ga daarbij wel nooit in detail. Dan loopt het gesprek af.

INTUSSEN TOCH GEVONDEN DANK ZIJ EEN TIP VAN EEN ATTENT RAADSLID. De gunning is meer dan een jaar geleden gebeurd.De herwerking van de personeelsformatie zal waarschijnlijk 10.164 euro kosten, plus secretariaatskosten.)

Mogen we dat bedrag nu ook aanzien als een overheadkost van de dienst personeel? (Onze Stad verrekent geen overhead in de begroting, terwijl die voor personeel op 5 procent wordt geschat.)

Personeelskosten zijn samengesteld uit diverse onderdelen, zo leert ons de studie van SD Worx.
Er is het bruto-loon. RSZ. Haard -en standplaatstoelage. Vakantiegeld. Eindejaarspremie. Maaltijdcheques. Hospitalisatieverzekering.
Hilde, heeft men de vakbondspremies niet vergeten?

Voor de oude (de huidige) formatie komt dit volgens het geraadpleegde studiebureau neer op een totaal van 35.528.976 euro.
Volgens de begroting 2007 evenwel gaat het om 39.843.370 euro.
Maar, volgens SD Worx zitten in dit cijfer echter een aantal bedragen die met de kost van personeel uit de formatie niets te maken hebben. Bijvoorbeeld: de brandweer! Nu breekt me de klomp. Onze pompiers kosten Stad niks! Het is geeneens stadspersoneel ! Hilde, ga ze dat maar eens uitleggen. En schaf dan maar de retributies af die we betalen als zo’n spuitgast een kat uit de boom haalt, of een wespennest opruimt.
Ter info: de brandweer kost ons dit jaar netto aan personeel ca. 4 miljoen.
SD Worx vindt dus dat mits toepassing van wat uitzuivering de personeelskost kan begroot op 32,8 miljoen.

Vooraleer we verder met cijfers goochelen moeten we toch maar in gedachten houden dat de vele miljoenen die de stadsdiensten aan bijv. administratief werk uitbesteden bij studiebureaus, architecten, Leiedal virtueel ook personeelskosten zijn. Noem het voor mijn part maar overhead. Deden we dit niet, dan zou Stad een leger aan personeel moeten aanwerven, en nog wel grotendeels op A-niveau.

Maar goed.
We blijven bij de cijfers van SD Worx.
De oude formatie kost dus 35.528.976 euro.
De nieuwe formatie zou 35.014.766 euro kosten. Wonderbaar, hoe weinig dat scheelt.
Voor de nieuwe formatie gaat men uit van een gemiddeld bruto-loon, berekend door het gemiddelde te nemen van de eerste weddetrap van de eerste wedeschaal en de laatste trap van de laatste weddeschaal.
Opmerkelijk is wel dat de studie van SD Worx in eerste intantie geen rekening houdt met de GECO-korting op de RSZ. Daar is een goede reden voor, Hilde. In de toekomst zou het wel eens kunnen dat Stad bij aanwervingen geen onderscheid maakt tussen GECO’s en andere mogelijke kandidaten. Dat men zoekt naar de “best fit”. Hilde, dat zou echte HR kunnen zijn.

SD Worx vergelijkt de berekende loonkost van de nieuwe formatie met het bedrag dat is ingeschreven in de begroting. Dat was de opdracht.
Wij zouden zeggen: vergelijk 39,8 miljoen met de 35 miljoen, want dat komt goed uit.
Maar neen.
SD Worx maakt het Hilde moeilijk.

Het begrotingsbedrag wordt uitgezuiverd tot 32,8 miljoen. Tegenover de formatiekost van 35 miljoen komen we nu uit op een ongunstig resultaat van zowat 2 miljoen.

Dat mag niet.
Dus zegt de studie plots dat we wél rekening moeten houden met de GECO-korting op de RSZ-bijdragen. En die wordt geschat op 1,5 miljoen.
Dit brengt het verschil terug op ca. 600.000 euro. Een peulschil: nauwelijks 2 procent ten overstaan van de huidige begroting.

Allez, ’t is goed.
Nu nog wachten op het besluit van de Vlaamse Regering over de personeelsformatie en de nieuwe rechtspositie (het statuut) van het gemeentepersoneel.
Het ontwerp ervan is gekend, en dat zal duidelijk allerhande méérkosten vergen.
Hilde, hou de personeelskosten in de toekomst maar op 40 miljoen. Als “richtcijfer”.

Wat kost ons stadspersoneel ? (1)

Anecdote.
Een kapper wou eens gewoon arbeider aan Stad worden (E-niveau). Moest ingangsexamen doen. Gebuisd ! Kon niet handig genoeg omgaan met nadarafsluitingen. En ’t was een goeie kapper, in een beroemde kapperszaak.

Maar laat ons eerst even kijken hoe een personeelsformatie er dan wel concreet uitziet.
Zonder die gegevens kunnen we niet beginnen rekenen.

Een personeelsformatie wordt opgemaakt per graad.
En een graad is een korpsgroep met gelijkwaardige functies. De groep A5-A6 noemt zich bijvoorbeeld ‘directeur’. B1-B3 zijn ‘deskundigen’. C1-C3 zijn simpelweg ‘medewerkers’. Voor D en E bestaan geen woorden voor.

