Category Archives: cultuur

Nu ook abracadabra in de Schouwburg

Vanavond, donderdag 7 september om 20 uur, is er een vernissage in de Benedengalerij van de Kortrijkse Schouwburg. Lang gedacht dat die benedengalerij een garage was of een stapelplaats. Maar neen, het is “een ruimte met brutalistische allures”, “een interessant gegeven voor de kunstenaars die een dialoog of discussie met ruimte willen aangaan”. Aldus de toelichting bij de voorstelling van het werk van Koenraad Dedobbeleer.

Voor wie de tentoonstelling wil bezoeken (loopt nog tot 1 oktober, en er is een nocturne op 21 september) graag enige toelichting, middels enkele fragmenten overgenomen uit de folder.

Eerst even dit. Blijkbaar is de Benedengalerij een omgeving die zich niet éénduidig laat lezen. Zij eist van de toeschouwer een actieve deelname die leidt tot verwondering. (Ik ben daar al een keer van de trap gevallen.)

Maar, wat leidt er zoal NIET noodzakelijk tot verwondering bij de toeschouwer zult u nu vragen.

Ik zal het u een keer rap zeggen: 1) interpretatie van de realiteit (“appropriation” is haar meest naakte vorm!), 2) simplistische gebaren, 3) traditionele kunstkritiek (bijv. kunst om de kunst slimmigheden, 4) institutionele commentaar (plus relativering van het kritische potentieel van diezelfde kritiek).

Zoals gezegd: dit alles leidt niet eens tot verwondering. Maar helaas! Het is een deel van ’s mans werkwijze (ook de uwe?), terwijl een fysieke, zintuigelijke ervaring dit (ja, dit!) – over het algemeen dan – gemakkelijker bereikt.

Vandaar! Geen pamfletten of gallende “loud speakers” voor Dedobbeleer. Veeleer dit: een weinig opzichtig omvormen van het bestaande in een doorleefde realiteit met een eigen, (jawel!) een eigenzinnige interpretatiedrang. Want de verwondering katalyseert op zijn best een reeks interpretaties. Bij de toeschouwer die beschouwer wordt alleszins.

Bezoekers! Weet dat deze vorm van gelaagdheid interessant is. U zal (idealiter) meermaals dan nog aangetrokken worden om de interventies opnieuw te ontdekken en zelf te herinterpreteren.

Er is dus ook een sociale dimensie in deze kunst. Waarin dan juist? Eenvoudig: juist in het minimale ruimtelijk aanvullen OF veranderen. In de problematisering die u zal ondervinden van zodra u de tentoonstelling betreedt.

De kunstenaar meent, ja toch: meent op die manier geen enkele functie en plaats veilig. Let op de trap naar de bar! Als geëngageerd toeschouwer staat u immers toe dat er met de omstandigheid een loopje wordt genomen en bevindt u zich op dezelfde “slippery ground”.

Ik weet het wel: hierin schuilt tegenover de bezoeker een stevig sociaal engagement. Welkeen dan? Overbodige vraag. Het gaat om een totale maatschappelijke context van het kijken. Van het interpreteren. Van het kritisch benaderen van een inrichting.

Moeten we nu nog iets zeggen over de kunstenaar? Bij elke nieuwe betrede locatie onderneemt Dedobbeleer zintuigelijke pogingen om de ruimte en haar context af te tasten. Met welk doel aftasten? Om die ruimte (en mogelijks de architectuur en haar vermeende functionaliteit) voor hemzelf te synthetiseren en te vatten.

Koenraad is nu eenmaal een hacker, of een parasiet! Hij eigent zich namelijk de omgeving toe. Dit is zoals u nu denkt helemaal niet in tegenspraak met een vorm van abstrahering (hoe verregaand ook), want het uitzuiveren van ideeën over een bepaalde realiteit creeërt (sic) net ruimte. Denk eraan: je moet daarbij wel kunnen los blijven van anecdotiek en banaliteit.

Als je dat kunt zorgt dat voor een “‘clash”: een mentale ruimte geprojecteerd op een fysieke plaats die de feitelijke ruimte gebruikt om diezelfde ruimte te omschrijven, te bekritseren ook hoor, of zelfs ronduit aan te klagen.

Schepen Bral van cultuur en Rooske van de Schouwburg, en Cathérine van de cel tentoonstellingen zullen dit wellicht niet graag hebben. Troost: indien in een dergelijke omgeving accuraatheid van ruimtelijke interpretatie wordt beoogd is de toeschouwer gedwongen langdurig stil te staan bij het waarom en het doel van kritiek.

Nog tot zondag 1 oktober. De deuren sluiten dan om 17 uur.

De Kortrijkse musea worden doorgelicht (3)

In vorige stukken (31.5.06 en 1.6.06) konden we hier al melden dat er zes kandidaten zouden worden aangeschreven om een doorlichting te maken van de Kortrijke musea.
Geraamde kostprijs niet minder dan 30.000 euro, telkens voor 1/3de te betalen door Stad, het Stedelijk Museum en het Vlasmuseum. 

De maker van de audit is nu bekend. Het gaat om prof. Guido De Brabander van de Antwerpse Management School. Hij vraagt 28.000 euro voor zijn werk. Het kan méér worden want hij is blijkbaar nog van plan om studenten in te schakelen voor het houden van een enquête bij de bezoekers van de musea.

Wie zal dat betalen?
Stad verwijst naar de begrotingspost “prestaties van derden, eigen administratie, functie cultuur algemeen”, en daar staat wel genoeg geld op (méér dan 200.000 euro).
Maar de musea zelf voorzien in hun begrotingen 2007 nergens een specifiek krediet om de prof en zijn studenten te betalen. (Putten ze hiervoor uit de post “algemeen beheer” dan is die al onmiddellijk tot nul centen herleid.)

Waarom juist prof. De Brabander door een commissie is uitverkoren voor het maken van de audit is niet bekend. Het desbetreffende Collegebesluit (18 juli) geeft geen uitsluitsel. Met geen letter wordt iets gezegd over het juryverslag. En dat is volstrekt abnormaal. Notulen van het CBS geven normaliter een beoordeling van de offertes.
Op de laatste Algemene Vergadering van de Musea (21 augustus) kon of wou men daarover ook weinig woorden kwijt. (De prof stuurde trouwens zijn kat naar die vergadering.)

Prof. De Brabander kreeg een aantal kapstokvragen voorgelegd.
* Welke rol kan of moet de stad op museaal vlak spelen? (Profilering.)
* Hoe past dit binnen het Kortrijkse cultuurbeleid?
* Welk soort musea zijn daarvoor nodig?
* Welke collecties en gebouwen zij nodig/beschikbaar?
* Hebben de huidige musea het potentieel om zich daartoe te transformeren?

Verder nog een en ander over:
* Personeelsbeleid?
* Communicatie en promotie?
* Onderlinge relaties met andere musea, Buda, designmeesters, enz.