Vanwaar die hoofdletters A, B, C, enz., tot en met E?
Alle betrekkingen zijn ingedeeld in 5 niveaus die overeenkomen met een bepaalde diplomavereiste.
Personeelsleden van niveau A hebben het meest verder geleerd. Zij zijn nu nog houder van een HOLT-diploma. Die van niveau B komen uit het HOKT. Personeelsleden die van het hoger secundair onderwijs hebben genoten behoren tot het niveau C.
Voor het niveau D en E moet men wel over enige vaardigheid beschikken (bomen snoeien), maar er zijn géén diploma’s vereist. Voor alle duidelijkheid: die laatste criteria D en E gelden niet voor schepenen.

Per niveau worden de betrekkingen vervolgens gesitueerd in een basisgraad (aanvangsgraad) en hogere hiërarchische rangen.
Voor niveau A bijvoorbeeld is de basisgraad A1a, en de hogere graden kunnen oplopen tot A10a. In Kortrijk is de hoogste graad een A9a: de hoofingenieur-directeur. En de laagste zijn E1’s: een sleutelbewaarder, schoonmaaksters, seizoenarbeiders.
Voor de duidelijkheid: de stadssecretaris, de adjunct-stadssecretaris (die straks vertrekt) en de stadsontvanger hebben geen lettercombinatie. Dat zijn zgn. “wettelijke graden”.

Volgens de laatste gegevens telt de huidige personeelsformatie 845,84 voltijdse equivalenten. Maar zoals u weet zal de komende gemeenteraad een nieuwe formatie goedkeuren met 795,2 VTE.

De huidige formatie zullen we voortaan de “oude” noemen.
Die werd voor het laatst besproken in de gemeenteraad van juni 2004. Een van de meest lamentabele zittingen die de publieke tribune ooit kon aanschouwen. Ik herinner me nog goed dat er continu werd gebabbeld en gegekscheerd. Op de niveaus ADHD. Aan die personeelsformatie werd ten andere geen woord verspild. Herhaal: geen woord. “Geen bemerkingen in de Raad? Algemeen goedgekeurd!” (En toen gooide men nog wel heel het systeem van aanwerving helemaal omver.)

Functiebeschrijvingen op niveau A werden in 2004 geschrapt en vervangen door generieke functies, genaamd: “directeur”. Bijvoorbeeld: de rechtskundig adviseur werd directeur Communicatie en Recht.
Dat kwam zo.
Onze stadorganisatie kreeg een matrixmodel. Dit betekent dat er 5 beheersdirecties werden gevormd: Communicatie en Recht, ICT, Financiën, Facility, Personeel en Organisatie. Anderzijds kregen we 6 beleidsdirecties: Burger en Welzijn, Sport, Cultuur, Mobiliteit en Infrastructuur, Stadsplanning en -Ontwikkeling, Leefmilieu.
U begrijpt het al.
Beheersdirecties hebben een ondersteunende functie, zijn intern gericht. Terwijl de rol van beleidsdirecties ligt in het ontwikkelen van beleid. Dat is meer extern (als die directies er kunnen zijn, waar iets te doen is).

De oude formatie telde wel 10 directeurs. (Niveau A5a.)
De nieuwe 8. Vreemd. Alle 6 beleidsdirecties krijgen een directeur. Terwijl men slechts 2 directeurs voorziet voor de zgn. beheersdirecties: één voor Facility, en één voor Communicatie en Recht.

Nog wat vergelijkingen tussen de oude en de nieuwe formatie.

A
De hoogste niveaus (A6 en A9) blijven ongewijzigd. Eén hoofdingenieur, één burgerlijk ingenieur en één ir-architect.
In VTE dalen de “adjuncten van de directeur” (A1) van 61,55 naar 56,8 VTE. Het gaat hier bijvoorbeeld om een archivaris, een bibliothecaris., een preventieadviseur, een cultuurfunctionaris, een erfgoedcoördinator, een projectcoördinator, een conservator.

B
Een zeer grote wijziging doet zich voor op het niveau B1-3: de “deskundigen”.
De VTE lopen op van 70 naar 125,81. Ik weet niet waarom. De lijst van deskundigen is wel lang. Men heeft er – soms meerdere – voor communicatie, cultuur, erfgoed, huisvesting, jeugd, milieu, museum, sport, enzovoort. Er zijn coördinatoren voor de Werkwinkel, wijkcentrum, projecten. Je vindt ook een algemene deskundige. Een integratieambtenaar, een intercultureel bemiddelaar, een schoolopbouwwerker, een wijkmanager.
“Hoofddeskundigen” (B4-B5) oftewel ‘dienstleiders’ zijn volgens velen niet meer nodig. Niet meer essentieel. Want grote B-groepen worden doorgaans geleid door iemand van A-niveau. Maar toch gaat het slechts om een daling van 6 naar 5 VTE.

C
Op niveau C dalen de hoofdmedewerkers van 24 naar 10. Maar bij de ‘gewone’ medewerkers (bijv. een theatertechnicus, een bibliotheekassistent) is er een stijging van 185,43 naar 206,42 VTE.