Hij kreeg ook reeds allerhande documenten toegestuurd. Bijvoorbeeld verslagen van Raden van Bestuur en Algemene Vergaderingen. Bij deze willen we er hem op wijzen dat die verslagen veel te summier zijn, zelfs zaken (discussies, opmerkingen, vragen) verzwijgen.

Prof. De Brabander zou al bezig zijn met een gespreksronde, en men verwacht van hem al midden september een tussentijds verslag. Het eindrapport wordt verwacht eind januari of begin februari 2007.

De doorlichting moet vooral gezien worden als een “gefundeerde en degelijke voorbereiding” voor het in 2007 al op te stellen beleidsplan 2009-2014, waarop de volgende ministeriële erkenning van de musea zich zal baseren. Dat plan moet immers al binnen begin 2008.

Hebt u ook wat te vertellen over de museale werking in Kortrijk?
Contacteer de prof op zijn e-mailadres: guido.debrabander@ua.ac.be. Of per post op het adres: Universiteit Antwerpen, Fac. Toegepaste Economische Wetenschappen, Prinsstraat 13, 2000 Antwerpen.

Doe het NU, vooraleer het te laat is!

Kortrijkse musea doorgelicht (2): nu 30.000 euro uitgespaard

Zonder enige expliciete oproep melden zich nog altijd vele en diverse lezers van kortrijkwatcher (ook van ver buiten de stadsgrenzen) spontaan aan om mee te werken aan de doorlichting van de Kortrijkse musea.
Gratis ! UIt liefde voor de stad.
Nu nog de officieel aangeschreven kandidaten verwittigen dat ze hun eventuele deelname aan de prijzige studieopdracht (30.000 euro) gerust kunnen opzeggen.
WIJ KUNNEN HET ALLEEN AAN ! 

Vlug schrijven naar:
* De directeur van “Culturele Biografie Vlaanderen”: jan.cools@culturelebiografie.be.
* De prof van de Antwerpse Management School: guido.debrabander@ua.ac.be.
* Iemand van “Kunst en Democratie” (Henk Vanmolkot, Bergenstraat 96 te 3053 Haasrode) te bereiken via: info@kend.be.
* De prof van de KUL: pascal.gielen@soc.kuleuven.ac.be.
* De coördinator erfgoedbeleid Gent: hendrik.defoort@gent.be.
* De prof van de Universiteit Antwerpen: joris.capenberhs@ua.ac.be.

Hiermee besparen we uit het budget van Machteld Claerhout (directie cultuur) en van heel de stad 1,2 miljoen oude franken. Die kunnen we dan aanwenden om het Stedelijk Museum aan de Broeltorens eindelijk een convenabele shop te bezorgen.

Niet al onze lezers mogen meedoen aan ons rapport met aanbevelingen!
Raadslid Filip Santy (CD&V) bijvoorbeeld al niet want hij wordt toch altijd al als enig raadslid geraadpleegd bij dit soort dingen.

Ivo Janssens (coördinator van Kunst en Democratie) is ook definitief uitgeschakeld als auditor. Hij reikt een veel te minimaal theoretisch kader aan dat cirkelt rond participatie, context en impact. Zo idioot zijn we nu ook weer niet dat we het kunnen stellen zonder theorie!
En Eric Corijn (VUB) gaat dan weer veel te breed waar hij stelt dat de discussie blijft steken in de termen waarmee ze gevoerd wordt.
Inzender Rik Pinxten (RUG) stelt misschien wel pertinente vragen (waar zonder de sociaal-artistieke sector – indien daar al kan van gesproken worden – al vlug een reservaat wordt) maar weet dat zijn pleidooi deels een illusie voorstelt. Als we hoop en redlijkheid willen combineren in ons democratisch project mogen we de sterkte van illusies niet overschatten !
Rudi Laermans (KUL) is weer bezig !
In zijn (voorlopige en wat ons betreft: definitieve) inzending gaat hij aan de hand van een definitiestrijd nog wel op zoek naar een adequate omschrijving van een nieuwe cultuurpraktijk en vindt dan dat zulks niet kan. Ja zeg! Daarvoor word je niet betaald.

Het spijt me erg, maar de twee vriendenclubs van de musea kunnen ook niet participeren aan onze audit. Want dan krijgen we een zelfevaluatie.

DE WARE CIVIL SERVANTS

Museumgangers en artiesten en gewone mensen zoals Piet, Wim, Juul en Jef, Chris, Roger, Pol, Annie, Paul, Johan (2), Moniek, Marie-Claire, Lieve, Peter, Viviane, Lieven (2), Lore, enz., mogen verder hun bescheiden bijdrage tot deze (onze) audit toesturen.
Ik heb wel al enkele absoluut te mijden termen geschrapt:
bottum-up aspect, koppeltekendiscours, bridging social capital, reflexiviteit, helikopteren, contextgebonden labofunctie, minimum minimorum, verfeitelijking.
Nog nipt toegelaten termen zijn: kruisbestuiving, sectoroverschrijdend, spanningsverhoudingen, input, performatief. Over een uitdrukking als “pars pro toto” heerst nog enige twijfel.

Ikzelf heb reeds een inleidende zin bedacht die zowel de burgemeester als Machteld Claerhout zal inpalmen voor onze kosteloze audit. Een captatio.
“Cultuur maakt wezenlijk deel uit van een goed stedelijk beleid, omdat cultuur onverkort bijdraagt tot de versterking van het stedelijk weefsel, tot de levenskracht van elke stad en elke stadswijk.”
Niet zelf bedacht hoor! Komt uit de beleidsnota 2000-2004 van Bert Anciaux. Misschien geschreven door Bart Caron?

Allez, lezers! Aan het werk!
Een compacte samenvatting van ons rapport verschijnt alhier van zodra u allemaal klaar bent met uw bevattelijke bevindingen. Maak het niet te lang.

P.S.
In uw evaluatie ook het filmmuseum betrekken, al weet u niet waar dat ligt. En “Kortrijk 1302” in het Begijnhofpark. (Daar zijn nu bomen omgehakt. Met vergunning?)

De Kortrijkse musea worden doorgelicht (1) ! 1,2 miljoen BEF

Waarschijnlijk onder impuls van de nieuwe directrice van “cultuur” heeft het College beslist om een audit te laten maken van de Kortrijkse musea. (Directeur Machteld Claerhout is een echte studax die impliciet graag anderen in het vuur jaagt.)
Men kan omwille van deze opdracht tegelijk verheugd zijn en er toch bedenkingen bij maken.
Zie verderop.De kandidaten die voor de doorlichting worden aangeschreven zijn mensen van de Universiteit Antwerpen Management School, Universiteit Antwerpen, de KUL, “Culturele Biografie Vlaanderen”, “Kunst en Democratie”, de coördinator erfgoedbeleid uit Gent.
De aangeschreven personen zijn bij mijn weten nog weinig DAADWERKELIJK actief betrokken geweest zijn bij een concreet museumbeleid. Met de voeten op de grond.

Tenzij wellicht Jan Cools (Middelheim, Brakke Grond, de Warande). Iemand als Pascal Gielen daarentegen zal ongeveer dezelfde treurig makende geeuwverwekkende newspeak verkondigen als Rudi Laermans indertijd over Buda.
En het verschil in (economische) benadering van de aangeschreven Joris Capenberghs en Guido De Brabander (wiens naam het College verkeerd schrijft) ziet men niet onmiddellijk. En Hendrik Defoort is hoofdzakelijk een sociaal-economisch historicus. (Wel een kennis van onze Véronique van de erfgoedcel.) Rik Vanmolkot (wiens naam het College anders schrijft) van “Kunst en Democratie” zou als winnend kandidaat kunnen suggereren dat het Broelmuseum nu wel genoeg pollepels heeft gecollectioneerd, geconserveerd en ontsloten.

Maar misschien zullen al onze 6 kandidaten wel een “tijdelijke vereniging” (TV) oprichten voor het maken van hun opstel?
(De profs onder de mogelijke rapporteurs hebben wel pech: hun studenten zitten in de blok en hebben geen tijd meer voor klusjes.)

Waarom toch heeft men ook geen prestigieuze Nederlanders aangesproken die alreeds bewezen hebben wat ze kunnen in hét museumland bij uitstek? Met praktijkervaring? Met een onvermoede buitenlandse kijk op Kortrijk?

Hoeveel moet dat nu weer kosten?
Toch geen 30.000 euro zeker?

De Collegenotulen voorzien op de stadsbegroting (art. 777110/122-02) 10.000 euro voor de financiering van 1/3de van de studieopdracht! (Voor de kandidaat-raadsleden alleen: op die begrotingspost staat er gewoon geen cent (vroeger 50.000 euro), maar men zal werken met een kredietverschuiving.) De andere twee derden zullen gefinancierd worden door de Stedelijke Musea en het Vlas-, Kant- en Linnenmuseum.

Samen met enkele kennissen (Bart Caron!) kan ik in elk geval het karwei aan voor veel minder geld. En in minder dan een maand. Want weet nu al min of meer, en zeker intuïtief wat de besluiten (aanbevelingen) zullen zijn van de doorlichting.
Ons rapport zou zonder twijfel verstoken blijven van alle cultuurjargon en kul- of lulspeak.
Waarschijnlijk nauwelijks 20 bladzijden omvatten, want zonder twijfel bijna geen aandacht besteden aan de gevoerde “methodologie”. Nieuwe nu ook minder geleerde uitlatingen als “hun ding laten doen” of “doen goesting krijgen” zouden helemaal ontbreken.
Het woordje “multiplicator-effect” komt er wel in. En “tabula rasa” maken.
We zouden zelfs durven gewagen van consumptieve bestedingen bij de museumbezoeker.
ALS ER DAN TOCH EEN WETENSCHAPPELIJK VERANTWOORDE ENQUETE IN DE AUDIT MOET IN VOORKOMEN ZOU DIE NIET HANDELEN OVER DE BEZOEKERS MAAR WEL OVER DE VRIJETIJDSBESTEDING EN DE LECTUUR VAN DE BESTUURSLEDEN VAN DE DIVERSE MUSEA.

Maar dat is dus juist het goede aan het feit dat er al met al nu toch een audit komt. Zo hoort men het een keer van een ander!
Dat is wat ons nu al verheugt: het rapport zal bijna getrouw (maar in soepeler bewoordingen) vertellen wat kortrijkwatcher in de Algemene Vergaderingen van de musea nu al jaren uitkraamt. En waarom ik zorgvuldig uit de Raden van Bestuur ben geweerd. En niet in aanmerking kom om als lid opgenomen te worden bij “De Vrienden van de Musea”. (Ik wil die namelijk afschaffen! Tenminste – goed verstaan!– zoals zij NU functioneren: zij bepalen de acquisitie en zelfs het gehele beleid.)

(Wordt alweer vervolgd.)

Kortrijk is wél een cultuurstad !

Héél Vlaanderen is een cultuurstad. Dus Kortrijk ook.
De CD&V hield zopas (vandaag) een persconferentie over “cultuurstad Vlaanderen”.
Onze burgemeester was er als Vlaams volksvertegenwoordiger ook bij (0474/98 66 91).
Verder nog de CD&V-voorzitter Jo Vandeurzen (0475/62 06 90), de Antwerpse schepen van cultuur (niet de onze!) Philip Heylen (03/220 83 62), de Vlaamse volksvertegenwoordiger Steven Vanackere (0478/88 35 39). Ik vermeld hier maar even de telefoons want zij doen dat ook open en bloot in hun persbericht.De voorstellen verraden evident de hand van onze burgemeester.
Interessant daarbij is dat men Vlaanderen wil beschouwen als één grote cultuurstad waarbij de onderlinge – en “vaak ongezonde” – concurrentie tussen steden dient overstegen te worden.
Laag bij de gronds als we zijn kan hierbij als kanttekening gemaakt worden dat Kortrijkse toplieden dusdanig zijn geobsedeerd door Lille dat de stad op gebied van cultuur niet eens eventjes enige doodgewone, concrete afspraken kan maken met steden als Ieper, Brugge, Roeselare. Laat staan met Brussel.
(Hoeveel “overleg en complementariteit” met andere steden is er bijv. al bedacht inzake de komende 11-julifeesten?)

Ook dient vastgesteld dat onze burgemeester van Kortrijk ondermeer een stad van design wil maken, en dit in onhoudbare concurrentie met Milaan, Berlijn, Londen. Met de “European Design Capital” Eindhoven ook en met de designmusea van bijvoorbeeld Brussel, Antwerpen en Gent.

Verder voelen we aan ons water dat er intern, binnen onze stad zelf tussen de conservatrices van de Stedelijke Musea en van het Vlasmuseum en de bobo’s van Buda Kunstencentrum of van de Stadschouwburg nauwelijks contacten zijn en er weinig sprake is van echte genegenheid. Als we die ongezonde stille oorlog binnen onze eigen stad al eens “in overleg en in complementariteit” konden overstijgen!

Kent er iemand onze cultuurbeleidscoördinator?
We hebben ten andere geen schepen van cultuur.
De cumulerende schepen Stefaan Bral is er een van “vrije tijd” en bij gebrek aan visionaire ideeën aldaar is Stefaan De Clerck dan maar het cultuurbeleidsdomein ter harte gaan nemen. Met zijn persoonlijke (nobele!) besognes die mentaal geen humus vinden bij de bevolking. Kar voor het paard spannen, daar kan hij wat van.

Zoals volksvertegenwoordiger Bart Caron (Spirit) uit Marke al heeft opgemerkt in zijn brochure over de Kortrijkse cultuurpolitiek zijn er alhier vier schepenen onledig met kunst en cultuur. Zelfs de schepen van milieu met cowboy Henk en de tekeningen en teksten op de vuilniszakken.