D
De merkwaardigste wijziging doet zich voor op niveau D. Dat zijn redders (verdienen veel geld), kassiers, collectieverzorgers in de bib, e.d.m.
Hier gaan we van 278,80 naar niet minder dan 368,76 VTE. Dat komt omdat men voor volgend jaar nogal wat overgangen voorziet van E naar D. Mits een overgangsproef.
(Dit kon volgens het sectoraal akkoord 2005-2007 al vroeger gebeurd zijn.)

E
Vandaar dus de immense daling op niveau E: van niet minder dan 202,06 naar 5,41 VTE.
Als alle E’s nog dit jaar op D-niveau zouden vergoed worden komt dit neer op een virtuele meerkost van 380.000 euro.

En zo komen we tot de vraag die we wilden stellen en beantwoorden: wat dat allemaal kan kosten?
Maar misschien wil u nog vlug iets weten over de kabinetsmedewerkers? De formatie houdt het bij 16. Eén chef, vier attachés, 10 bedienden, één chauffeur.

(Wordt dus ooit vervolgd, maar op een andere pagina.)

Medium4You

Dat is een grandioze blog die systematisch op zoek gaat naar wat andere politiek getinte blogs – over geheel België – zoal te vertellen hebben.
Een bloemlezing. Door de reguliere perse doodgezwegen.
Of omgekeerd. Medium4You zoekt juist naar artikels over feiten die in de reguliere pers weinig kans maken.
Het redactiecomité publiceert dan de uitverkoren artikels integraal.

Om een reden die mij min of meer ontgaat geniet kortrijkwatcher nogal regelmatig van de aandacht van het redactiecomité.
(Artikels met materiaal van lasterlijke of pornografische aard worden niet opgenomen. Idem voor stukken met overduidelijke onnauwkeurigheden, vaagheden of aansporingen tot haat, racisme, enzovoort.)

Ons stuk over het ontslag van Moena is onlang ook overgenomen op medium4You. www.medium4you.be
Nog wel in de rubriek “misdaad en ontslag” (crimes et licenciements.)
Héél België weet het nu !
Verder verschenen nog stukken van kortrijkwatcher over theater Antigone, de aankoop van aardgas, het stadspersoneel, camerabewaking, partijprogramma’s, het golfterrein, etc.

Dankt u !

Hoeveel personeelsleden telt Stad eigenlijk ? (5)

We zetten even de gekende cijfers op een rij en beginnen bij het eerste jaar van de vorige bestuursperiode.
Daarna stellen we nog wat vragen die de raadsleden in de bevoegde raadcommissie van gisteren vergaten.
En in een volgend stukje hebben we het over de personeelskosten.

Kan er hier iemand een grafiekje van maken?

2001
Volgens de begroting:
– formatie: 1.142,73 VTE (voltijdse equivalenten)
– bestand: 1.084,69 VTE
Volgens het Verslag van het Bestuur:
– bestand: 798,59 VTE
– 930 eenheden

2002
Begroting:
– formatie: 891,87
– bestand: 790,05
Verslag van Bestuur:
– bestand: 798,59
– 930 eenheden

2003
Begroting:
– formatie: 891,84
– bestand: 800,12
Verslag van Bestuur:
– bestand: 808,29
998 eenheden

2004
Begroting:
– formatie: 891,02
– bestand: 807,70
Verslag van Bestuur:
– bestand: 887,33
– 974 eenheden

2005
Begroting:
– formatie: 904,84
– bestand: 832,28
Verslag van Bestuur:
– bestand: 828,02
– 976 eenheden

2006
Begroting:
– formatie: 904,84
– bestand: 832,28
Verslag van Bestuur:
nog niet verschenen.

2007
Begroting:
– formatie: 907,65
– bestand: 843,15

Voor de nieuwe personeelsformatie die komende maandag in de gemeenteraad zal worden goedgekeurd dacht het schepencollege oorspronkelijk aan 787 VTE als “richtcijfer”. En als “toetssteen” aan 843,15 VTE.
Uiteindelijk ligt er nu in de gemeenteraad een nieuw voorstel neer dat spreekt over 795,2 VTE.

Raadsleden vergaten te vragen hoeveel mensen (eenheden) er in 2006 werkten aan Stad. En hoeveel dat er nu zijn. Hoeveel mensen er op de paylist staan? Jaar na jaar. Of daar iets aan te doen is, en hoe dat komt.
Uit het dossier leren we enkel dat er op eind december 2006 een formatie was van 761,38 voltijdse equivalenten. En op 31 mei van dit jaar 770,62 VTE. Vergelijk met het begrotingsdocument.
Een interessante vraag is ook wat het voorstel van de 795,2 VTE eigenlijk betekent, in eenheden uitgedrukt.
En welke categorie van personeel (graad, niveau) moet er vooral inleveren?
En waarom is het oorspronkelijke richtcijfer van het College niet gehaald?
En hoe kwam men aan dat richtcijfer, en aan het uiteindelijke voorstel?
En wat is de betekenis van het cijfer dat men als “toetssteen” wil gebruiken? Toch niet dat het aan het eind van de rit wel mag gaan om 844 VTE?

Het enige wat we weten is dat het College ernaar streeft om een formatie voor te stellen die financieel verantwoord is op basis van de begroting 2007 en de meerjaren begroting. Het gemeentedecreet bepaalt dat in de toekomst de formatie dient te kaderen in de financiële nota van een strategische meerjarenplanning. Maar die is nog in de maak.