Het probleem is dat onze burgemeester (net als die van Roeselare) teveel op reis gaat en besmet is geraakt door de wahabitische leer van Richard Florida. De creatieve klasse. Het belang van de creatieve industrie voor stadsontwikkeling.
Stefaan wil eerder Kortrijk dan Vlaanderen op de wereldkaart.
In het “Europabericht” van februari 2004 (nr. 282) liet hij als ambitie blijken om van Kortrijk een “città dell’ arte” te maken, nog wel naar het model van multi-media kunstenaar Michelangelo Pistoletto. (Even Biella bezoeken!)
De Kortrijkzanen zouden daarbij gaan “sidderen”.

WAT VOOR STAD IS KORTRIJK NU EIGENLIJK ?
Iedereen is beducht voor deze vraag.
Volgens schepen Jean de Bethune is Kortrijk een stad van studenten en ondernemers en toeristen. Ook van film en media. Soms nog een historische stad. Stefaan Bral ziet de stad bruisen. Schepen Destoop bekijkt Kortrijk als een stad van kansarmen. Philippe De Coene maakt er een groene bloemenstad van. Maar waar is dat wandelend bos gebleven?
En ja, onze burgemeester wil hier een megawinkelstad van design, innovatie en creatie.
Mode. Dans. Museum- en monumentenstad.
Nog terzijde opmerken dat voor de modale bewoner Kortrijk vooral een stad van belastingen is.

Iedereen is ervoor beducht om Kortrijk te beschouwen als een gezellig en schoon (net en rein) provinciestadje aan de Leie en de vallei van de Heulebeek. Met toch enige verrassingskes. Van Lieven Neirinck bijvoorbeeld. Of van Piet Moerman. Delvoye mag ook. En de Kortrijkse Revue krijgt dan echt professionele bijstand. Om het spel wat in te korten.
We hebben zelfs een vliegveld. Donororganen landen er en stijgen op. Welke andere centrumstad kan dit nog navertellen? (Voor wanneer een keer een airrace op Hoog-Kortrijk? Als Berlijn dat kan, dan wij ook.)
Zonder ongezonde concurrentie met andere steden na te streven zijn er hier volkomen originele, unieke manifestaties te bedenken. We kunnen een eigen stadsmunt invoeren. Een jaarlijkse dag van de hetero’s organiseren, met parade. Een bunker (tijdcapsule) volstouwen met erfgoed die dan pas over 100 jaar mag worden geopend. We kunnen van Kortrijk een keer een geheel “ontregelde stad” maken. Stel u voor: je komt de stad binnen en leest daar op een bord: “Dit bord negeren a.u.b.” En waarom geen “Week van de wansmaak”?

Er is een soort koudwatervrees om via een (broodnodige) consodilatiegolf van het bestaande eventueel aan city-marketing te doen. “ Herstel de beenbreuken tussen onze cultuuractoren onderling én de cultuurbarabaren. Doe goed waar je goed in bent,” zegt Bart Caron.
Onze culturele bobo’s en bijhorende jobhoppers hebben het soms moeilijk om bescheiden te blijven.
Alhoewel. Steeds sterker wordt de impressie dat zij zichzelf beginnen tegen te komen.
(Het eerste kunstenfestival “Fresh” zullen we maar vergeten. ) En we naderen een sterk momentum met de volgende verkiezingen. Met de nieuwe bib, de nieuwe concertzaal, het muziekcentrum in de volgende legislatuur. Kortrijk 1302.
Als onze cultuurdames nu al een keer in overleg zouden treden en in complementariteit.
Allez, Rooske, Machteld, Annick, Isabelle (2), Lieve, Maureen, Carine, Liza, Annelies, Valérie, Julie, Véronique, Dominique. Ga eens samen naar de kapper.

Maak om te beginnen eens een gezamenlijke website over cultuur in de stad. Met forum.
En in het “voorlopig bewind” van Buda Kunsteneiland kan Yvon Vanden Abeele nu ook het heft in handen nemen.

P.S.
Tekenend voor het bruisende en vurige (debat)klimaat in de stad is dat er op de website van Bart Caron tot op heden slechts twee reacties zijn gekomen op zijn uitvoerig epistel over de cultuurpolitiek in Kortrijk.

Vergeet ons cultureel imago, Kortrijk heeft er geen

Deze nogal onkiese maar veelzeggende titel heeft kortrijkwatcher niet bedacht. Laat daar geen misverstand over bestaan.
Het is de explosieve kop van een stuk uit “De Standaard” van 24 mei. Boven een interview met de Kortrijkse Vlaamse volksvertegenwoordiger (Spirit) Bart Caron.
Bart Caron (Wervik, °1959) woont in Marke en zal bij de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen een prominente plaats krijgen op een kartellijst met de SP.A van schepen Philippe De Coene en raadslid Marc Lemaitre.
Vandaar dat ook de kop in “Het Volk/Het Nieuwsblad” bij onze burgemeester een cultuurschok heeft veroorzaakt. Daar werd als uitgesproken mening vet gedrukt: “Kortrijkzanen geloven al die verhalen niet meer”.
Met “al die verhalen” wordt in de pers voornamelijk verwezen naar het Budaverhaal en naar de gedachte om Kortrijk ook om te toveren tot een stad van de film. Maar er zijn volgens Caron nog andere verhalen.Even situeren wat er aan de hand is en waarom er vanuit het stadsbestuur waarschijnlijk al boze telefoontjes zijn geregistreerd naar bepaalde krantenredacties.
Zoals gezegd doet Bart Caron mee aan de volgende raadsverkiezingen alhier, in een kartel met schepen De Coene. In het licht van zijn uitgesproken kritiek nogal pikant.
In dat kader heeft hij op zijn website (www.bartcaron.be) een analyse gemaakt van het Kortrijkse cultuurbeleid en tegelijk een heel aantal voorstellen gelanceerd. Twintig bladzijden interessante lectuur. En te beschouwen als het kiesplatform van Spirit (en SP.A?) op 8 oktober. (Spirit is hiermee de eerste Kortrijkse partij die tenminste al over een onderdeel van het kiesprogramma zijn nek heeft uitgestoken.)

Bart Caron is ook niet de eerste de beste.
Zijn beschouwingen zijn des te sprekender als men weet dat hij ooit nog heeft gewerkt bij de cultuurdienst van onze stad! En bij de Welzijnsdienst. Hij lag ook mede aan de basis van de dorpskranten te Marke en Aalbeke, en was zowat de stichter van “Humorologie”. Bij Brugge cultuurstad 2002 was hij algemeen coördinator. Hij was voorts nog kabinetsmedewerker bij de ministers van Cultuur Paul Van Grembergen en Bertje Anciaux.
Caron kent Kortrijk. Studeerde aan het Sint-Amandcollege (waar “zijn geloof tanende werd”) en aan de IPSOC.
Caron weet ook iets af van cultuurpolitiek. Studeerde later nog sociale en culturele agogiek aan de VUB. Maakte als licentiaat proefschriften over cultuurbeleid op het platteland én in centrumsteden.