Ons Hilde, nu schepen van personeel, heeft de studie naar de financiële verantwoording uitbesteed aan de firma SD Worx.
Het is een interessant document geworden.
Met ook een intrigerend zinnetje: “(Het is) de intentie van het bestuur om de personeelsaantallen en het personeelsbudget NIET te verkleinen binnen deze legislatuur.”
Terwijl net de personeelskosten een uitgavenpost is waar structureel kan op bezuinigd worden. Maar het is een taboe-onderwerp.

Hoeveel personeelsleden telt Stad eigenlijk? (4 bis)

Bon. Ik geef het op.
Het grote doel van de onderzoeksjournalistiekachtigestukjes over dit stedelijk cruciaal onderwerp beoogde
overduidelijk het uitcijferen, het plus minus achterhalen hoeveel mensen (= “eenheden”) Stad nu in onze naam en voor ons tewerksteltingde , en nu nog .

Laat ons zeggen: hoeveel mensen of personen desgewenst door Stad oftewel door ons burgers worden betaald, ongeacht het feit of die werknemers tijdelijk of voltijds zijn. Of gehandicapt, of zo. Gediversifieerd.
En de evolutie over de jaren heen, dat ook was het doel van al dit slameur van wzerkwinkels.
Dan weten we – lezers – vanwaar we komen en heengaan.

Want dit is wat Kortrijkzanen interesseert.
Naast het feit of daar autochtone familieleden – kozens en kozijnen, nichten en neven van stadsmedewerkers – , eventueel brandweerlieden tot de formatie kunnen behoren met zwart werk, en dan bedenken voor welke schepen men dan kan stemmen gaan.

Dat wazeven VTM.

Nu, De Vraag of we WAERE (woure) krijgen voor ons belastinggeld. Die veertig miljoen. De vraag is niet of we te veel of te weinig ambtenaren hebben. Niet zeuren.
Vraag is wat ze allemaal uitrichten, en nog meer: of dat wat ze allemaal tiepen wel nodig is, – wat ze allemaal uitrichten. Of ze het kunnen. Als we dat allemaal eens bij middel van burgerpartipatie konden oplossen. Dat zou goed zijn.
(De vraag of bedienden daar bijvoorbeeld op het stadhuis nog aanwezig zijn of wel thuishoren op vrijdagmiddag na 16 uur is totaal irrelavant. Misschien werken ze wel thuis! Ge kunt dat niet weten. Veel ‘ambtenaren’ zijn ten andere arbeiders. Vergeet dit nooit. Denk soms dit: het zijn de arbeiders-ambetanaren die de bedienden aan het werk houden. Ja, denk daar maar soms een keer over. Over na.)

Het laatste officieel cijfer dat we nu al tellend konden achterhalen kwam uit het “Verslag van Bestuur” van 2004 en dat hield het op 974 eenheden, eind van datzelfde jaar. Sommigen hebben het intussen wel vaag over om en bij de 1000. Zou de schepen van personeel (Hilde Demedts) het wel weten?
Allerhande (vooral financiële) berekeningen heeft de schepen Hilde namelijk laten uitbesteden aan een private firma. (Dat zijn ook personeelskosten !)

We moeten het hier totaal onmachtig blijven houden bij het goed verstaan van het begrip ‘voltijdse equivalenten’ (VTE).
In vorige bijdragen zagen we dat er kop noch staart te krijgen is aan de voorliggende cijfers uit het verleden en het heden.
Nog recent besliste het College om bij de nieuwe personeelsformatie 787 VTE te hanteren als ‘richtcijfer’. Dat is nu blijkbaar weer veranderd.
En als personeelsbezetting wou men het houden bij 843,15 VTE. Als ’toetssteen’.
De eerstkomende gemeenteraad zal een personeelsformatie goedkeuren van 795,2 VTE.
Over een mogelijke toetssteen qua bezetting heeft men het niet echt (expliciet) meer.

De “oude” personeelsformatie bedroeg volgens de laatste gegevens 845,84 VTE. Volgens het nieuwe formatievoorstel dus zowat 50 VTE minder.
Volgens alweer nieuwe gegevens bedroeg de personeelsbezetting (de term ‘bestand’ is in onbruik geraakt?) eind 2006: 761,38 VTE. En nog recenter, op 31 mei van dit jaar: 770,62 VTE. In een half jaar tijd toch een verhoging met bijna 10 voltijdsen.

Het nieuwe formatievoorstel (795,2 VTE) ligt hoger dan de huidige personeelsbezetting (770,62).
Dat is eigenlijk altijd zo geweest. In de praktijk is een invulling van 95 procent van de formatie naar het schijnt realistisch. Vanwege personeelswissels of bewegingen waarbij de werving een achterstand oploopt. En omwille van afwezigheden of kleine verminderingen van prestaties die niet ingevuld worden.
Dat is het leven. Maar soms voorzien directeurs voorafgaandelijk op overmatig wijze in niet ingevulde functies. Weeral wat werk minder, of meer mogelijkheden om verantwoordelijkheid af te schuiven. Aanvulling van expertise die men zelf mankeert. Het is allemaal des menschen.

Bij de nieuwe personeelsformatie voorziet men nog een overgangsformule met uitdovend karakter, en met eventueel gelijktijdige blokkering van een aantal betrekkingen. Bij deze overgangsformatie gaat het om 28,12 VTE.
Uitdovend zijn bijvoorbeeld de directeur van het conservatorium, een afdelingschef, een mobiliteitsmanager. Kunnen het wat méér zijn, in het licht van een kerntakendebat?
(Moena, zgn. centrummanager van het SOK heeft men intussen laten versterven.)
Het begrip “blokkage” versta ik niet. Hilde Demedts zal het in de komende gemeenteraad desgevraagd uitleggen.

Als god het belieft kijken we in een volgend stuk naar de toekomst. Want in het heden ligt het verleden.
En wat moet die nieuwe formatie allemaal kosten?

Juridische kanttekeningen bij het ontslag van Moena

WOORD VOORAF

De “zaak Moena” is een unicum in de Kortrijkse geschiedenis. Zie de serie: “Waar is de tijd?”
Een democratisch gekozen bevolking uit het stadscentrum verzet zich tegen de afdanking van een ambtenaar. Dit is een zaak, waardig voor de landelijke pers.

—-
Moena Langenraedt was stilaan een bekende verschijning in de stad. Met haar bulderende lach zag en hoorde je ze van om het hoekje opdoemen. Haren in de wind, of de regen.
En nu wordt zij ontslagen als centrummanager. Eigenlijk was zij dat officieel niet echt. Bij het stadsontwikkelingsbedrijf (SOK) wordt ze “coördinator” van het centrummanagement genoemd. (Er is hier ook nog een rastermanager. En beetje “gebiedswerking”. En nog van alles, in het centrum.)

Dat het bericht van haar ontslag pas nu in de krant komt is nog onverwachter dan het ontslag zelf. Journalisten.
Want de officiële beslissing dateert al van in juli en een soort gluiperige voorbereiding van de afdanking was al in het voorjaar aan de gang. Of van vroeger, Joost weet het.
De opzegtermijn is zeven maanden. Zullen we haar nog zo lang tegen het lijf lopen?

Als de procedure op de juiste manier is gevolgd kan het niet anders of de bestuursleden van het SOK zijn daar al lang van op de hoogte. De Raad van Bestuur (bevoegd voor personeelsaangelegenheden) heeft dat ontslag toch goedgekeurd? Of is een en ander eerst bedisseld in het directiecomité? Is er een stemming geweest? Op grond van een beoordelingsrapport?

En wie zetelt er in die Raad van Bestuur? Ook gemeenteraadslid Koen Byttebier die als lid van een handelscomité nu pas zijn diepe ontgoocheling uitspreekt over de gang van zaken. Verder nog andere gemeenteraadsleden of mensen uit het College: de burgemeester, Wout Maddens, Christine Depuydt, Martine Vandenbussche, Philippe De Coene, Isa Verschaete. (Er zijn ook externe deskundigen waaronder bijvoorbeeld Frans Destoop en Marc Lemaitre. En iemand als Antoine Sansen is commissaris.)

Zal iemand van die raadsleden het wagen om “de zaak Moena” op de agenda te plaatsen van de volgende gemeenteraad?
Komen vertellen hoe een en ander in zijn werk is gegaan? Zijn / haar stemgedrag verantwoorden?
Zeer benieuwd.
Dat men niet afkomt met de smoes dat er over personen niet mag gepraat worden. Het kan in besloten zitting alleszins. En in de openbare zitting is het wel mogelijk om formele vragen te stellen over de gebruikte procedure. (Zie verder.)
En overigens is een extern verzelfstandigd agentschap – dat is het autonoom gemeentelijk bedrijf SOK – ook onderworpen aan de verplichtingen inzake formele motivering en openbaarheid van bestuur die gelden voor de gemeente. Vergaderingen van de Raad van Bestuur zijn wel niet openbaar, maar de notulen wel. Ze liggen op het stadssecretariaat. Maar liggen ze daar wel?Iemand moet minstens eens gaan kijken in welke vergadering van het SOK de beslissing is genomen om Moena van straat te krijgen.
Er nog even op wijzen dat gemeenteraadsleden op gezette tijden verslag moeten uitbrengen over de uitoefening van hun mandaat in andere besturen.

De handelaars zijn dus woedend, want ze hielden van Moena’s groot hart. Van haar daadkracht en gedrevenheid.
De exploitant van ’t Gazetje wil zelfs een petitie lanceren. Als Bart Pauwels enige impact op de zaak wil verwerven moet hij één procent van de Kortrijkzanen ouder dan 16 jaar achter zijn petitie kunnen scharen. En dan met een gemotiveerde nota enige vragen of voorstellen op de agenda plaatsen van de gemeenteraad. Voor september is het te laat want het verzoek moet minstens twintig dagen voor de gemeenteraadszitting ingediend zijn.