Zijn essay over het Kortrijkse cultuurbeleid verdient dus enige ruchtbaarheid.
We komen er hier nog wel op terug.
Bart Caron daagt de burgemeester uit tot een debat.
De burgemeester wil daar volgaarne op ingaan. Benieuwd. Stefaan De Clerck heeft zeker al een punt waar hij zegt dat er enkele tegenstrijdigheden zitten in Carons verhaal.

Manna en geen manna voor onze muzieksector

De ontwerpen van beslissing zijn gekend voor de structurele (= vaste) jaarlijkse subsidiëring van onze Kortrijkse muzieksector door Vlaams minister Bertje Anciaux (Spirit).
En wel voor de periode 2007-2009, in het kader van het zgn. Kunstendecreet.
(Goed onderscheiden van de stadstoelagen, plus nog eventuele subsidies van Europa en de provincie.)FESTIVAL VAN VLAANDEREN – KORTRIJK: GEBUISD

Het Festival van Vlaanderen – afdeling Kortrijk – is lid van de koepelvereniging “Festival van Vlaanderen” die acht festivals overbrugt. Onder impuls van meneer en mevrouw Maurits Denaux in 1963 ontstaan als internationaal koorfestival. Vocale muziek, vooral van mannenkoren is de core business.
Gregoriaans, maar ook niet klassieke vormen zoals zigeunermuziek, fado, blues.
Bezoekersaantallen schommelen rond 5000 (in 2004).

Het Kortrijkse festival kreeg voor haar vorig dossier van de muziekcommissie een negatief vooradvies. (Plaatselijke politici konden nog even met wat lobbywerk het tij doen keren.)
Volgens de beoordelingscommissie nu heeft de afdeling Kortrijk geen lessen getrokken uit dit negatieve oordeel. “De situatie is zo mogelijk nog erger geworden”.
Het aanvraagdossier is over de hele lijn zwak, met een onduidelijk profiel. Er wordt meer gedacht vanuit bezetting dan vanuit stijl. Het beleidsplan is ook op zakelijk en organisatorisch vlak vaag en roept vele vragen op. Aldus de commissie.
Er was evenwel een bezwaarschrift en dat toont een nieuwe dynamiek op bestuurlijk niveau. (Er is gewoon een nieuw bestuur.)
Ook na beoordeling van het bezwaarschrift adviseert de commissie minister Bertje Anciaux negatief voor structurele ondersteuning. Zij suggereert de aanvragers om een concrete en duidelijke project subsidie aan te vragen. (Dat is voor een soort éénmalige gebeurtenis en dat zit er volgens mij wel in.)
Het Festival vroeg evenwel een structurele (vaste) en jaarlijkse subsidie aan van niet minder dan 326.140 euro.

HAPPY NEW EARS: WELLICHT MEER GELD DAN GEVRAAGD !

Het Happy New Ears (HNE) festival ontstond in 1996 en werd georganiseerd door muziekprogrammator en later directeur Joost Fonteyne van Limelight. Joost is nu de nieuwe zakelijke leider van Buda II Kunstencentrum. (Een fusie van Limelight, Dans in Kortrijk en de privé-vzw van de burgemeester “Beeldenstorm”). Happy New Ears zal later ook toetreden tot Buda KC maar wil eerst voor dit en volgende jaren (nu tot 2009?) zijn eigenste subsidies van de Vlaamse overheid als afzonderlijke vzw in de wacht slepen. Goed gezien zeg.

Het programma van het HNE “kleinschalig” (dixit de jury) muziekfestival is zeer divers. Wie het al heeft bijgewoond schrikt nergens nog van op. Geluidskunst is er ook bij. Van klankkunstenaars.
De beoordelingscommissie volgt het vooradvies van de muziekcommissie.
“Met een minimum aan personeelsbezetting slaagt HNE erin – mede door een goede samenwerking met andere Kortrijkse partners – een bijzonder boeiend en eigengereid programma aan te bieden, dat daarenboven voor een nicheprogrammering een ruim publiek aantrekt.”
(De voorbije jaren kreeg men een 2500-tal bezoekers over de vloer.)
HNE heeft ook aandacht voor drempelverlagende projecten als uitermate gezonde vertrekbasis voor de moeilijkere muziek. En jonge kunstenaars krijgen kansen.

Het vooradvies is dientengevolge positief.
Maar toch blijft de beoordelingscommissie met een aantal belangrijke vragen zitten.
De gevraagde subsidieverhoging wordt weinig concreet beargumenteerd. Is die niet wat overdreven in het kader van samenwerking met Buda? (Waarom moet er meer personeel aangeworven worden? Waarom wil men “het installatieluik in de stad beter opbouwen”?)
Ook het gecombineerde takenpaket van de directeur van Buda (Joost) en HNE (Joost) roept vragen op.
Een eventuele budgetverhoging zou dan ook prioritair moeten gaan naar artistieke kosten. (Men wil zeggen: niet naar personeel en recepties en reisjes.)

In een repliek zegt HNE dat de gevraagde verhoging van de middelen ten gunste valt van het onderdeel “Klinkende Stad” (al van gehoord?) en voor de internationale projecten. (“Klinkende Stad”? Is dat een organisatie van HNE of van “De Kreun”?)
Voor dit laatste internationale gebeuren heeft de commissie wel oor. Maar “Klinkende Stad” spreekt een breder en ander publiek aan dat modale cliëntèle van HNE en daarom zou HNE best zoeken naar andere financieringsbronnen hiervoor. (Ja, de vzw Bruisende Stad van Bral!)

Gevraagd jaarlijks bedrag voor de periode 2007-2009: 265.000 euro. Jaarlijks.

DE KREUN: BEPERKTE STIJGING VAN DE STEUN
Een ingewikkeld geval, deze “muziekclub”.
De subsidieaanvraag is onder deze naam ingediend, maar zelf bestempelt de vzw zich als een “concertclub”, een “popinfopunt” en een “productiehuis”.
Ook slordig is dat het verslag van de jury vertelt dat De Kreun ruim 20 jaar bestaat, terwijl de club dit jaar zijn 25jarig bestaan viert.
Het verslag van de beoordelingscommissie is trouwens in zijn geheel slordig.
Nergens wordt gezegd hoeveel subsidie is aangevraagd. En men start al onmiddellijk met een “antwoord op de repliek”. En er wordt nu al een “definitief advies” gegeven. Het preadvies krijgen we niet te zien.

Dat advies is uiteindelijk positief alhoewel er veel vragen en bemerkingen zijn.
De commissie wil een “eerder beperkte stijging” van de subsidiëring.
Want het is afwachten geblazen hoe de vernieuwingsplannen zullen worden gerealiseerd, en daarbij zal De Kreun zich opnieuw moeten bewijzen.
We vernemen nog dat De Kreun een geheel nieuwe organisatie zal worden met een nieuwe lijn in de concertprogrammering en een artistieke schaalvergroting. Er komen nieuwe samenwerkingsverbanden en een verdere uitbouw van het muziekeducatieve luik.
Men wil ook een personeelsuitbreiding van 4 of 5 naar 7 voltijds equivalenten.
Ja??
Weten julie dat al, stamgasten van De Kreun in Bissegem? Yesmin, Kentucky Dar Devil, Sebbe, Inesjeprinsesje, Spazz, Halim, Mich, Jote, Baptist Aka Ali? Powerchord?Daarvoor al aangesproken?