Een van de vragen zou kunnen zijn of het gemeentedecreet werd toegepast. En het sectoraal akkoord van 2002. Punt 7 over de evaluatie. (Allerhande minimale voorwaarden inzake evaluatie worden in de toekomst nog strenger. De bewerkers van de afdanking waren er op tijd bij.)
Personeelsleden zijn – ongeacht hun rechtspositie – onderworpen aan een stelsel van personeelsevaluatie. En de rechtspositie van personeel in een autonoom gemeentebedrijf is overeenstemmend met die van het gemeentepersoneel.
Is er een evaluatie geweest tijdens de proefperiode? Een periodieke evaluatie? Wie waren de beoordelaars? Ook de hiërarchische chef, Trui Tydgat? En wie nog?
Moena Langenraedt in “Het Laatste Nieuws” van vandaag: “Ze hebben me in de rug geschoten. Ik ben nuchter genoeg om te beseffen dat ik niet in het plaatje pas. Ik mag nog zo goed mijn werk doen, het blijft een politiek spel. Blijkbaar had ik te veel temperament.”
De beoordelaars bij een evalutie maken, rekening houdend met een beoordelingsgesprek, nog een beschrijvende kwalitatieve evaluatie. Daar zou dus het “plaatje” kunnen geschetst zijn waar Moena niet in past. Maar bestaat die beschrijvende evalutie wel? Vragen staat vrij.

Gevolgen van een negatieve evaluatie zijn niet noodzakelijk het ontslag. Herplaatsing is mogelijk, of een blokkering van de schaalanciënniteit.
Afdankingen “wegens beroepsongeschiktheid” zijn slechts mogelijk na minstens twee opeenvolgende ongunstige evaluaties. Niemand verdenkt Moena ervan niet te beschikken over voldoende kennis of vaardigheden. Ze zit met een baksteen in de maag. Kan managen, dat is werk organiseren. En ondernemen. Ze spreekt zelfs Russisch! Aan de motivatie, de prestaties van Moena twijfelt volgens de gazetten ook niemand. Omgaan met mensen kan zij als geen ander. Maar misschien minder met SOK-directrice Trui Tydgat.

Een evalutie moet voldoen aan kwaliteitsnormen.
Ten eerste is het voor een ondergeschikte een zeer gevaarlijke situatie om 1) meer te weten 2) en te kunnen en 3) te doen dan de hiërarchische overste die verondersteld wordt van alles te beoordelen.
Medewerkers zelf moeten tegelijkertijd juist vanwege hun beoordelaars voldoende ingelicht zijn over het evaluatiesysteem.
Het verloop ervan, de periodiciteit, de criteria. Openheid veronderstelt niet dat men “in de rug wordt geschoten”. Openheid impliceert dat er voldoende duidelijke, rechtstreekse communicatie is tussen de beoordelaars en het personeelslid. Tussentijdse toetsing moet nog vermijden dat personeelsleden bij afloop van de evalutieperiode met onverwachte gevolgen worden geconfronteerd. Daartoe kunnen communicatiemomenten afgesproken worden. En wanneer in de loop van de periode duidelijk blijkt dat een personeelslid riskeert ongunstig geëvalueerd te worden, dan zijn tussentijdse functioneringsgesprekken noodzakelijk.
Men kan betwijfelen of dit alles is gebeurd. Een tussenkomst in de gemeenteraad kan daar uitsluitsel over geven.

De beoordeling wordt aan het personeelslid niet enkel meegedeeld, maar ook toegelicht en besproken.
Moena kan daarbij een herziening vragen van de evaluatie en zelfs in beroep gaan bij de Vlaamse minister, maar zij is volgens de gazetten dat blijkbaar niet van plan.
“Het is een politiek spel.”

De burgemeester situeert de zaak Moena al te gemakkelijk in het kader van de toekomstige oprichting van een handelsdistrict, een BID. Dat is er nog lang niet!
En hij poneert hierbij dat de handelaars uit het district dan de “centrummanager” moeten aanstellen. Ja? Waar staat dat nu geschreven? Er is hier in België nog nergens een BID opgericht, laat staan dat er regelgeving voor is.
Overigens. In het SOK is er nu nog slechts één administratief medewerker (Rosie Van Raemdonck). Komt er nu een vacature aldaar? Trui Tydgat kan toch moeilijk alles alleen doen?

P.S. Maar dan over het PLAATJE.
Het wordt tijd dat de website van SOK wat meer wordt gestoffeerd. Verslagen van vergaderingen, begrotingen en rekeningen. Jaarverslagen. Met de verloningen. Personeelsformatie en bestand. Vergoedingen. Cursussen. Verlofregelingen. Diploma’s. VTE’s.
Thuiswerk. Overuren. Zwangerschappen moeten kunnen.
SOK is een gemeentebedrijf. Vooruit Trui ! Openbaarheid van bestuur ! Werk aan de winkels ! En zorg er tenminste al voor dat uw eigen personeel én bestuur én zowat iedereen die dat nuttig acht de nodige verslagen in handen krijgt. Een ambtenaar die dat niet doet wordt op basis van punten zeker gebuisd.
Truitje, laat je ook niet door Ollanders van Foruminvest inpakken. SOK was vroeger Woonregie. Nog vroeger Grondregie. Dat je dat allemaal niet meer weet…?
Ga nooit meer naar de Mipem-beurs in Cannes. Nooit meer. Rij gewoon eens naar Rollegem. Dat is een deelgemeente waar je een keer aan woonpolitiek zou kunnen doen. Vlakbij Cora is dadde.

Hoeveel personeelsleden telt Stad eigenlijk? (3)

Dat zullen we hoogstwaarschijnlijk te weten komen bij de volgende gemeenteraad van 24 september.
Want de Raad moet dan de nieuwe personeelsformatie goedkeuren. En die is door het College vastgelegd op 787 voltijdse equivalenten. Als ‘richtcijfer’.Terwijl men voor de personeelsbezetting het aantal als ’toetssteen’ zal hanteren van het bestand op 1 januari. Volgens het begrotingsdocument is dit 843,15. Hoeveel ‘eenheden’ zou dit kunnen inhouden? Toch min of meer 1000, of niet? (Zonder politie, wel met onderwijs.)

Hoe het College aan dat cijfer van 787 VTE is gekomen zal dan ook uitgelegd worden.
Door schepen Hilde Demedts die daar een heel brei en brij zal van maken. En als we het niet verstaan zal het onze schuld maar wezen. Desnoods zal zij nog achteraf nog bijkomende schriftelijke inlichtingen willen geven voor al wie daarom vraagt. Hopelijk springt schepen Lybeer haar ter hulp. En concludeert de burgemeester dat het agendapunt uitputtend is afgehandeld.
Maar het kan ook anders aflopen ! Personeelsbeleid is net als voetbal en kerkfabrieken een taboeonderwerp in de Raad.
Enige bemerking hierover kost stemmen en wekt alom toorn op. Voor wat specifiek de ambtenaren betreft dient iedere interventie te beginnen met een lofbetuiging. En na enig raddraaien rond een mogelijke problematiek, ook. Ambtenaren zijn nodig, ze zijn goed, en ze doen veel.
De afloop van het debat is moeilijk te voorspellen. Als er iemand het onderwerp ‘efficiëntie’ durft aan te raken, of die nieuwe term voor ‘ambtenaren’ lanceert is het hek van de dam.

Me dunkt steekt er achter de 787 geen personeelsbehoefteplan meer achter. (Het moet officieel niet meer!)
Men wil wel het budget (exclusief indexverhogingen) beperken. Dat zal moeilijk zijn als men bijvoorbeeld naar algemene verwachting midden volgend jaar personeelsleden van de graad E naar D wil upgraden. Uiteindelijk zal de geraamde meerkost hiervoor oplopen van ca. 380.000 naar 762.720 euro. En mag de gelijkschakeling van contractuelen en statutairen ook nog wat kosten? De bevordering van contractanten? Nog wat meer vorming? Wordt er eindelijk eens ingegrepen in de overuren en weddesupplementen?

Hoe zit dat nu eigenlijk met de personeelskosten?
Eerst een ietwat eigenaardige vaststelling.
Het personeel vergt niet alleen uitgaven maar kent ook inkomsten! Vanwege geleverde prestaties bijvoorbeeld. Dit jaar 4 miljoen. Maar vooral ontvangen we allerhande subsidies van hogere overheden. Toch zeker wel 15 miljoen. Als we alle mogelijke ontvangsten voor dit jaar samentellen komen we uit op een bedrag van niet minder dan 101 miljoen. En alle mogelijke uitgaven samen bedragen ca. 104 miljoen. Volgens deze redenering kost ons personeel nauwelijks 3 miljoen.
Burgemeester en schepen Lieven Lybeer blij !
We gaan het dus onmiddellijk even anders bekijken. Want bij die ontvangsten rekent men ook die uit de fondsen en de belastingen…Dat is niet eerlijk. Van de zogenaamde ontvangsten moeten we daarom in gedachten minstens 90 miljoen aftrekken.

De pure bezoldigingen van onze ambtenaren (voor zowat de helft arbeiders) kosten Stad dit jaar 39,8 miljoen euro. Het grootste deel daarvan gaat naar leefmilieu (bijna 6 miljoen) en de culturele sector (5,6 miljoen).
Er zijn ook werkingskosten: 15 miljoen. Ook hier zijn die het hoogst bij leefmilieu en cultuur. En natuurlijk nog de dienst ‘facility’. Die kerkfabrieken. Bij de uitgaven rekent men namelijk ook bepaalde overdrachten, bijvoorbeeld voor de politiezone VLAS (11,9 miljoen) en voor ons welzijn (9 miljoen voor het OCMW).

Laat het ons maar houden bij de pure (bruto)personeelsuitgaven.
Voor dit jaar dus geraamd op 39,8 miljoen. Dat is 38,2 procent van de begroting. (Het is ooit – tien jaar geleden – 42 procent geweest.)
Volgens het financieel meerjarenplan is de prognose voor volgend jaar is 40,2 miljoen. Ongeacht de nieuwe personeelsformatie zullen de kosten in 2010 oplopen tot bijna 42 miljoen. Voor het gemak hanteert men een stijgingspercentage van 2 procent.

Er rest Stad niet veel tijd meer om nog een een begrotingswijziging voor te leggen. Op naar een nieuw conclaaf ! In de herfstvacantie.

En vanwaar komen we?
Als je de netto-personeelsuitgaven van 1995 zou gelijkstellen aan 100 komen we voor het jaar 2006 aan een indexcijfer van 154.
Een geweldige stijging deed zich voor in 2001. Terwijl er toen sprake was van een soort personeelsstop. Ook genoemd het “stand still” principe.
Men heeft dat niet al te lang volgehouden. Enkele dure vogels aangesteld, zoals die verkeersdeskundige.