De commissie is door een vraag naar een aangepaste begroting nog van alles te weten gekomen. Die jury leest kortrijkwatcher niet.
Zodus: “De Kreun verduidelijkt dat de muziekclub vanaf eind 2006 zal ondergebracht worden in een door het stadsbestuur ter beschikking gestelde locatie.” De kantoren worden overgebracht naar het Stedelijk Muziekcentrum waar de vzw nu reeds een educatieve werking organiseert. De faciliteiten worden verleend door het stadsbestuur. Maar: door de eigen investeringen in de te bouwen concertzaal zal De Kreun die autonoom kunnen exploiteren.
Ja?? Weet het bestuur van de stedelijke vzw Muziekcentrum dit al?
En wisten wij allemaal al dat de nieuwe concertzaal al in 2008 ter beschikking zal staan? En plaats zal bieden aan OFWEL 200 OFWEL 600 bezoekers?

De vzw De Kreun kent vele subsidiekanalen. Niet enkel die van het Kunstendecreet, maar ook die van het Amateurkunstendecreet en van het Jeugdbeleid. Subsidiënten zijn nog: de provincie, de Europese Gemeenschap en natuurlijk de stad (schepen Bral van Bissegem). Er zijn ook sponsors: Brooklyn, Hogeschool HIEPSO, studio Brussel, JIM, de Nationale Loterij en alweer het kantoor Bamelis, Kindt&Co. (Dat kantoor BK&Co krijgt nogal eens werk van de Stad, bijvoorbeeld als boekhouder én/of revisor van stedelijke vzw’s.)

We vertoeven graag in dat zaaltje te Bissegem. Schoon volk en ook steengoede muziek in het café.
En juist omdat we daar al zoveel geld verteerden vragen we ons af waarom De Kreun nu tot zelfs in 2009 jaarlijks nog wat meer subsidies mag verwachten. Nu de vzw zal genieten van zovele “faciliteiten” van Stad. Tot en met een geheel nieuwe concertzaal. Zal de vzw die moeten huren? Dezelfde opmerking voor Happy New Ears.
Voor een outsider en cultuurconsument alleszins is HNE=DK. Een pot nat inzake geldstromen en personeel en logistiek.
Ha, ik zie het nu pas in het Staatsblad. De bekende Franky Devos (van Anno ’02, en Buda I en II) is ook bestuurder van de VZW DK. Heeft veel te vertellen in Brussel.

NOG EEN NAWOORDJE
Al die VZW’s uit de muzieksektor en de kunsten in het algemeen hebben vaak een heel mooie website. Soms ziet men er de hand in van onze bijna stadsgraficus Bruneel.
Maar al die websites hebben één groot gebrekgemeen. Niettegenstaande zij slechts dankzij overheidsgeld (belastinggeld) kunnen functioneren zul je er geen jaarverslagen, jaaractieplannen, rekeningen en begrotingen, financiële verslagen en balansen in aantreffen. Ook geen verslagen van bestuur.

Tenslotte nog dit.
Die beoordelingscommissies van het Kunstendecreet, met wie praten zij eigenlijk?
Bent u als Kortrijkzaan, als cultuurconsument al een keer aangesproken om uiting te geven van uw mening over onze professionele actoren uit de Kortrijkse kunst- en cultuurscène?

Wat zou men graag weten wat Vlaams volksvertegenwoordiger Bart Caron (Spirit) uit Marke minister Bertje Anciaux zoal in het oor fluistert of heeft gefluisterd over de Kortrijkse professionele kunstensector. Bart is namelijk de voormalige kabinetschef van de minister van Cultuur.

Toelagen aan de profs in de podiumkunstensector

Burgers weten maar al te graag waar hun belastinggeld naartoe gaat en waarom dat zo is. ASAP.
Zopas (9 mei) heeft het College beslist hoeveel de private (dus bijv. niet de Schouwburg) professionele podiumkunstensector krijgt aan toelagen voor dit lopende jaar.
Het lijstje.Theater Antigone: 13.677 euro.
Buda Kunsteneiland: 14.578.
Happy New Ears: 11.122.
Humorologie: 11.122.
Festival van Vlaanderen: 8.868.
De Kreun: 12.775.
Unie der Zorgelozen: 7.857 euro.

Waarom komen juist deze profs in aanmerking?
Omdat het net déze organisaties zijn die door de Vlaamse Gemeenschap (onze huidige crypto-spirituele cultuurminister van Spirit) structureel erkend zijn en gesubsidieerd.
Die subsidies van hogerhand zijn soms heel hoog, bijv. voor Buda KC (800.000), Antigone (750.000), de Unie der Zorgelozen (300.000) en Humorologie van toekomstig raadslid Bart Caron (150.000). We schreven daar al vroeger over. Ook over wie er met zijn dossier vorig jaar om onophelderbare redenen door de mand viel bij minister Bertje Anciaux. HET PAKT van Kortrijkzaan Lieven Neirinck. PASSERRELLE (Polydans) van Pol Coussement. Zie stuk van 29 juni 2005 in het archief.

(Het Festival van Vlaanderen – afdeling Kortrijk alleen? de stichters Denaux?? – dreigt opnieuw zijn subsidies te verliezen. Raadslid Piet Missiaen die ook van Spirit is moet eens met Bertje gaan klappen in plaats van zijn tijd te verdoen met te fulmineren tegen het vliegveld.)

De nu gesubsidieerde podiumsector voldoet blijkbaar ook aan het heel recente nieuwe reglement inzake betoelaging door de stad. Dat reglement voor de profs is goedgekeurd in de gemeenteraad van 13 februari jongstleden. Samen met reglementen voor semi-professionelen in de kunst/cultuur en voor bijzondere en vernieuwende projecten alhier.

Hoe al die organisaties en zeker de eventuele planners van vernieuwende projecten weten waaraan ze moeten voldoen om stadstoelagen te verkrijgen is niet zeer geheel duidelijk. De mogelijke, potentiële bedenkers van originele en bijzondere (voor wie dan?) projecten buiten de geijkte Kortrijkse actoren kunnen dit alleszins niet weten. (De ideetjes van kortrijkwatcher werden in het verleden zonder veel kommentaar vertikaal geklasseerd.)

Op de officiële website van de Stad zijn de (drie) nieuwe reglementen nog niet te vinden.
En dat éne reglement dat er toch op staat (voor semi-profs) dateert van maart 2004 en houdt daarom nog geen rekening met mogelijke stadstoelagen voor niet-structureel erkende “festivals”.
Tja. Er is een nieuwe directie voor cultuur. Moet nog beetje wat inlopen. In rodage.

Ik stoot nu plots op nog een paar probleempjes.