Nog ter info.
– Bij de cijfers hierboven is nooit rekening gehouden met de politie.
Het korps VLAS telt 261 leden en 49 CALogs. VTE’s: 301,85.
– En bij het OCMW werken 777 mensen (te vergelijken met Stad, dat ook aan welzijn doet, en voor gigantische bedrage) waarvan evenwel 427 deeltijds. VTE: 614,08.
– Zal men in de voorgestelde formatie van 787 VTE ook het parkeerbedrijf Parko betrekken? 36 medewerkers, of 34,7 voltijdse equivalenten. En de kabinetten? Hoeveel medewerkers telt men daar? 20?
– We hadden het zonder tegenbericht ook altijd over bruto-uitgaven. Voor de netto-personeelsuitgaven dient men zowat 6 miljoen af te trekken van het bruto-bedrag. Vanwege retributies, prestaties, bijdragen of premies van de hogere overheid, convenanten, enzovoort.
– Merk tenslotte nog op dat bij de personeelsuitgaven nooit sprake is van het vele (studie)werk dat wordt uitbesteed. Voor miljoenen erelonen. En de opdrachten die we geven aan Leiedal kosten ook veel geld. Die “outsourcing” beschouwt men al het ware als onbestaande.

P.S.
Een lieve lezer meldt mij dat er in het jaarverslag 2004 sprake is van 974 eenheden oftewel 887,39 VTE. Toestand op 31 december van dat jaar.
Nu moet u weer eens kijken naar wat de begroting van 2005 zegt. Formatie: 904,84. Bestand: 632,88 VTE. En de begroting van 2004 zelf heeft het over een formatie van 891,02 VTE en 807,70 VTE.
ER IS KOP NOCH STAART AAN TE KRIJGEN.

Hoeveel personeel telt Stad eigenlijk? (2)

Het is hier nu nog altijd maandag 10 september en al over 20 uur en ik ben nog aan het tellen. Terwijl Terzake bezig is. En WTV zit in Belgisch Congo.

2002
Om deze stress te begrijpen moet u maar even meelezen in het “Verslag over het bestuur en de toestand der stadzaken ” van 2002, het hoofdstuk betreffende het gemeentepersoneel.

Daar staat een telling van het bestand (dus niet: de formatie) te lezen van het gemeentepersoneel op 31 december 2002. Dat bestand bedroeg toen blijkbaar 972 “eenheden” (mensen?) oftewel 870,64 voltijdse equivalenten (VTE’s). Voor de goede orde: dit is zonder de politie.
Mét politie waren er hier in 2000 dan nog 1.204 eenheden. 165 vanaf trekken.

Daarna – in het verslag van 2002 – is een vergelijking gemaakt met, jawel – ook december 2002.
“Voor december 2002 werden er in het totaal 1.204 eenheden effectief betaald, inclusief mandatarissen, gewezen mandatarissen, en vrijwillige brandweer, gelegenheidspersoneel.”
Wie wil weten hoeveel gemeentepersoneel hier werkt dient volgens dit verslag dus ook te tellen wie er zoal wordt betaald. Gewezen mandatarissen.

Maar hoe geraak je helemaal de tel kwijt?
Nog door het verslag van 2002 te lezen.
Daar staat ook de ‘voorlopige’ toestand in van het gemeentepersoneel op 31 december 2002.
Aantal eenheden: 930. Uitgedrukt in VTE: 798,59.

En nu nemen we het begrotingsdocument van 2002 even ter hand. Het is lang geleden maar goed om te weten.
Personeelsformatie: 891,87.
Personeelsbestand: 790,05.

2003
We tellen verder.
Eind 2003 hadden we volgens het verslag af te rekenen met 998 eenheden, d.w.z. 808,29 VTE’s.
Begroting zegt:
– personeelsformatie: 891,84.
– bestand: 800,12.

2004
Het laatste verslag van 2004 over de stadszaken heb ik verdomd niet in mijn bezit. Vind het ook niet op de website van Stad.
Maar goed. Volgens het begrotingsdocument 2004 – dat dus is opgesteld in het najaar van 2003 – bestond de formatie toen uit 891,02 VTE’s. En het bestand uit 807,70.
Vergelijk met het verslag de stadszaken van eind december 2003. Van de een op de andere dag, na oudejaars.

2005.
Formatie: 904,84.
Bestand: 832,… komma zoveel. (Vergeten!)

2006.
Formatie: 904,84.
Bestand: 826,24.

En nu: 2007.
Formatie: 907,65.
Bestand: 843,15.

Al die cijfers dienen gewoon om u te vertellen dat niemand weet waar het College het “richtcijfer” vandaan haalt om voortaan 787 VTE als totale personeelsformatie te beschouwen. Zonder cijfers na de komma. En qua bezetting: die van 1 januari. Dat zou dus volgens het begrotingsdocument moeten zijn: 843,15.
Dit is waarlijk NIET minder dan vroeger. Wat bezetting betreft.
Althans.

En die 787 VTE?
Heeft Stad misschien minder dan vroeger te doen?
Het grootse Kerntakendebat moet nog altijd komen.

Tot een volgende keer. Rekenmachine gloeit.
Hoe kan een ‘bezetting’ groter zijn dan een ‘formatie’?
Ook door overuren? Vraag het gewoon aan Vera.

Weblog over het reilen en zeilen in de Kortrijkse politiek door Frans Lavaert