Zoals gezegd is het nieuwe subsidiereglement in februari goedgekeurd.
Maar daarin staat dan dat bij de aanvraag tot betoelaging een specifiek dossier moet ingediend worden en wel ten laatste op 31 januari. Begrijpe wie kan. In februari een reglement maken met de regeling van een procedure die al slaat op januari. En in dat dossier moet ook een werkingsverslag en financieel verslag steken van het vorige jaar, plus nog een begroting én jaaractieplan voor dit lopende jaar.
De gesubsidieerde organisaties kunnen alleszins geen specifiek dossier hebben ingediend vòór 31 januari. Ze wisten nog nergens van. We zullen er maar van uitgaan dat ze nog wel enkele van die passende documenten hadden liggen. En dat Rooske en Machteld in deze overgangsperiode een en ander door de vingers zien.
Tussendoor. Het College heeft deze maand beslist over de concrete toelagen, maar dat moest volgens het reglement ten laatste eind maart gebeuren.

De ingediende dossiers worden beoordeeld door een bijzondere commissie met daarin mensen uit de drie platformen (verenigingsleven, erfgoed, kunsten), de cultuurbeleidscoördinator én twee externe deskundigen. Wie die twee deskundigen zijn is niet bekend bij de aanvragers, en waarschijnlijk ook niet bij de directie cultuur zelf.
Het advies van de commissie is bij de betrokkenen ook nog niet bekend. Zij weten dus niet hoe ze werden beoordeeld en waarom juist deze bedragen werden toebedeeld.

Waarom krijgen “Happy New Ears” en “Humorologie” net evenveel?
En wat is nu eigenlijk het verschil tussen “Happy New Ears” en “De Kreun” (en het Muziekcentrum)? En waarom krijgt “De Kreun” – het jeugdhuis dan – nog eens apart 26.335 euro?
Het totaal uitgekeerde bedrag is 68.877 euro. In de begroting is een pot van 80.000 euro voorzien. (Oorspronkelijk 85.000.) Vanwaar dat verschil? Wel, in het nieuwe reglement is er sprake van een vast bedrag en een variabel gedeelte van 25 procent van het beschikbare krediet. 25 procent van 80.000 is 20.000. De bijzondere commissie heeft dus 8.877 euro teveel uitgedeeld. Als we maar gelukkig zijn.

Het variabele gedeelte dat te winnen valt hangt af van de vraag of de profs wel voldoen aan het stedelijk actieplan. Erbij aansluiten. Dat is nogal ruim zodat het altijd wel het geval zal zijn. Naar het schijnt moeten de activiteiten wel volk kunnen trekken als men variabele subsidies wil bekomen.

Kortrijkwatcher houdt van worstelen met procedure-kwesties.
In het reglement staat (art.5) dat het Schepencollege éénmaal per jaar beslist over de toelagen. En dit ten laatste tegen 1 april. Men kan dus geen beslissingen meer nemen over het variabele gedeelte van de subsidies?

En hoe staat het met de toelagen voor de semi-profs in de kunst- en cultuurwereld?
Geen idee. De beslissing hierover moest vallen vóór 1 maart.
De pot is bij de laatste begrotingswijzing met 5.753 euro verhoogd tot 18.500 euro. Die begrotingswijziging dateert van deze maand.

OEI !! Cultuurschok.
Wat zien we nu?
Bij de begrotingswijziging is de mogelijke ondersteuning voor festivals (6.000 euro) geschrapt. Het reglement hieromtrent kan niet eens toegepast.
Maar het komt allemaal wel goed hoor. Even Rooske bellen.
Moet nog vragen waarvoor het krediet van 35.000 euro dient. Begrotingspost 762/332-02 ten name van de vzw Buda. Is Buda I dus nog met iets bezig? Waarmee?
Lezer,
bel nu een keer zelf. Ik kan het toch niet al doen?
.

“Stad aan de Slag” : Kortrijkwatcher (ook) in beeld !

“Stad aan de Slag” !
Dat is het motto van een zeer eigenzinnige tentoonstelling op diverse locaties in de stad.
Er worden 18 Kortrijkse beroepen en bezigheden in beeld gebracht.
Activiteiten zoals die van een pastoor, een bejaardenverzorgster, een biker (en een blader en skater!), een theatermaker, een dallenlegger en een dakloze ook. Dat bezige bijtje begijntje.En waarlijk. Stadbloggen (kortrijkwatcher) wordt als een typische bezigheid beschouwd.

Wees gerust, u zal geen foto van de blogger te zien krijgen. Wel attributen, op grote linnen doeken geloof ik.
Kortrijkwatcher zal vanaf zaterdag aanstaande 20 mei (tijdens de werkuren?) hangen pronken in de Tacktoren, samen met de theatermaker en de brouwer. Goede combinatie.

Maar zoals gezegd, er zijn nog (tien) locaties. Bijvoorbeeld het Stedelijk Museum, Hotel Damier, het stadhuis (met o.a. een ontwerper), de Sint-Michielskerk (de dakloze!), het rusthuis Sint-Jozef, het Begijnhof, de manège Saeftinge, enzovoort.
95 of meer werken in het totaal.
Alle mogelijke info (met parcours) over de manifestatie is te vinden op www.saturnia.eu.

En op www.saturnia.eu/kortrijk/ne/folder.pdf ziet u de folder (3 blz.)
Er komt ook een prachtige catalogus.

De makers van de tentoonstelling komen uit het Leuvense.
Het atelier Saturnia in Heverlee, van het grafisch bureau Artefact.
Zie nog www.artefact.be.
Vorig jaar was er al een tentoonstelling “Slag aan de Stad” in Leuven.
De volgende manifestatie gaat hoogstwaarschijnlijk door in Hasselt. Bedoeling is dat
alle centrumsteden aan de slag een beurt krijgen.
De Kortrijkse “Slag aan de Stad” loopt nog tot en met 18 juni.

Verslag van de Guldensporenfeesten in 1952 (2)

Zo herinneren wij ons nog levendig de Communiemis van Zondag 6 Juli, de eerste dag van de feestelijkheden. 

Aangrijpend was het zicht op het Groeningheveld alwaar onder de dit keer stralende zon duizenden jonge en oudere mannen communiceerden en daarbij het gebaar van de voorouders herdenkend die 650 jaar tevoren nog de vadergrond hadden genut vooraleer ten strijde te trekken. De hostie bleef maar aan het gehemelte plakken toen ook de kroning gebeurde van Onze-Lieve-Vrouw van Groeninghe, na de Pontificale H.Mis opgedragen door Zijne Excellentie Mgr. Cento, Apostolisch Nuntius. Hierbij kwam de Mariale Devotie van ons Vlaamsche Volk op hartversterkende wijze tot uiting.
De welbespraakte Pater Lode Aerts van de S.J. hield de kanselrede.

De historische stoet hield op die gedenkwaardige 6de Juli zijn eerste ommegang in een tropische hitte. In dichte rijen stonden de mensen langsheen de omloop opgesteld. Niet te vermijden was het dat vele toeschouwers, onder wie Prins Albert, onpasselijk werden en ter verpleging in de Rode Kruis-posten (ondervoorzitters Robrecht Mattelaer en Leopold Gillon) dienden opgenomen te worden.
Als schildknaap vermomd hield ik me nog staande tot er enkele minuten voor de praalstoet zou vertrekken dreigende onweerswolken boven de centrumstad tevoorschijn kwamen.

Het begon te regenen, zodat het ergste gevreesd werd. Gelukkig dreef de Heilige Maagd de meeste wolken over de bruisende stad heen en kon de stoet midden de algemene geestdrift van de mensen toch uittrekken.

Des avonds echter, toen het aanvangsuur van het Guldensporenspel was aangebroken, begon het (en dit tot wanhoop van spelers en publiek, alsmede tot vertwijfeling van Tone, de regisseur) ongenadig te stortregenen zodat er van vertoning geen sprake kon zijn. Ikzelf zag hierin misschien geen mirakel maar toch een wonder.
Een deel van het publiek ook want bleef (de regen trotserend!) onbewogen zijn plaats bezetten op de tribune. Het mocht echter niet baten, zodat na ongeveer een uur wachten Tone met luide stem kon mededelen dat de vertoning was afgelast. Café 1302 werd stormenderhand ingenomen.

Het leek alsof er een kwade hand mede gemoeid was.
Overal zag men gniffelende Fransmannen uit Het Eiland. Zodat de volgende dag voldaan werd aan een aloud gebruik, namelijk het dragen van eieren naar Santa Clara om de gunstige afloop te bekomen van een of andere gelegenheid. De Heilige Maagd heeft blijkbaar het gebaar op prijs gesteld want alle 8 volgende vertoningen konden doorgaan.

Niettegenstaande er geen algemene herhaling had kunnen plaatsgrijpen (vanwege een onweder, – zie vorig stuk) kende de vertoning van Maandagavond géén minder vlot verloop. Zowel figuranten als spelers gaven het beste van hun kunnen.
Het werd een machtig succes.

Wat de toeschouwers het meeste diep had aangegrepen was 1) de vitaliteit van de muziekpartituur met diep Vlaamsch en soms echt mystische ondergronden in een Noordzeeklimaat, 2) de rijkdom van de kleuren in kostumen en belichting, 3) het dynamisme van het spel.
Bij mij dan ging het eerder om de hevige inwerking van het bovenaardse, aanschouwelijk voorgesteld door de verschijning van Onze-Lieve-Vrouw van Groeninghe.

De lof in de pers (Atlas, De Volksmacht, Kortrijks Handelblad!)was al na de eerste vertoning algemeen. De plaatsbesprekingen namen geweldig toe. De mensen stonden urenlang aan te schuiven aan het locatiebureel. En meer vileine Kortrijkzanen herkenden wel zeker de criticasters die de inrichting van de Guldensporenspel hadden afgekeurd en…nu het succes ter hulp snelden. De plaatsaanvraag was zo groot geweldig dat het stadspersoneel van de stadskas zich uitsluitend met de kaartenverkoop moest inlaten.
Echter moet gezegd dat er op de weekdagen veel onbetalende toeschouwers waren daar aan de deelnemers van de stoet en het massaspel twee gratis-kaarten waren ter hand gesteld. (Te vergelijken met Limelight nu?) Ikzelf zag het spel iedere dag door mij gewoon tussen de figuranten te mengen. Met een zwarte schort aan. Wist Tone veel.

Het hoogtepunt van de viering was vanzelfsprekend 11 Juli zelf.
Het stadsbestuur was er in geslaagd om de hoogste wereldlijke en kerkelijke gezagdragers in onze poort te verenigen. Speciaal voor deze notabelen werd een verhoog ineengetimmerd tegen de gevel van het stadhuis, boven de Raadskelder.
De stoet werd in ogenschouw genomen door Zijne Koninklijke Hoogheid toen nog Prins Albèr, Zijne Eminentie Kardinaal Van Roey, de heren Van Cauwelaert en Struye, voorzitters van Kamer en Senaat, talrijke Ministers, Gouverneurs, de bisschop van Gent (zijn naam ontsnapt me), Mgr. Van Waeyenberg, rector van de KUL, en nog andere hoogwaardigheidsbekleders.
Ik herinner me pertinent zeker dat het weder toen heel zacht was. En dat Radio Hilversum een reportage maakte. Ollanders.

En andermaal oogstten de prachtig uitgedoste ridders en de hoofse jonkvrouwen (waaronder mijn moeder), de fiere gemeentenaren (mijn vader!) en de luidruchtige gildebroeders (Tone Sansens) herhaaldelijk luid applaus.
De geestdrift laaide echter evenwel het hoogst op wanneer de flink in de maat stappende muziekkorpsen een Vlaamsche leeuw of een ander strijdlied (Storm op Zee)door de straten lieten dreunen. De Kortrijkse franskiljons van Saint-George stonden er maar beteuterd bij. En maar blauw lachen.
11 Juli was een enig mooie dag voor Kortrijk’s en Vlaanderen’s annalen.

De Zondag, 13 Juli, laatste dag van de feestelijkheden stond in het teken van de Dag van de Vlamingen. Dat wil zeggen : de dag van het Davidsfonds dat de gelegenheid had te baat genomen om alhier zijn jaarlijks congres te houden. Het krioelde van de zwartzakken, zodat de sossen en de blauwen zich distancieerden van de Guldensporenviering.
De academische zitting had plaats in Sint-Amandscollege. Daarna trokken de talloze afgevaardigden met vlaggen in top naar Sint-Michielskerk. Predikant: Mgr. Cruysberghs.

Midderwijl ging op het stadhuis de plaatsbespreking door voor een bijkomende nachtvoorstelling. Een nocturne.
Het onbesuisd optreden van een paar man (dronken vuile sossen zeker?) vóór de aanvang
van de nachtvertoning was er de oorzaak van dat de ordedienst (die tot dan toe voortreffelijk had gewerkt) plots overrompeld werd. Sommigen onder hen werden door de aanrukkende mensenmassa omver gelopen.
Te vergelijken met wat aan de Groeninghebeek is gebeurd.

Het spel begon om 1 uur in de morgen (ja!), met méér dan 85 decibel.
En het was al nagenoeg anderhalf uur bezig toen het waarlijk begon te regenen. Motregen nu. Niemand stoorde zich eraan en tot naar ruwe schatting halfvier ’s nachts dreunde de Vlaamse Leeuw nog in de Kortrijkse straten. De ordedienst bleef bewust in de Raadskelder.

Daarmede behoren de Guldensporenfeesten 1952 tot het definitieve verleden.
Kortrijk had het bewijs geleverd van nationaal en Vlaams bewustzijn. Getuigenis afgelegd van het GENIE van het Vlaamse Volk.
Kortrijk stond op de wereldkaart.

Moge dit een les zijn voor de huidige vzw “Kortrijk 1302”.

(Dit verslag is door documentalist Luc Debels fel geholpen.)